Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over de berichten 'Weidevogels kunnen door roofdieren fluiten naar nakomelingen' en 'Goed predatiebeheer behoudt grutto’s in Limburg'
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Weidevogels kunnen door roofdieren fluiten naar nakomelingen» en «Goed predatiebeheer behoudt grutto’s in Limburg» (ingezonden 26 mei 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 15 juli
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3208.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten dat broedvogels door toedoen van roofdieren te weinig
nakomelingen krijgen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u het inzicht dat er, als we in Nederland echt soorten als de grutto en andere
weidevogels willen behouden, gerichte actie moet worden ondernomen tegen de extreme
predatiedruk?2
Antwoord 2
Predatiedruk is per gebied verschillend en vereist dan ook een gebiedsgerichte aanpak.
De bevoegdheid tot het nemen van gepaste gebiedsgerichte maatregelen om vogels te
beschermen ligt bij de provincies sinds deze is gedecentraliseerd.
Vraag 3
Onderkent u dat het tegengaan van extreme predatiedruk om weidevogels te beschermen
mede berust op internationaalrechtelijke verplichtingen?
Antwoord 3
De internationale verplichtingen gaan over het bieden van adequate bescherming aan
weidevogels. Het nemen van maatregelen tegen predatiedruk kan daar een onderdeel van
uitmaken.
Vraag 4
Klopt het dat een vergunning vragen voor afschot dermate traag verloopt dat een ontheffing
pas wordt verstrekt als het broedseizoen voorbij is?
Antwoord 4
De provincie Limburg en Faunabeheereenheid Limburg herkennen dit niet.
Vraag 5
Welke stappen bent u bereid te nemen om op landelijk niveau knelpunten in het predatiebeheer
weg te nemen, zodat weidevogels doeltreffender en doelmatiger kunnen worden beschermd
tegen roofdieren als de bunzing, steenmarter of hermelijn?
Antwoord 5
De bevoegdheid tot het nemen van maatregelen voor de bescherming van weidevogels tegen
predatie ligt bij de provincies. Maatregelen tegen predatie vereisen een gebiedsgerichte
aanpak. Inrichting en beheer van een weidevogelgebied met voldoende omvang zijn cruciaal
voor een goed functionerend weidevogelgebied. Indien ondanks de juiste inrichting
en beheer predatie de balans verstoort, dan is de eerste stap om inzicht te hebben
welke predatoren hiervoor verantwoordelijk zijn. Op basis daarvan kan een predatorenbeheerplan
worden opgesteld. Desgevraagd wil ik graag met de provincies in overleg gaan over
het probleem van predatie door roofdieren en katten. Ik verwijs u hierbij ook naar
mijn antwoord van 8 februari jl. (Kamerstuk 35 616, nr. 12).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.