Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Nader verslag
35 670 Wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland
Nr. 8 NADER VERSLAG
Vastgesteld 2 juli 2021
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Nader verslag uit te brengen van haar
bevindingen omdat de Nota naar aanleiding van het Verslag en de recente nota van wijziging
nieuwe vragen hebben opgeroepen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
Wijziging Woningwet
2
3.
Wijziging Kieswet
2
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging
van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor
kiezers buiten Nederland. De leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de nota van wijziging van de
Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers
buiten Nederland. Zij hebben in dit verband nog enkele vragen.
De leden van de CDAfractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota van
wijziging op het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve
invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland. Deze leden zijn
het ermee eens dat ook voor kiezers buiten Nederland de mogelijkheid om een vervangend
briefstembewijs aan te vragen in de Kieswet wordt opgenomen.
De leden van de SP-fractie hebben de wijziging met betrekking tot het stemmen uit
het buitenland gelezen en hebben hierover nog een enkele vraag en opmerking.
2. Wijziging Woningwet
De leden van de VVD-fractie willen weten waarom er wordt gekozen om artikel 92 van
de Woningwet opnieuw vast te stellen. Zij vragen de regering naar de samenloop van
welke wetswijzigingen dit nodig is. De leden van de VVD-fractie willen weten op welke
wijze deze wijzigingen wetstechnisch op elkaar worden afgestemd.
Deze leden willen tot slot weten waarom het opnieuw vaststellen van Artikel 92 van
de Woningwet wordt opgenomen in een Wijziging van de Kieswet.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom aan het voorliggende wetsvoorstel een onderdeel
wordt toegevoegd dat in het geheel niet raakt aan het verkiezingsproces, namelijk
de vaststelling van artikel 92 van de Woningwet. Kan de regering de volzin toelichten
die luidt: «Op deze manier worden op een zo kort mogelijke termijn enkele met elkaar
samenhangende wetswijzigingen waartoe recent in de beide Kamers der Staten-Generaal
is besloten wetstechnisch op elkaar afgestemd.» Voor een nadere toelichting verwijst
de regering naar de toelichting bij onderdeel 0 van deze nota van wijziging. Deze
leden hebben in de nota van wijziging evenwel geen onderdeel 0 aangetroffen. Overigens
zijn deze leden van mening dat een wijziging van de Woningwet niet thuishoort in een
voorstel tot wijziging van de Kieswet en dat het met het oog op de transparantie van
het wetgevingsproces en de wetsgeschiedenis ongewenst is dat een voorstel op deze
wijze wordt uitgebreid. Kan de regering andere voorbeelden geven van vergelijkbare
verstekelingen aan boord van wetsvoorstellen?
3. Wijziging Kieswet
De leden van de D66-fractie constateren dat de regering stelt dat als er twee wetsvoorstellen
worden gebruikt om de tijdelijke regels voor één type experiment een vaste plek in
de Kieswet te geven, dit een ongewenst neveneffect kan hebben als één van beide al
is aangenomen en in dat kader reeds de hele grondslag uit de Tijdelijke experimentenwet
wordt verwijderd. Dat zou er in dit geval toe kunnen leiden dat kiezers buiten Nederland
mogelijk tijdelijk geen vervangend briefstembewijs zouden kunnen aanvragen. Deze leden
begrijpen dat dit een onwenselijke situatie zou zijn. Ook zijn zij er voorstander
van om wetgeving die onlosmakelijk met elkaar verbonden is, gezamenlijk te behandelen.
Wel vragen zij wat de kans is dat dit scenario zich daadwerkelijk voordoet? De verkiezingen
voor de provinciale staten zijn pas in 2023. En wat zou de reden zijn om niet een
deel, maar meteen de hele grondslag uit de Tijdelijke experimentenwet te verwijderen?
Deze leden ontvangen voorts graag een overzicht van de elementen die in dit wetsvoorstel
en in het voorstel TK 35 489 overblijven na de overheveling, met een toelichting van de regering hoe deze overheveling
voor de beste onderverdeling tussen beide wetten zorgt.
De leden van de D66-fractie onderschrijven dat de werkwijze van de gemeente ’s-Gravenhage
bijdraagt aan de toegankelijkheid van de verkiezingen voor de kiezers in het buitenland,
en begrijpen dat deze in de Kieswet wordt verankerd.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom met de verduidelijking of briefstembureaus
briefstembiljetenveloppen mogen openen bij de vooropening wordt vooruitgelopen op
de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen.
De leden van de SP-fractie vrezen dat stemformulieren per e-mail fraudegevoeliger
zijn en vragen naar de maatregelen die worden ondernomen om dit tegen te gaan. Voorts
vragen zij naar de ongelijkheid die ontstaat wanneer mensen tijdens de verkiezingen
in Nederland niet per e-mail hun stembescheiden kunnen ontvangen als zij bijvoorbeeld
een vervangende stempas aanvragen. Vindt de regering dit onderscheid gerechtvaardigd
en zo ja, waarom?
De fungerend voorzitter van de commissie, Martin Bosma
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Martin Bosma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.