Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Esch over het bericht 'PUR-spuiter Eco Isolatie mag van Reclame Code Commissie niet claimen dat gespoten PUR-schuim milieuvriendelijk is'
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «PUR-spuiter Eco Isolatie mag van Reclame Code Commissie niet claimen dat gespoten PUR-schuim milieuvriendelijk is» (ingezonden 30 april 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens Antwoord van Minister voor Medische Zorg en Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(ontvangen 1 juli 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr.
2858.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «PUR-spuiter Eco Isolatie mag van Reclame Code Commissie
niet claimen dat gespoten purschuim milieuvriendelijk is»1 en met de uitspraak van de Reclame Code Commissie inzake Ecofoam?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van de Reclame Code Commissie dat Ecofoam niet milieuvriendelijk
geproduceerd is? Deelt u ook de mening van onder andere Milieu Centraal en NIBE, dat
diverse vormen van gespoten PUR-schuim noch milieuvriendelijk in productie als in
gebruik zijn en noch duurzaam en circulair zijn?3 Zo ja, wat gaat u doen aan dergelijke vormen van greenwashing? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 2
De uitspraak van de Reclame Code Commissie (RCC) luidt dat de adverteerder niet heeft
gereageerd op de klacht. Om die reden gaat de RCC ervanuit dat de adverteerder niet
in staat is om aan te tonen dat de boodschap juist is. Daarom gaat de RCC ervanuit
dat de boodschap onjuist is. Ik onderschrijf deze redenering van de RCC. De Reclame
Code Commissie is in Nederland hét orgaan om klachten te doen over misleidende reclame
en informatie. Hierop is geen aanvullende actie van het kabinet nodig.
Milieu Centraal geeft publieksinformatie over de milieueffecten van verschillende
vormen van isolatie. Deze informatie wordt regelmatig geactualiseerd. Milieu Centraal
stelt dat de CO2-reductie van isolatie groter is dan de milieueffecten die hierbij optreden en dat
isolatie daarom altijd aan te bevelen is. Milieu Centraal raadt daarnaast af om gebruik
te maken van gespoten PUR-schuim waarbij HFK’s worden gebruikt als blaasmiddel vanwege
het sterke broeikaseffect van HFK’s. Met ingang van 1 januari 2021 komt gespoten PUR-schuim
waarbij HFK’s als blaasmiddel worden gebruikt niet meer in aanmerking voor subsidie
van de rijksoverheid.
Overigens voert het kabinet een actief beleid om de milieudruk van de bouw te verminderen
en circulariteit in de bouw te vergroten. Voor de vermindering van de milieudruk in
de bouw is in de bouwregelgeving een grenswaarde opgenomen: de milieuprestatie van
een gebouw. In de brief van 8 oktober 2019 heeft de Minister van BZK aangegeven dat
zij drie hoofdlijnen van beleid heeft om de milieudruk van de bouw te verminderen.4 De hoofdlijnen zijn: (1) een uniforme berekening van circulaire maatregelen in de
milieuprestatie voor gebouwen; (2) een strengere milieuprestatie-eis in 2021 en verdere
aanscherping hiervan richting 2030 en (3) de uitbreiding van het toepassingsgebied
van de milieuprestatie naar andere gebruiksfuncties en naar verbouw. De bouwende partijen
zijn dus vrij om zelf hun bouwmaterialen en bouwproducten te kiezen, zo lang de milieuprestatie
van het gebouw voldoet aan de eis. Door de eis stapsgewijs te halveren uiterlijk in
2030 zullen milieuvriendelijke en circulaire materialen en producten aantrekkelijker
worden.
Vraag 3
Wat gaat u doen om goedwillende consumenten die hun huis willen verduurzamen te helpen
ook daadwerkelijke gifvrije en duurzame opties te kiezen?
Antwoord 3
In mijn antwoord op vraag 2 heb ik al uitgelegd hoe ik de regelgeving hiervoor inzet.
Daarnaast zal ik waar nodig de informatievoorziening over de milieueffecten van producten
ondersteunen, bijvoorbeeld via Milieu Centraal en de pagina www.verbeterjehuis.nl op hun website.
Vraag 4
Bent u bereid om een publiekscampagne uit te rollen waarin de aandacht wordt gevestigd
op vormen van duurzame-, milieuvriendelijke- en betaalbare isolatie? Zo ja, op welke
termijn gaat u hier werk van maken? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 4
Ik heb in de antwoorden op vragen 2 en 3 al aangegeven welke activiteiten op dit moment
worden uitgevoerd door verschillende partijen om consumenten te helpen bij de keuze
van isolatie. Deze activiteiten zullen de komende jaren worden voortgezet. Het kabinet
ziet op dit moment geen reden om aanvullend hierop een publiekscampagne uit te rollen.
Vraag 5
Bent u bekend met het «kernadvies Gespoten PUR-schuimisolatie en gezondheid» van de
Gezondheidsraad?5
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Kent u de conclusie van de Gezondheidsraad dat van een aantal stoffen in PUR-schuim
de gezondheidseffecten onvoldoende bekend zijn? Deelt u met het oog op deze conclusie
dat het onverantwoord is om dit middel toe te passen in de bouw en als isolatiemiddel?
Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, dat deel ik niet. Als er aanwijzingen of vermoedens zijn dat een bepaalde stof
negatieve gezondheidseffecten heeft, is dat reden om die stoffen te onderzoeken en
te reguleren. Mocht daar voldoende aanleiding voor zijn kan dit ook uit voorzorg gebeuren.
Het gebruik van gespoten PUR-schuim is echter al gereguleerd omdat we weten dat er
schadelijke stoffen kunnen vrijkomen bij de toepassing. De Gezondheidsraad concludeert
dat het belangrijk is om de beschermingsmaatregelen goed na te leven en adviseert
om een aantal stoffen en de mogelijk grotere blootstelling bij werknemers te onderzoeken,
niet dat het onverantwoord is om gespoten PUR-schuim nog langer te gebruiken.6
Vraag 7
Bent u voornemens de milieuvriendelijke en gezondheidsvriendelijke optie te kiezen
en te starten met het uitfaseren van gespoten PUR-schuim? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Zo niet, waarom niet?
Antwoord 7
Ik ben niet voornemens om te starten met het uitfaseren van gespoten PUR-schuim. Volgens
het advies van de Commissie Gespoten PUR-schuim van de Gezondheidsraad levert gespoten
PUR-schuim bij een juiste toepassing geen gezondheidsrisico’s op voor bewoners. In
de kabinetsreactie op voornoemd advies is aangegeven welke acties het kabinet voornemens
is te nemen. Ik heb deze kabinetsreactie recent aan uw Kamer aangeboden. De vermindering
van de milieudruk van de bouw is opgenomen in de bouwregelgeving. Het kabinet ondersteunt
waar nodig een goede informatievoorziening voor consumenten, bijvoorbeeld via Milieu
Centraal.
Vraag 8
Deelt u de uitspraak van de Gezondheidsraad dat er een verwachte onderrapportage is
van gezondheidsklachten bij werknemers die PUR aanbrengen? Zo ja, wat gaat u hiermee
doen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 8
Als werkenden met gezondheidsklachten naar de bedrijfsarts gaan en de bedrijfsarts
vermoedt dat er sprake is van een beroepsziekte, dan kan hij/zij dat melden bij het
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). Het NCvB kan deze melding van een beroepsziekte
dan opnemen in de statistieken. Het NCvB registreert echter alleen beroepsziekten,
geen gezondheidsklachten. De NCvB-statistieken geven dus geen zicht in de hoeveelheid
gezondheidsklachten bij werkenden. Ik kan dan ook geen onderbouwde uitspraak doen
over het vermoeden van de Gezondheidsraad.
Zoals ik in de kabinetsreactie op het advies van de Gezondheidsraad al heb aangekondigd,
zal ik daarnaast een gesprek aangaan met de branche om hen te wijzen op het advies
van de Gezondheidsraad en de implicaties daarvan.
Vraag 9
Deelt u de analyse van de Gezondheidsraad dat een goed overzicht van alle bewoners
met gezondheidsklachten ontbreekt? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo niet, waarom
niet?
Antwoord 9
Op dit moment registreren de GGD’en casussen in een registratiesysteem waarvan vervolgens
de aantallen landelijk kunnen worden uitgelezen door het RIVM. Het gaat hierbij inderdaad
niet om een overzicht van alle mensen in Nederland die klachten hebben als gevolg
van schadelijke stoffen uit PUR-schuim, maar alleen om de mensen die bij GGD’en in
beeld zijn gekomen. In het systeem worden niet alleen klachten gerelateerd aan PUR-schuim
geregistreerd, maar alle milieugerelateerde klachten waarvoor mensen de GGD benaderen.
Deze registratie is niet opgezet met het doel om een volledig beeld van het aantal
mensen met klachten te krijgen, maar om te volgen of er opvallende stijgingen of dalingen
zijn in het aantal en type meldingen dat bij de GGD terechtkomt.
Het kabinet begrijpt dat er op dit moment geen goed inzicht is in het totaal aantal
mensen dat gezondheidsklachten krijgt als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke
stoffen die vrijkomen bij het aanbrengen van PUR-schuim, maar heeft twijfels over
de geneeskundige en gezondheidskundige meerwaarde van een nieuwe centrale registratie.
Met een betere registratie kunnen we mensen niet beter behandelen. De betere registratie
is ook niet nodig om de gezondheidsrisico’s van stoffen uit PUR-schuim in beeld te
brengen; we weten al dat verkeerd gebruik van gespoten PUR-schuim gezondheidsrisico’s
oplevert en dat daarom strikte veiligheidseisen en protocollen nodig zijn. De meerwaarde
van een volledige registratie is om die reden vanuit gezondheidskundig en geneeskundig
perspectief beperkt.
De inspanningen die nodig zouden zijn voor een andere registratie wegen in de ogen
van het kabinet niet op tegen de beperkte meerwaarde van de nieuwe registratie. De
belangrijkste gezondheidswinst wordt bereikt als we ervoor zorgen dat de toepassingen
van PUR-schuim conform de geadviseerde beschermingsmaatregelen plaatsvinden.
Vraag 10
Welke maatregelen gaat u nemen om de gezondheid van omwonenden van percelen waar (zolang
het nog toegestaan is) met gespoten PUR gewerkt wordt te beschermen?
Antwoord 10
In de kabinetsreactie op het advies van de Gezondheidsraad heb ik aangegeven dat ik
voornemens ben om een evaluatie van de werkpraktijk uit te voeren. Ik zal dit onderwerp
meenemen in deze evaluatie.
Vraag 11
Hoe gaat u het advies van de Gezondheidsraad om het bestaande medisch protocol te
verbeteren vormgeven?
Antwoord 11
De Gezondheidsraad adviseert de diagnostiek voor klachten die geassocieerd kunnen
worden met PUR-schuim aan te passen, zodat een relatie met PUR-schuim sneller wordt
gemaakt en een betere uitvraag van de situatie wordt gedaan.
De Minister van VWS stelt in Nederland geen medische protocollen vast, dat is een
verantwoordelijkheid van het veld. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) past
de meest recente wetenschappelijke kennis toe bij het opstellen van zijn richtlijnen
en zal, wanneer daar op basis van knelpunten en prioriteiten uit het veld aanleiding
toe is, nagaan welke inzichten uit het advies van de commissie betrokken worden bij
de herziening van richtlijnen die gerelateerd zijn aan deze gezondheidsklachten. Mensen
die eenmalig worden blootgesteld aan stoffen uit PUR-schuim hebben over het algemeen
kortdurende klachten die vanzelf overgaan. Aan de mensen die met deze tijdelijke luchtwegklachten,
eczeem of netelroos bij de huisarts komen, zal daarom meestal geadviseerd worden de
klachten enkele dagen aan te kijken. Als klachten lang aanhouden of vaker terugkeren,
zal de huisarts proberen te achterhalen wat daar de oorzaak van zou kunnen zijn en
de klachten behandelen. Slechts in enkele gevallen is een medische doorverwijzing
naar een specialist zinvol. De GGD hanteert bij de beoordeling van een casus waarin
een patiënt mogelijk bloot is gesteld aan stoffen uit PUR-schuim een protocol dat
enkele jaren geleden is opgesteld onder leiding van een specialist van het huidige
Amsterdam UMC. Indien op basis van het protocol wordt geconcludeerd dat het niet aannemelijk
is dat de klachten die iemand heeft, veroorzaakt zijn door PUR-schuim, kan dat erg
teleurstellend zijn voor de betrokkene, in het bijzonder als er ook geen andere oorzaak
voor de klachten kan worden gevonden. De GGD’en zijn zich van dit spanningsveld bewust.
De GGD’en houden voortdurend de kennisontwikkeling bij en kijken daarbij naar de betekenis
voor hun werkwijze.
Vraag 12
Bent u bereid om te investeren in een expertisecentrum, zoals het voormalige ECEMed?
Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 12
In Nederland zijn er diverse expertisecentra voor zeldzame aandoeningen (ECZA’s).
Zoals de Minister van Medische Zorg en Sport in haar brief over het beleid ten aanzien
van (expertisecentra voor) zeldzame aandoeningen van 6 januari 2021 (Kamerstuk 31 765, nr. 542) heeft aangegeven, kan het bestuur van een ziekenhuisinstelling een aanvraag voor
een erkenning van een expertisecentra bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport indienen. De procedure voor deze erkenning is in de brief van 6 januari toegelicht
alsmede wat wordt verstaan onder een zeldzame aandoening. Het is dus aan het veld
om een dergelijk verzoek te doen.
Vraag 13
Kunt u uitleggen waarom in Nederland een tijdsduur van twee uur wordt gehanteerd tussen
het aanbrengen van PUR en het herbetreden door van de bouwlocatie of woning, terwijl
de Canadese producent van Icynene tenminste 48 tot 72 uur na afronding van werkzaamheden
aanbeveelt?7,
8 Zo niet, waarom kunt u hier geen uitleg over geven?
Antwoord 13
Wereldwijd worden heel veel verschillende producten toegepast voor gespoten PUR-schuim.
Die producten hebben verschillen in emissies en daarmee ook verschillen in de periode
waarna het veilig is om een woning weer te betreden. De periode van 2 uur die in de
bouwregelgeving is voorgeschreven op basis van de eerder in Nederland beschikbare
kennis en ervaring. Ik zal dit onderwerp meenemen in de al eerder in mijn antwoorden
genoemde evaluatie van de werkpraktijk.
Vraag 14
Bent u voornemens om, in het kader van gezondheid en veiligheid, dak- en spouwmuurisolatie
met gespoten PUR-schuim op te nemen in het Bouwbesluit? Zo ja, op welke termijn kunnen
we deze toevoeging verwachten? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 14
Ik zal dit onderwerp meenemen in de al eerder in mijn antwoorden genoemde evaluatie
van de werkpraktijk.
Vraag 15
Bent u bereid het subsidiëren van isoleren met gespoten PUR-schuim te beëindigen nu
vast staat, dat gespoten PUR-schuim noch milieuvriendelijk noch duurzaam is en gezondheidsrisico’s
voor zowel werknemers als bewoners met zich meebrengt?
Antwoord 15
Gezien mijn antwoorden op de voorgaande vragen zie ik geen reden om het subsidiëren
van isolatie met gespoten PUR-schuim te beëindigen.
Vraag 16
Deelt u de mening dat isoleren met gespoten PUR-schuim veel chemisch en niet-recyclebaar
afval (wat overal aan vastplakt) oplevert en dat deze isolatiemethode daarom niet
in de Nederlandse circulaire doelstellingen past, aangezien de enige verwerkingsmethode
op de R-ladder in categorie R6 lijkt te liggen?9 Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om gespoten PUR-schuim uit te bannen? Zo niet,
waarom niet?
Antwoord 16
In mijn antwoord op vraag 2 heb ik toegelicht hoe de vermindering van de milieudruk
en de vergroting van de circulariteit van de bouw is opgenomen in diverse vormen van
rijksbeleid: door middel van regelgeving, subsidieregelingen en ondersteuning van
informatievoorziening. Dit beleid heeft er mede toe geleid dat bouwende partijen over
de hele breedte van de bouwsector bezig zijn met de ontwikkeling van minder milieubelastende
en meer circulaire bouwmaterialen, bouwproducten en bouwmethoden. Het kabinet monitort
de voortgang van de transitie naar een circulaire bouweconomie. Ik zie op dit moment
nog geen redenen om stappen te ondernemen om gespoten PUR-schuim uit te bannen. Wel
komt sinds 1 januari 2021 gespoten PUR-schuim waarbij HFK’s als blaasmiddel worden
gebruikt, niet meer in aanmerking voor subsidie van de rijksoverheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.