Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over "over UWV gedupeerden bij Kafkaëske keuringen”
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over UWV gedupeerden bij Kafkaëske keuringen (ingezonden 19 mei 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 29 juni
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 3147.
Vraag 1
Onderschrijft u dat het ministerie en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) grote fouten hebben gemaakt in de zaak van de Groningse herbeoordeelden van
Ondersteuningsteam Noord?1
Antwoord 1
In de zaak van de herbeoordeelden door Ondersteuningsteam Noord zijn mensen getroffen
als gevolg van onzorgvuldig handelen van de overheid. Na de herbeoordelingen was er
een algemene compensatie voor deze mensen geregeld. Dit is echter onvoldoende gebleken.
Er is te weinig oog geweest voor de impact die de beslissingen op de afzonderlijke
levens van mensen hadden, zoals de stress en onzekerheid die er het gevolg van waren.
Dat betreur ik.
Vraag 2
Wat gaat u doen om dergelijke Kafkaëske keuringspraktijken te voorkomen en de menselijke
maat centraal te stellen?
Antwoord 2
Uiteraard wil ik in de toekomst dit soort situaties zoveel mogelijk voorkomen. UWV
heeft op eigen initiatief een zorgvuldige en diepgaande externe evaluatie van het
hele besluitvormingsproces laten uitvoeren. Deze evaluatie is ook op de website van
UWV terug te vinden. Op basis van de aanbevelingen zal UWV de organisatie en dienstverlening
gaan verbeteren. Daarnaast wil ik cliëntenparticipatie en de rol van cliëntenraden
binnen de sociale zekerheid verder verduidelijken en versterken. In de kabinetsreactie
op de Suwi-evaluatie besteed ik hier meer aandacht aan, deze reactie zal samen met
de Stand van de uitvoering op korte termijn aan uw Kamer worden aangeboden. Ook onderneemt
het kabinet, naar aanleiding van het rapport «Ongekend onrecht», kabinetsbreed actie
om de persoonlijke dienstverlening te versterken en in te zetten op overheidshandelen
met meer oog voor de menselijke maat.
Vraag 3
Welke ruimte ziet u om de gedupeerden alsnog de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
(WIA)-uitkering te geven die ze voorheen hadden?
Antwoord 3
Nadat was gebleken dat de sociaal-medische beoordelingen die tot IVA leidden onjuist
waren verricht, heeft UWV deze onrechtmatigheid hersteld door opnieuw sociaal-medische
beoordelingen te verrichten. In mijn brief van 29 maart 20192 aan uw Kamer heb ik die werkwijze ook ondersteund. Hierbij heeft UWV (achteraf bezien)
er vooral oog voor gehad om de nieuwe sociaal-medische beoordelingen te verrichten
binnen de regels voor de WIA. Bij het nemen van deze nieuwe beslissingen had echter
ook de positie en de bijzondere omstandigheden van deze specifieke groep meegewogen
moeten worden. Dat is niet gebeurd. Door toedoen van UWV hebben zij mogelijk een grotere
afstand tot de arbeidsmarkt opgelopen, omdat zij geen tijdige dienstverlening of juiste
beoordeling hebben gekregen. UWV beziet nu alsnog per cliënt of een passende oplossing
kan worden geboden. Dit kan herstel van het WIA-uitkeringsrecht zijn, maar is afhankelijk
van de individuele omstandigheden. Het kan ook gaan om andere vormen van hulp zoals
financiële compensatie, hulp bij schulden en/of psychische ondersteuning.
Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht moet een belangenafwegingen worden gemaakt
en mag de beslissing niet onevenredig zijn. Het is vaste rechtspraak dat in bijzondere
omstandigheden het op grond van de beginselen van behoorlijk bestuur geen rechtsplicht
meer kan zijn voor een bestuursorgaan om een dwingendrechtelijke bepaling toe te passen.
Verder is er op grond van de WIA de mogelijkheid dat UWV kan afzien van een verlaging
of intrekking van de uitkering op grond van een dringende reden. De beoordeling van
zo’n dringende reden vergt wel een beoordeling van de specifieke individuele omstandigheden.
De unieke omstandigheden in de wijze waarop deze groep is behandeld en de individueel
te bepalen impact en gevolgen in het bijzonder, maken dat er in individuele situaties
een rechtvaardiging kan zijn voor herstel van het uitkeringsrecht.
Vraag 4
Hoe wordt in zijn algemeenheid gehandeld door het UWV in zaken waarbij mensen gedupeerd
raken omdat het UWV een fout heeft gemaakt?
Antwoord 4
Voor zover het gaat om een fout in een besluit van UWV, dan geeft UWV bij besluiten
cliënten ook de mogelijkheid eerst te bellen met UWV alvorens bezwaar te moeten maken,
zodat UWV evidente fouten in een besluit snel kan herstellen zonder bezwaarprocedure.
Ook kunnen cliënten aan UWV om toepassing van mediation vragen. Als op die momenten
of tijdens een bezwaar- of beroepsprocedure naar voren komt dat UWV een fout heeft
gemaakt, dan wordt deze tijdens die procedure zo mogelijk hersteld.
Gaat het om een fout in een eerder, vaststaand besluit, dan is UWV bevoegd om terug
te komen op het eerdere besluit, mits daarbij rekening wordt gehouden met de belangen
van andere belanghebbenden bij dat besluit (zoals de voormalige werkgever met premiebelang).
De cliënt kan aan UWV vragen terug te komen op een eerder besluit, maar UWV kan ook
uit eigen beweging een eerder besluit wijzigen. In bepaalde situaties wordt een fout
in een besluit met terugwerkende kracht gecorrigeerd; in andere situaties wordt per
heden gecorrigeerd. UWV is bezig het beleid over herstel van mogelijke fouten in besluiten
te actualiseren.
Daarnaast kunnen complexe situaties die niet in overeenstemming lijken met de bedoeling
van de wet worden aangemeld bij zogeheten Maatwerkgroepen en dan zal naar een passende
oplossing worden gezocht. Er is ook een geschillencommissie volgend uit de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg.
Vraag 5
Welke wettelijke mogelijkheden zijn er om in zaken waar het UWV fout zit, de gedupeerden
tegemoet te komen?
Antwoord 5
Voor de mogelijkheden die er zijn om gedupeerden tegemoet te komen, verwijs ik u naar
het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Bent u bereid met de gedupeerden in gesprek te gaan?
Antwoord 6
Betrokkenen bij de herbeoordelingen door Ondersteuningsteam Noord van UWV-kantoor
Groningen kunnen zich bij UWV melden bij het Meldpunt Herstelactie. Met alle gedupeerden
die zich bij het meldpunt hebben gemeld heeft UWV reeds contact gehad.
Daarnaast gaat UWV ook in gesprek met alle mensen die zich niet gemeld hebben bij
het meldpunt, maar wel onderdeel waren van de groep van ongeveer 2.100 mensen die
zijn beoordeeld door het Ondersteuningsteam Noord.
Ik vind het goed dat UWV individueel kijkt naar iedere melding en op de situatie afgestemde
hulp biedt. Ik vertrouw erop dat UWV goed in gesprek gaat met gedupeerden. Mocht het
op enig moment passend zijn, dan zal ik met gedupeerden in gesprek gaan.
Vraag 7
Hoeveel mensen hebben zich gemeld bij het Meldpunt? Hoeveel meer mensen zijn er die
mogelijk gedupeerd zijn?
Antwoord 7
Er is een groep mensen in het verleden volledig arbeidsongeschikt verklaard op medische
gronden. Daarbij was het de bedoeling dat zij na een bepaalde periode opnieuw zouden
worden beoordeeld. Maar ze zijn abusievelijk buiten beeld geraakt.3 In 2018 zijn deze mensen herbeoordeeld door het Ondersteuningsteam Noord. Zo'n 2.100
mensen werden toen duurzaam en volledig arbeidsongeschikt verklaard en kregen een
IVA-uitkering. Nadat in 2019 bleek dat bij deze herbeoordelingen een onjuiste werkwijze
was toegepast, is besloten tot een nieuwe herbeoordeling van deze mensen, om twijfel
aan de rechtmatigheid ervan uit te sluiten.4
De nieuwe herbeoordeling leidde bij 186 mensen tot een beëindiging van de uitkering.
Van 124 mensen werd de uitkering verlaagd en omgezet in een WGA 35–80 uitkering. Van
284 mensen is de uitkering omgezet in een WGA 80–100 uitkering en 1.510 mensen behielden
de IVA-uitkering.
222 Mensen hebben zich gemeld bij het meldpunt. UWV gaat de komende periode alle mensen
die tot de groep van 2.100 horen, bellen om bij hen na te gaan of herstel of compensatie
nodig is.
Vraag 8
Hoeveel mensen betreft het die in eerste instantie zonder beoordeling door een bedrijfsarts,
een WIA-uitkering kregen en hoeveel een Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
(WGA)? Behielden zij allen na de eerste herbeoordeling met foutieve werkwijze, hun
toenmalige uitkering? Hoeveel van hen vallen nu na de tweede herbeoordeling in de
categorie 35-min, hoeveel krijgen Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
(IVA) en hoeveel krijgen een WGA? Kunt u per categorie aangeven welke regelingen er
getroffen worden en hoeveel problematische gevallen er zijn?
Antwoord 8
UWV kijkt samen met de 2.100 betrokken mensen wat nodig is. Dit is maatwerk. Dan kan
het gaan om herstel van de uitkering, maar ook om andere vormen van hulp zoals financiële
compensatie, hulp bij schulden en/of psychische ondersteuning. Ik kan u niet zeggen
op welke oplossing UWV na overleg met iedere betrokkene precies uitkomt.
Voor het antwoord op deze vraag, verwijs ik u ook naar het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Onderschrijft u dat het onbestaanbaar is dat een arbeidsongeschiktheidskeuring plaats
kan vinden zonder dat een keuringsarts de persoon in kwestie gesproken heeft en zich
een goed beeld van de situatie heeft gevormd?
Antwoord 9
Een verzekeringsarts moet zich altijd een goed beeld vormen van de situatie van de
persoon die een WIA-beoordeling krijgt. Hij of zij is immers verantwoordelijk voor
het verzekeringsgeneeskundig onderzoek. De verzekeringsarts bepaalt per beoordeling
de uitgebreidheid van het onderzoek en de manier waarop hij of zij informatie inwint.
Persoonlijk contact met de betrokkene is daar in het overgrote deel van de beoordelingen
een onderdeel van.
Daarbij kan de verzekeringsarts werken met taakdelegatie. Ik ben van mening dat het
werken met taakdelegatie door verzekeringsartsen één van de maatregelen is die een
belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de mismatch tussen de vraag
naar een het aanbod van sociaal-medische beoordelingen, waarbij centraal staat dat
de verzekeringsarts eindverantwoordelijk blijft. Ik heb met UWV en de Nederlandse
Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) afgesproken dat de NVVG het voortouw
neemt in de ontwikkeling van een «Handreiking Taakdelegatie verzekeringsartsen in
het publieke domein», waarmee een door de beroepsgroep gedragen kader ontwikkeld wordt
waarbinnen een verzekeringsarts taken kan delegeren.5 Waar nodig zal UWV het professioneel en juridisch kader dat UWV zelf hanteert voor
het werken met taakdelegatie op basis van het traject van de NVVG herzien, verduidelijken
en uitbreiden, en daarmee uitvoering geven aan de motie Wiersma/Pieter Heerma6.
In de situatie van het UWV-kantoor Groningen is er sprake geweest van een toepassing
van taakdelegatie die operationeel en juridisch niet juist was. Dat heeft UWV zelf
ook onderkend en daar heb ik UWV op aangesproken. Deze werkwijze is inmiddels aangepast.
Vraag 10
Wat gaat u doen om te borgen dat bij elke arbeidsongeschiktheidskeuring een keuringsarts
de mensen spreekt en de beoordeling uitvoert?
Antwoord 10
Zie voor het antwoord op deze vraag, het antwoord op vraag 9.
Vraag 11
Waarom is er geen wettelijke termijn geweest waarbinnen een WIA-beoordeling moet plaatsvinden
en kunt u deze alsnog instellen?
Antwoord 11
Er is een wettelijke termijn waarbinnen de initiële WIA-beoordeling moet plaatsvinden.
In beginsel vindt een WIA-claimbeoordeling plaats na een periode van 104 weken ziekte
van de betrokkene.7 De verzekerde doet diens aanvraag uiterlijk elf weken voor afloop van deze wachttijd.
Het UWV stelt op aanvraag van de verzekerde een kortere wachttijd van ten minste 13
weken en ten hoogste 78 weken vast indien de verzekerde volledig en duurzaam arbeidsongeschikt
is.8 De hoofdregel hierbij is dat UWV binnen een termijn van acht weken een beschikking
afgeeft na de aanvraag.
Een volgende WIA-beoordeling (een herbeoordeling) vindt niet plaats na het verloop
van een bepaalde tijdsperiode, maar wanneer de omstandigheden van de verzekerde hiertoe
aanleiding geven. Hier is geen wettelijke termijn voor.
Op 9 april jl.9 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de mismatch die er bestaat in de vraag naar en
het aanbod van sociaal-medische dienstverlening. Zonder ingrijpen zal de vraag naar
sociaal-medische dienstverlening in 2027 meer dan 25% hoger zijn dan het beschikbare
aanbod. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden in de dienstverlening en
de beoordelingen die UWV kan uitvoeren en zijn er achterstanden ontstaan in de uitvoering
van met name de WIA-herbeoordelingen. Ik vind het erg belangrijk om deze mismatch
te verminderen en in mijn brief van 9 april jl. heb ik u toegelicht hoe ik dit wil
doen.
Vraag 12
Het UWV zal alle mensen waarvoor een beslissing is genomen bellen om te horen of zij
tevreden zijn over de getroffen voorziening; kunt u ons van de uitkomst hiervan op
de hoogte stellen?
Antwoord 12
Ik zal uw Kamer via de Kamerbrief Stand van de uitvoering van december 2021 informeren
over de gesprekken die UWV met de betrokkenen heeft gehad.
Vraag 13
Kunt u het rapport van Governance & Integrity Nederland naar de Kamer sturen?
Antwoord 13
Het rapport is terug te vinden op de website van UWV en hierbij bijgevoegd als bijlage10 bij de beantwoording van uw vragen.
Vraag 14
In het rapport wordt geconcludeerd dat er te weinig ruimte was om de beslissingen
op moraliteit te toetsen waardoor de nadruk op dienstverlening buiten beeld raakte;
wat gaat u doen om dit te veranderen?
Antwoord 14
Zie hiervoor het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.