Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Dijk en Alkaya over ‘het oliebedrijf Pluspetrol dat belasting ontwijkt in Nederland en het milieu vervuilt en mensenrechten schendt in Peru’
Vragen van de leden Jasper van Dijk en Alkaya (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het oliebedrijf Pluspetrol dat belasting ontwijkt in Nederland en het milieu vervuilt en mensenrechten schendt in Peru (ingezonden 3 mei 2021).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de grote schade die Pluspetrol aanricht aan inheemse Peruanen en
de natuur?1
Antwoord 1
Het nieuwsartikel waarnaar u verwijst en waarin hierover wordt bericht, is mij bekend.
Ook is mij bekend dat de Indigenous Federations from Peru et al. een melding bij het
Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP) hebben ingediend betreffende
een vermeende schending van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
door het bedrijf Pluspetrol Resources Corporation B.V.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat Pluspetrol de bemiddelingspoging van het Nederlands
Nationaal Contactpunt (NCP) heeft afgewezen?
Antwoord 2
Ja, ik heb kennis genomen van de publicatie van de Eerste Evaluatie van de desbetreffende
melding door het NCP. Daarin verklaart het NCP de melding ontvankelijk en stelt het
verder dat Pluspetrol het aanbod van het NCP om een dialoog te faciliteren tussen
beide partijen niet heeft aangenomen.
Vraag 3
Bent u ook op de hoogte van de reden waarom Pluspetrol dit verzoek zou hebben afgewezen?
Antwoord 3
Nee, in de NCP-publicatie wordt de reden voor het afwijzen van de door het NCP aangeboden
diensten niet toegelicht.
Vraag 4
Wat vindt u van het feit dat dit Argentijnse oliebedrijf waarschijnlijk belasting
ontwijkt in Nederland door haar hoofdkantoor in Nederland te vestigen met amper werknemers?
Antwoord 4
Op grond van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan het kabinet
niet ingaan op de fiscale positie van een individueel bedrijf. Desalniettemin kan
ik u melden dat het kabinet belastingontwijking ongewenst vindt. Het aanpakken van
belastingontwijking is ook een speerpunt van het kabinet. Het kabinet heeft daarom
veel maatregelen genomen om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan.2 Naast de wetgeving die al is ingevoerd, nog in werking zal treden of reeds is aangekondigd,
is het van belang dat de strijd tegen belastingontwijking- en ontduiking voortvarend
wordt voortgezet. Internationale samenwerking is hierbij essentieel. Nederland zet
zich daarom actief in om in internationaal verband tot een verdere gecoördineerde
aanpak van belastingontwijking te komen.
Verder is het belangrijk om te constateren dat er geen verdrag ter voorkoming van
dubbele belasting van kracht is tussen Peru en Nederland. Dit betekent dat Peru en
Nederland onafhankelijk van elkaar belasting kunnen heffen op basis van hun nationale
belastingregels en daarin niet door een belastingverdrag worden beperkt. Het ligt
in algemene zin daarom niet voor de hand dat een concern probeert gebruik te maken
van een Nederlands lichaam om belasting in Peru te ontwijken.
Vraag 5
Hoe groot acht u de kans dat Pluspetrol geen gebruik meer kan maken van vestigingsvoordelen
in Nederland zolang de klacht nog in behandeling is?
Antwoord 5
Het feit dat de melding van vermeende schending van de OESO-richtlijnen door Pluspetrol
momenteel in behandeling is bij het NCP, heeft geen directe gevolgen voor de vestiging
van Pluspetrol in Nederland.
Vraag 6
Laat dit fiasco wat u betreft ook zien dat het alleen hebben van vrijwillige instrumenten
van het NCP ertoe kan leiden dat dit soort bedrijven als Pluspetrol er gewoon mee
weg komen?
Antwoord 6
Het NCP heeft zich in dit stadium uitgesproken over de ontvankelijkheid van de melding
en nog geen Eindverklaring uitgebracht. In de Eindverklaring worden conclusies en
eventuele aanbevelingen ten aanzien van de melding opgenomen.
In de beleidsnota «Van voorlichten tot verplichten: een nieuwe impuls voor internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemerschap» van 16 oktober 2020 (Kamerstuk
26 485, nr. 337) concludeert het kabinet dat het huidige IMVO-beleid, dat voor een belangrijk deel
op vrijwilligheid berust, niet volstaat. Het kabinet zet in op een brede gepaste zorgvuldigheidsverplichting,
bij voorkeur op Europees niveau, om de naleving van de OESO-richtlijnen verder te
bevorderen. Van de voortgang van deze inzet houd ik uw Kamer met regelmaat op de hoogte,
zo heeft uw Kamer op 11 februari 2021 een brief ontvangen over de voortgang van de
uitvoering van de beleidsnota (Kamerstuk 26 485, nr. 364). Het kabinet werkt op dit moment bouwstenen uit voor IMVO-wetgeving. Over de conceptbouwstenen
(die zich richten op reikwijdte, gepaste zorgvuldigheidseisen en toezicht) is advies
gevraagd aan de SER en het ATR. Na ontvangst van beide adviezen worden de bouwstenen
afgerond. De bouwstenen worden primair gebruikt om het aanstaande Commissievoorstel
te beïnvloeden. Maar mocht een effectief en uitvoerbaar Europees voorstel niet van
de grond komen dan liggen de bouwstenen klaar voor het invoeren van nationale, dwingende
maatregelen.
Vraag 7
Wat vindt u van de uitspraak van Aurelio Chino Dahua, leider van de inheemse Quechua-gemeenschap,
dat de schade die Pluspetrol aanricht de afgelopen tijd ook alleen maar erger is geworden?
Antwoord 7
De juistheid van deze uitspraak kan ik niet beoordelen. Ik heb hierover geen onafhankelijk
geverifieerde informatie tot mijn beschikking. Het NCP heeft in dit stadium geen oordeel
gegeven over de juistheid van stellingen van partijen. Het NCP zal in een later stadium
een Eindverklaring publiceren.
Vraag 8
Wat gaat u concreet doen om ervoor te zorgen dat de klacht die is ingediend bij het
NCP echt een serieus gevolg krijgt en Pluspetrol niet zomaar hier mee weg kan komen
door een bemiddelingsverzoek simpelweg af te wijzen?
Antwoord 8
Conform de NCP procedures zal het NCP de melding nader onderzoeken en zijn uiteindelijke
bevindingen bekend maken in een zogenaamde eindverklaring. Het NCP opereert op basis
van vrijwillige bemiddeling en kan een partij niet dwingen om een dialoog te voeren.
Vraag 9
Bent u van plan de bevoegdheden en de stappen die het NCP zou kunnen zetten bij dit
soort klachten nog eens serieus tegen het licht te houden?
Antwoord 9
De bevoegdheden en werkwijze van het NCP zijn vastgelegd in het Instellingsbesluit
NCP 2014 (MinBuZa.2014.303289) en zijn in lijn met de regels zoals bepaald door de
OESO. In 2019 is een evaluatie van het NCP uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn
op 22 november 2019 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer gezonden (Kamerstuk 26 485, nr. 318). Een nieuwe evaluatie is niet op korte termijn voorzien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.