Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het bericht dat grootwinkels aan de rand van de afgrond staan
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat grootwinkels aan de rand van de afgrond staan (ingezonden 3 februari 2021).
Antwoord van Minister Blok (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 23 juni 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1991.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Grootwinkels staan aan rand van afgrond? 1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de toezegging dat u met grootwinkelbedrijven met filialen in gesprek
gaat over de steunmaatregelen, gedaan tijdens het debat over uitbreiding van het steunpakket
voor bedrijven op 28 januari 2021?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4
Hebben deze gesprekken reeds plaatsgevonden of staan deze gesprekken reeds gepland
en wanneer kan de Kamer een terugkoppeling van deze gesprekken verwachten?
Bent u bereid om samen met de winkelketens op een creatieve en oplossingsgerichte
manier naar afdoende oplossingen te zoeken?
Antwoord 3, 4
Er is veelvuldig gesproken met brancheorganisaties en ondernemers uit de detailhandel
om meer inzicht te krijgen in de specifieke problematiek van deze bedrijven. Grootwinkelbedrijven
ervaren het als onrechtvaardig dat het MKB wel een substantiële tegemoetkoming in
de vaste lasten krijgt per winkel en het grootwinkelbedrijf per filiaal slechts een
fractie daarvan zal kunnen ontvangen. Daarnaast gaven ze aan dat voor de detailhandel,
met name in de sectoren mode, schoenen en sport, de afschrijving op de voorraad groot
is. De TVL-regeling wordt als te beperkend ervaren voor deze problematiek.
Met het grootwinkelbedrijf zijn de afgelopen maanden technische gesprekken gevoerd
over een voorstel van de sector voor een nieuwe regeling. Vervolgens is verkend wat
de haalbaarheid en wenselijkheid is van een steunregeling die de problematiek van
het groot(winkel)bedrijf) passend zou adresseren. De brief van 27 mei jl. over het
steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021 (Kamerstuk 2021Z09148) beschrijft welke opties onderzocht zijn en wat de voor- en nadelen van deze opties
zijn. Alles overwegende heeft het kabinet ervoor gekozen om geen extra subsidieregeling
voor het grootbedrijf in te voeren.
Vraag 5, 6, 7
Bent u het eens met de opvatting dat het van groot belang is dat we deze (middelgrote)
winkelketens, soms oude familiebedrijven, niet om laten vallen, omdat dit grote, negatieve
gevolgen heeft voor (lokale) winkelstraten, heel veel banen en de Nederlandse economie?
Bent u van mening dat dit probleem dusdanig groot is dat het vinden van een oplossing
prioriteit moet krijgen, ondanks de uitdagingen die er liggen op het gebied van de
uitvoering? Zo nee, waarom niet?
Ziet u de urgentie om de grote financiële problemen waar deze ondernemingen in verkeren
op te lossen, zeker nu volledige openstelling voorlopig niet mogelijk lijkt, en waar
blijkt deze urgentie uit?
Antwoord 5, 6, 7
De inzet van dit kabinet is om zoveel mogelijk bedrijven door deze crisis te helpen.
Hoewel het kabinet ziet dat de veerkracht van het Nederlandse bedrijfsleven groot
is en een toename aan faillissementen uit lijkt te blijven, realiseert het kabinet
zich dat de laatste lockdown een flinke tegenslag was, juist ook voor de detailhandel.
Middelgrote en grotere ketens in deze sector zijn inderdaad van groot belang voor
de Nederlandse winkelstraten. In de retailsector zijn 820.000 mensen werkzaam, waarmee
de sector een belangrijk onderdeel vormt van de economie.
Het is echter niet eenvoudig om zicht te krijgen op de daadwerkelijke omvang van de
problematiek binnen deze sector. Er blijken grote verschillen te bestaan tussen bedrijven
en de verschillende branches. Ook is er juist voor grotere winkelketens doorgaans
een ruimer handelingsperspectief om de impact van deze crisis te verzachten, onder
meer op het vlak van financiering, organisatorische slagkracht, aanpassen van het
bedrijfsmodel en het spreiden van kosten binnen hun eigen concern en in de keten.
En hoewel er nog altijd beperkingen gelden, is door de versoepeling van maatregelen
intussen steeds meer mogelijk in de winkelstraten.
Om zoveel mogelijk onnodige faillissementen van levensvatbare bedrijven te voorkomen
heeft het kabinet het steunpakket een aantal keren fors uitgebreid. Hiermee worden
heel veel ondernemers ondersteund en dit pakket komt ook ten goede aan grotere ketens,
bijvoorbeeld bij het betalen van de vaste lasten of de loonkosten. Om het grootbedrijf
aanvullend tegemoet te komen heeft het kabinet in januari 2021 besloten om de TVL
ook open te stellen voor het niet-mkb en wordt de maximale TVL-vergoeding voor het
tweede kwartaal van 2021 verhoogd naar € 1,2 miljoen.
Ook is er overheidsondersteuning op het vlak van financiering. De GO-C biedt een hogere
borgstelling van de overheid (80–90%) dan de reguliere GO (50%). Financiers kunnen
hierdoor ruimer krediet verstrekken aan (in de kern gezonde) ondernemingen die zijn
getroffen door corona. En voor de Groeifaciliteit is de maximale financiering die
voor één onderneming onder garantie kan worden gebracht verhoogd van 25 naar 50 miljoen.
De Groeifaciliteit beoogt investeringen van banken en participatiemaatschappijen in
het risicodragend vermogen (achtergestelde leningen of aandelenkapitaal) van ondernemingen
te stimuleren met een garantie op ten hoogste 50% van het geïnvesteerde kapitaal.
Tot slot bestaat er als laatste redmiddel het afwegingskader voor maatwerksteun aan
individuele bedrijven. Daar waar andere steunmaatregelen onvoldoende soelaas bieden,
kunnen hiermee faillissementen van maatschappelijk relevante en levensvatbare grote
bedrijven worden voorkomen.
Vraag 8
Kan u een reactie geven op het feit dat filialen van deze winkelketens soms slechts
enkele honderden euro’s per maand aan steun krijgen via de Tegemoetkoming Vaste Lasten
(TVL) en de Voorraadsubsidie Gesloten Detailhandel (VGD) en dat dat in vrijwel alle
gevallen volstrekt ontoereikend is om de vaste lasten voor deze filialen op te vangen?
Antwoord 8
Een groep verbonden ondernemingen, zoals een winkelketen, wordt binnen de staatsteunregels
waar de TVL onder valt gezien als één partij. Dat betekent dat voor de gehele groep
de staatssteungrens van 1,8 miljoen euro geldt tot het einde van dit jaar. Voor het
eerste kwartaal van 2021 kan een groot bedrijf of concern maximaal 600.000 euro aan
TVL ontvangen. Voor het grootbedrijf uit de detailhandel kan hier nog een Voorraadvergoeding
Gesloten Detailhandel van 300.000 euro bovenop komen.
Vraag 9
Welke stappen zet u om in Europees verband de mogelijkheden te verruimen om dergelijke
ondernemingen voldoende te ondersteunen?
Antwoord 9
Op 28 januari jl. heeft de Europese Commissie bekendgemaakt dat de duur van het tijdelijk
steunkader wordt verlengd tot 31 december 2021 en dat de maximale steunbedragen voor
een aantal onderdelen in het steunkader worden verhoogd. Dit houdt onder andere in
dat het maximale steunbedrag dat per onderneming kan worden verleend op grond van
paragraaf 3.1 van het Europese tijdelijk steunkader, waarop de TVL is gebaseerd, 1,8
miljoen euro bedraagt. Naar aanleiding hiervan zijn de maximumsubsidie bedragen voor
de TVL al verhoogd. Ik zie op dit moment geen noodzaak om te pleiten voor meer ruimte
voor tegemoetkoming in ongedekte (vaste) lasten op Europees niveau.
Vraag 10
Welke andere steun kan u aan deze ondernemingen bieden, ten einde onnodige faillissementen
te voorkomen, en wordt daarbij de ruimte die regelgeving biedt ten volle benut?
Antwoord 10
Om faillissementen van levensvatbare en maatschappelijk relevante grote bedrijven
te voorkomen blijft maatwerksteun voorhanden. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief
van 27 mei jl. over het steun- en herstelpakket in het derde kwartaal van 2021 (Kamerstuk
2021Z09148) zal het kabinet de komende periode bezien of er nog onnodige drempels voor maatwerksteun
bestaan die verhinderen dat levensvatbare ondernemingen die van maatschappelijk belang
zijn in aanmerking komen. Ook wordt gekeken of de beoordelingscapaciteit indien nodig
kan worden uitgebreid.
Vraag 11
Kunt u deze vragen, gezien het spoedeisende karakter van het onderwerp, zo snel mogelijk
beantwoorden?
Antwoord 11
Omdat het proces rond een eventuele aanvullende compensatiemaatregel volop in ontwikkeling
was, is beantwoording van deze vragen aangehouden tot de uitkomst van dit proces bekend
was.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.