Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het voornemen tot overeenkomst voor stikstofsaldering ‘Valkenhorst’ waar het Rijksvastgoedbedrijf van plan is om de stalvergunning van drie agrarische bedrijven te gebruiken voor het compenseren van de stikstofdepositie die nodig is voor de bouw van 800 woningen en een gezondheidscentrum
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het voornemen tot overeenkomst voor stikstofsaldering «Valkenhorst» waar het Rijksvastgoedbedrijf van plan is om de stalvergunning van drie agrarische bedrijven te gebruiken voor het compenseren van de stikstofdepositie die nodig is voor de bouw van 800 woningen en een gezondheidscentrum (ingezonden 7 mei 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
            de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 14 juni
            2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr.  2852.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het biedboek Valkenhorst?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2 en 3
            
Klopt het dat het Rijksvastgoedbedrijf de ontwikkelrechten van 800 woningen en een
               gezondheidscentrum aanbiedt in ruil voor de stikstofruimte van drie veehouderijen?
            
Welke waarde vertegenwoordigt dit ontwikkelrecht volgens u per bedrijf en per kilogram
               stikstof, mede gelet op de toelichting bij het biedboek?
            
Antwoord 2 en 3
            
De provincie Zuid-Holland, de gemeente Katwijk, de gemeente Wassenaar en de Minister
               van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister voor Milieu en
               Wonen hebben begin 2020 overeenstemming bereikt over de bouw van 5.600 woningen op
               voormalig Vliegkamp Valkenburg. Het Rijksvastgoedbedrijf is namens de Staatssecretaris
               van BZK voornemens een overeenkomst aan te gaan waarbij een private partij de bij
               haar in bezit zijnde (stal)vergunningen van drie (agrarische) bedrijven binnen het
               bestemmingsplangebied inzet als stikstofsalderingsmaatregel ten behoeve van het bestemmingsplan
               Valkenhorst (interne saldering). Met de stikstofsalderingsmaatregel kan de ontwikkeling
               van de nieuwe wijk Valkenhorst door de gemeente Katwijk planologisch mogelijk worden
               gemaakt. Onderdeel van de overeenkomst is de verkoop van gronden door het Rijksvastgoedbedrijf
               op voormalig Vliegkamp Valkenburg (inclusief het recht voor de ontwikkeling van 800
               woningen en een gezondheidscentrum) aan deze private partij, tegen een marktconforme
               grondwaarde. De waarde die dit ontwikkelrecht vertegenwoordigt is niet een waarde
               per bedrijf en per kilogram stikstof, maar bestaat uit het verkrijgen van een recht
               om de kavels bouwrijp af te nemen, waarbij de koper een marktconforme waarde betaalt
               voor de grond.
            
Vraag 4 en 5
            
Deelt u de zorg dat de stikstofruimte van agrarische bedrijven, vooral in de Randstad,
               bij dit soort bedragen tot op grote afstand van stedelijke ontwikkeling wordt weggekocht
               en werkt deze ontwikkeling leegstand op het platteland niet in de hand, met alle risico’s
               van dien voor de leefbaarheid (waaronder ondermijning)?
            
Werkt deze ontwikkeling door prijsopdrijving de transitie naar grondgebonden en/of
               kringlooplandbouw, waar juist meer landbouwgrond onder het bedrijf nodig is, niet
               tegen? Zo ja, wat bent u van plan hiertegen te ondernemen? Zo nee, waarom ziet u dit
               anders?
            
Antwoord 4 en 5
            
Ik begrijp dat het openstellen van extern salderen met veehouderijbedrijven bij u
               zorgen over ongewenste effecten met zich meebrengt. Het kabinet heeft daarom samen
               met de provincies verschillende maatregelen getroffen voor een zorgvuldige manier
               van extern salderen met veehouderijbedrijven, waaronder om te beginnen de openstelling
               van één jaar, met een evaluatie om te besluiten over voortzetting daarna. Ook het
               maandelijks monitoren van ongewenste effecten maakt hiervan deel uit. Over deze en
               de andere waarborgen heeft het kabinet u eerder geïnformeerd; ik verwijs naar mijn
               brief van 24 april 2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 82).
            
Extern salderen met ruimte uit bestaande vergunningen is een juridisch geaccepteerde
               wijze van mitigatie van effecten bij het toestaan van projecten op basis van een passende
               beoordeling als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. Ook bij
               het extensiveren van landbouwbedrijven kan gebruik worden gemaakt van extern salderen.
               Dit is in lijn met Rijks- en provinciebeleid, waarin natuurherstel en het voorkomen
               van verdere economische schade centraal staan. Het bevoegd gezag (veelal provincies)
               is verantwoordelijk voor de verlening van vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming.
            
In deze specifieke situatie gaat het overigens om 3 agrarische bedrijven die zijn
               gesitueerd binnen het plangebied waar reeds woningbouw was voorzien. Hier is sprake
               van intern salderen en is geen sprake van een grote afstand tussen de (opgekochte)
               agrarische bedrijven en de stedelijke ontwikkeling.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- 
              
                  Mede namens
 R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
