Schriftelijke vragen : De kosten van taxaties
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de kosten van taxaties (ingezonden 10 juni 2021).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het uitblijven van overeenstemming tussen de bankensector
en de taxatiebranche over de voorwaarden en opzet van hybride taxaties? Zo ja, kunt
u aangeven waarom overeenstemming uitblijft?
Vraag 2
Kunt u aangeven wat de geschatte kosten zijn voor de 2 varianten van hybride taxaties:
de bureauwaardering en de desktoptaxatie bij kleine aanpassingen voor zowel een huis
als een appartement? Kunt u daarbij ook aangeven wanneer mensen gebruik kunnen maken
van de beschikbare hybride taxaties en wanneer zij een duurdere volledige taxatie
moeten laten doen?
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen voor mensen die onder de NHG vallen en een kleine aanpassing
willen doen? Zijn zij straks verplicht altijd een volledige taxatie te laten uitvoeren?
Vraag 4
Deelt u de zorg dat de uitkomst van het huidige overleg er toe kan leiden dat mensen
ook bij kleine aanpassingen hoge kosten moeten maken voor een taxatie? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat gaat u doen om te zorgen dat de goedkopere taxatievorm bij kleine
aanpassingen de norm blijft?
Vraag 5
Bent u bekend met signalen dat het ontmoedigd wordt om mee te doen aan de zogenaamde
desktoptaxatie (pilot ING, Calcasa, Taxatheek)? Zo ja, hoe plaatst u die signalen
in de context van het verdienmodel van taxaties en de mogelijkheid om bij kleine aanpassingen
een goedkopere digitale taxatie te doen?
Vraag 6
Bent u tevreden over zelfregulering in de taxatiebranche? Zo ja, wilt u dat motiveren?
Zo nee, bent u bereid meer regie te voeren en regulering naar u toe te trekken?
Vraag 7
Bent u van mening dat de bureauwaardering en de desktoptaxatie voldoen aan de EBA
richtlijnen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
H. Nijboer, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.