Schriftelijke vragen : Het opsporen van gestolen kunst
Vragen van de leden Van der Werf en Wuite (beiden D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het opsporen van gestolen kunst (ingezonden 8 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het boek «Tussen Kunst en Cash» van Pieter van Os en Arjen Ribbens?
Vraag 2
Klopt het dat het Team Kunst en Antiek van de Landelijke Eenheid slechts zeven fte
telt? Zo nee, hoeveel zijn het er dan?
Vraag 3
Bent u van mening dat het Team Kunst en Antiek op dit moment haar taken en verantwoordelijkheden
voldoende kan uitvoeren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat het Team Kunst en Antiek vaak samenwerkt met een privédetective
omdat deze soms effectiever kan opereren dan het Team zelf?
Vraag 5
Klopt het dat er voor daadwerkelijk onderzoek naar gestolen kunst eigenlijk geen capaciteit
is? Kunt u aangeven welke taken het Team Kunst en Antiek nu moet laten liggen vanwege
beperkte of gebrek aan capaciteit?
Vraag 6
Kunt u cijfers verschaffen wat de (gemiddelde) pakkans is bij kunstdiefstal? Hoe beoordeelt
u deze cijfers?
Vraag 7
Hoe vaak wordt de dader van een kunstdiefstal ook daadwerkelijk aansprakelijk gesteld
voor de geleden schade?
Vraag 8
Welke verbeteringen ziet u bij de opsporing en berechting van kunstdiefstal?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Hanneke van der Werf, Kamerlid -
Medeindiener
J. Wuite, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.