Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Spanning in de klas: verdwijnen controversiële thema’s van het lesrooster?’
Vragen van het lid Paul (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Spanning in de klas: verdwijnen controversiële thema’s van het lesrooster?» (ingezonden 4 juni 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Spanning in de klas: verdwijnen controversiële thema’s van het lesrooster»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitkomsten van een enquête van de Vereniging docenten in Geschiedenis
en staatsinrichting in Nederland (VGN) en de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer
(NVLM), dat een deel van de Nederlandse docenten geschiedenis en maatschappijleer
«voorzichtiger» zijn geworden in het behandelen van «controversiële» onderwerpen in
hun klas?
Vraag 3
Bent u het met de schrijver van het artikel eens dat de enquête van de VGN en NVLM
een «inkijkje geven in een wereld waar we nog weinig van weten»? Wanneer heeft u voor
het laatst grondig onderzoek gedaan naar de twijfels en angsten bij leraren om openlijk
over «lastige» onderwerpen in de klas te praten en bent u bereid hier op korte termijn
onderzoek naar te doen?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de vier belangrijke knelpunten genoemd in het artikel als het
gaat om de worsteling van leraren met het bespreken van controversiële onderwerpen
in de klas? Kunt u deze reactie uitsplitsen per genoemd knelpunt uit het artikel?
Vraag 5
Herkent u het beeld dat slechts een kwart van de leraren naar eigen zeggen door de
schoolleiding werd gestimuleerd om de moord van de Franse leraar Samuel Paty te bespreken
met hun leerlingen? En dat zelfs op enkele scholen door de schoolleiding dit actief
werd afgeraden? Zo ja, welke stappen heeft u concreet gezet om dit te adresseren en
de situatie voor leraren te verbeteren?
Vraag 6
Herkent u het beeld dat er momenteel binnen lerarenopleidingen het burgerschapsonderwijs
nog te beperkt aan bod komt? En op welke manier wordt er binnen bijscholing voor leraren
aandacht geschonken aan de behandeling van de burgerschapsopdracht, aangezien het
artikel stelt dat in de jaren negentig van de vorige eeuw het überhaupt niet ging
over burgerschapsonderwijs binnen de lerarenopleiding?
Vraag 7
Wat is de huidige stand van zaken over de toezegging gedaan tijdens het wetgevingsoverleg
Burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs d.d. 9 november 20202 met betrekking tot de eisen die inmiddels zijn gesteld binnen het curriculum van
lerarenopleidingen, als het gaat om burgerschapsopdracht een verplicht onderdeel te
laten zijn van de lerarenopleiding en waarbij toekomstige leraren specifiek handvatten
meekrijgen om ogenschijnlijk moeilijke maatschappelijke thema’s in de lessen te kunnen
bespreken? Welke stappen zijn er sinds die toezegging gezet om toekomstige leraren
hiervoor beter op te leiden?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat het bespreken van zogenaamde controversiële
onderwerpen in de klas lijkt te verdwijnen, terwijl de wereld er niet minder controversieel
op wordt? En dat de schoolklas bij uitstek een plek hoort te zijn waarbij leerlingen
en leraren vrij deze thema’s moeten kunnen bediscussiëren? Zo ja, op welke concrete
manier gaat u leraren ondersteunen zodat zij vrij en zonder angst voor intimidatie
en geweld hierin hun vak kunnen uitoefenen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.