Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Kent en Alkaya over het bericht dat ProRail Spoorwerkers jarenlang heeft blootgesteld aan kankerverwekkend kwartsstof
Vragen van de leden Van Kent en Alkaya (beiden SP) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat ProRail Spoorwerkers jarenlang heeft blootgesteld aan kankerverwekkend kwartsstof (ingezonden 9 april 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van Staatssecretaris
Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 31 mei 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2530.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat ProRail spoorwerkers jarenlang blootgesteld heeft
aan kankerverwekkend kwartsstof?1 Bent u ook bekend met het in dit artikel genoemde rapport van TNO?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Sinds wanneer bent u op de hoogte dat deze betreffende stenen kankerverwekkend kunnen
zijn?
Antwoord 2
Het is belangrijk om aan te geven dat de betreffende stenen op zichzelf niet kankerverwekkend
zijn. Als stenen kristallijne kwarts bevatten kan deze bij bepaalde bewerkingen als
respirabele stof vrijkomen. Dit zijn hele kleine deeltjes die tot diep in de longen
(in de kleine longblaasjes) kunnen komen. Dit gedeelte van de vrijkomende stof is
geclassificeerd als kankerverwekkend. De gevaren van deze kwartsstof zijn in het algemeen
al jaren bekend.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op grond van een advies
van de Gezondheidsraad uit 1992 een wettelijke grenswaarde ingevoerd van 0.075 mg/m3 lucht voor respirabel kristallijn kwartsstof. In het betreffende advies wordt respirabel
kristallijne silica (waartoe kwartsstof behoort) al kankerverwekkend genoemd en in
1998 heeft de Gezondheidsraad dit in een apart rapport bevestigd.
Vraag 3
Hoe kan het dat de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW) hier niet eerder
van op de hoogte was en heeft ingegrepen terwijl dit probleem al tien jaar speelt?
Antwoord 3
De Inspectie heeft in 2008 geconstateerd dat het arbeidsrisico blootstelling aan kwartsstof
onvoldoende wordt beheerst op het spoor. Naar aanleiding van de inspecties in 2008
heeft de branche blootstellingsonderzoek laten uitvoeren en zijn goede maatregelen
rond kwartsstof opgenomen in de Arbocatalogus Railinfra (bijv. om nat te werken).
Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van de werkgever maar ook van ProRail als
opdrachtgever om de maatregelen in de Arbocatalogus uit te voeren en er ook op toe
te zien dat dit in de praktijk gebeurt.
De inzet van de Inspectie SZW gebeurt risico-gestuurd (zie ook het antwoord op vraag
4) en is daarnaast ook afhankelijk van meldingen of klachten en andere signalen die
binnenkomen. Sinds 2010 zijn geen meldingen ontvangen vanuit deze sector. Eénmaal
(in 2017) is een project stilgelegd omdat werd vastgesteld dat er sprake was van teveel
stofontwikkeling, zonder dat een kwartsstof-blootstellingsbeoordeling had plaatsgevonden.
Dit werd vastgesteld bij een controle naar aanleiding van een milieuklacht gericht
op een bedrijf vlak bij het spoor.
Vraag 4
Welke andere signalen zijn er dat de ISZW over te weinig mensen en middelen beschikt?
Waarom heeft u dit tekort niet eerder aangekaart? Wat gaat u doen om de ISZW slagkrachtig
te maken zodat zij kunnen waken voor de veiligheid van werkenden in Nederland?
Antwoord 4
In het regeerakkoord zijn extra middelen toegekend voor de Inspectie SZW, waaronder
om specifiek het toezicht op gezond en veilig werk en dus ook gevaarlijke stoffen
te versterken. De capaciteit van de Inspectie is afgelopen jaren dan ook uitgebreid.
Deze uitbreiding van capaciteit zet de Inspectie SZW risicogestuurd in om zoveel mogelijk
effect te bereiken. De Inspectie SZW voert hiertoe periodiek een Inspectiebrede Risicoanalyse
en een Omgevingsanalyse uit, en investeert sinds enkele jaren sterk in de doorontwikkeling
van het Informatiegestuurd Werken. Omdat veel bedrijven te weinig kennis hebben van
gevaarlijke stoffen zet de Inspectie ook in op het informeren en het vergroten van
het bewustzijn over de risico’s. Het is niet haalbaar om bij alle 100.000 bedrijven
die werken met gevaarlijke stoffen een inspecteur op de werkvloer te laten controleren.
Het is en blijft de verantwoordelijkheid van de werkgever en de opdrachtgever om aan
de wetgeving te voldoen.
Vraag 5
Wat vindt u er van dat ProRail al minstens tien jaar op de hoogte was van deze gevaren
voor de gezondheid van hun werknemers, maar niet ingreep?
Antwoord 5
Spoorwerkers moeten gezond en veilig hun werk kunnen doen. Daarom heeft ProRail in
nauwe afstemming met de Stichting Rail Alert (voorheen de Stichting Arbeidsomstandigheden
en Spoorwegveiligheid) en met de aannemers diverse maatregelen genomen om stofvorming
bij het werken met ballast en de gevaren daarvan te verminderen. Zo is mede naar aanleiding
van een onderzoek van bureau Blauw uit 20102 een Arbocatalogus opgesteld waarin concrete maatregelen zijn beschreven voor alle
werkzaamheden waarbij risico op blootstelling aan fijn- en kwartsstof bestaat. Dit
betreft onder meer het wassen en besproeien van ballast en waar nodig het verplicht
gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. In dit kader heeft ProRail samen met
de aannemers geïnvesteerd in de zogeheten StofArmLosTrein (SALT). Die trein zorgt
ervoor dat ballast wordt bewaterd terwijl het wordt gestort.
In de uitzending van Zembla zijn beelden te zien van situaties waarin stofwolken ontstaan
en werknemers geen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. ProRail en de aannemers
erkennen dat de zorgplicht op dit punt beter nagekomen had moeten worden. Zij hebben
inmiddels een verbetertraject in gang gezet door werknemers opnieuw te wijzen op de
collectieve, technische en persoonlijke beschermingsmiddelen die zij moeten gebruiken.
ProRail heeft ook aangegeven er strenger op toe te zien dat de aannemers zich aan
hun verantwoordelijkheden voor het eigen personeel houden.
In het onderzoek van bureau Blauw uit 20103 wordt geadviseerd om voor de lange termijn ook te zoeken naar ander materiaal, zoals
ballast met een laag kwartsgehalte. Adviesbureau 4Infra concludeert in 20184 expliciet dat niet aan de Arbowet voldaan wordt ten aanzien van bronbeleid. Onderzoek
naar mogelijke alternatieve ballaststenen is nu gaande en wordt in opdracht van ProRail
uitgevoerd door TNO5.
Vraag 6
Kunt u een overzicht aan de Kamer laten toekomen van alle punten waarop deze gedraging
van ProRail de Arbowet en specifiek ook de zorgplicht schendt?
Antwoord 6
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het naleven van de Arbowet en -regelgeving en
de daarin vervatte plichten voor de werkgever. Dit betekent dat ProRail onder andere
in zijn Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) dat overzicht in beeld moet hebben
met een plan van aanpak. De Inspectie SZW controleert of werkgevers zich houden aan
de verschillende wetten, besluiten en regelingen op het terrein van arbeid. De Inspectie
SZW is een onderzoek gestart naar de naleving door ProRail in haar rol als werkgever
en als opdrachtgever en is met ProRail in gesprek over verbeteringen in het veiligheids-
en gezondheidsbeleid van ProRail. Daarbij is onder andere gevraagd te komen met een
verbeterplan waarin ProRail vanuit de verantwoordelijkheid als opdrachtgever de noodzakelijke
beheersmaatregelen moet aangeven en hoe zij stuurt op de toepassing daarvan door de
betrokken organisatieonderdelen en (onder)aannemers. Daarbij moet specifiek aandacht
zijn voor de meer directe verplichtingen uit het Arbobesluit, zoals het doen van een
volledig blootstellingsonderzoek, het onderbouwen waarom vervanging van kwartshoudend
steen nog niet mogelijk is, het daadwerkelijk vervangen waar mogelijk, en het treffen
van maatregelen om de blootstelling zo laag mogelijk te houden. Dit omvat ook het
voorschrijven van een veilige werkmethode en het er op toezien dat deze wordt toegepast.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er consequenties moeten zijn voor het jarenlang bewust toestaan
van deze grote risico’s voor werknemers? Of vindt u het normaal dat «als je groot
en sterk bent je in Nederland blijkbaar jarenlang de wet kunt overtreden»?
Antwoord 7
Het is belangrijk dat arboregels die gelden bij werkzaamheden aan infrastructuur worden
nageleefd. Die regels gelden niet voor niets, die zijn voor iedere werkgever danwel
opdrachtgever of deze nu groot of klein is: mensen moeten gezond en veilig kunnen
werken. Het is aan de werkgever en de opdrachtgever om daar zorg voor te dragen. De
Inspectie SZW ziet toe op naleving van de Arbowetgeving. Zij doet dit risicogericht.
Als de Inspectie een overtreding constateert zal er handhavend worden opgetreden.
Er is wat dit betreft geen onderscheid tussen grote en kleine bedrijven.
Vraag 8
Deelt u de mening dat doorgeslagen privatiseringen in het verleden mede ten grondslag
liggen aan dit gedrag door ProRail, waarbij de cultuur en focus verschoven zijn naar
het winstoogmerk en kostenbesparingen in plaats van het collectief belang en de gezondheid
van werkenden centraal te stellen?
Antwoord 8
ProRail heeft niet de doelstelling om winst te maken. Desalniettemin is de regering
van mening dat bij een publieke taak, hoofdzakelijk bekostigd uit publieke middelen
(jaarlijks zo’n 2 miljard euro), een publiekrechtelijke rechtsvorm en een daarop toegespitst
sturings- en verantwoordings-instrumentarium horen. Er ligt dan ook een wetsvoorstel
in uw Kamer tot wijziging van de Spoorwegwet waarmee ProRail wordt omgevormd tot een
publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Overigens gelden de bepalingen
uit de Arbowet ten aanzien van gezond en veilig werken onverkort voor zowel publieke
als private werkgevers.
Vraag 9
Wat gaat u doen om te garanderen dat de slachtoffers van dit schandaal gecompenseerd
gaan worden? Hoe en wanneer gaat u dit in kaart brengen?
Antwoord 9
Als eerste geldt dat de werkgever verantwoordelijk is voor eventueel geleden schade.
Dat is ook hier het geval. Werkgevers en werknemers zullen hierover met elkaar in
gesprek moeten gaan.
Omdat het schadeverhaal bij beroepsziekten via het aansprakelijkheidsrecht voor werkenden
complex is – het vaststellen van de oorzaak van de schade is vaak ingewikkeld en de
schadeafhandeling is daardoor tijdrovend en kostbaar – heeft het Ministerie van SZW
de commissie Heerts gevraagd advies uit te brengen over een betere organisatie van
het proces van schadeafhandeling bij beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke
stoffen. Naar aanleiding daarvan werkt het Ministerie van SZW aan een tegemoetkomingsregeling
voor slachtoffers van ernstige beroepsziekten veroorzaakt door blootstelling aan gevaarlijke
stoffen. Het streven is er op gericht dat de regeling op 1 juli 2022 in werking treedt.
De regeling voorziet in erkenning en tegemoetkoming voor (ex)werknemers die een ernstige
beroepsziekte hebben opgelopen als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
In juni wordt een voortgangsbrief naar de Kamer gestuurd over deze regeling. Deze
tegemoetkoming komt niet in de plaats van een eventuele schadeloosstelling door de
werkgever; de weg naar schadeverhaal door de werknemer blijft bestaan.
Vraag 10
Wat gaat u doen om deze gevaarlijk situatie voor werkenden nu onmiddellijk te laten
oplossen door ProRail? Deelt u de mening dat werknemers geen dag langer in gevaarlijke
omstandigheden dienen te werken?
Antwoord 10
Uit een onderzoek van bureau Blauw (2010)6 valt op te maken dat bij correct gebruik van adequate adembeschermingsmiddelen voor
alle onderzochte werkplekken de blootstelling voor respirabel kwartsstof onder de
wettelijke grenswaarde ligt. Daaruit kan worden opgemaakt dat er in dat geval geen
overschrijding plaatsvindt. Daarbij moeten de werkgevers deze persoonlijke beschermingsmaatregelen
ter beschikking stellen en erop toezien dat ze (goed) worden gebruikt. Wel is het
zo, dat het gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen als laatste maatregel geldt
en dus niet ter vervanging van maatregelen die hoger staan in de arbeidshygiënische
strategie, zoals nat werken zoals genoemd in de eigen Arbocatalogus.
Als opdrachtgever van de bouwwerkzaamheden moet ProRail erop toezien dat de aannemers
de werkzaamheden conform de richtlijnen en maatregelen uit de Arbocatalogus uitvoeren.
ProRail heeft naar aanleiding van de situaties die Zembla heeft getoond aangegeven
er met onmiddellijke ingang strenger op toe te zien dat de aannemers zich aan hun
verantwoordelijkheden voor het eigen personeel houden. Dit wil overigens niet zeggen
dat ProRail hiermee aan alle Arboregels voldoet. Bureau 4Infra heeft in 20187 geconcludeerd dat er geen beleid is dat zich richt op het totaal wegnemen van de
gevaarbron (ballast zonder kwartsstof) en expliciet benoemd dat de spoorbranche hiermee
niet aan de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit voldoet. Dit was voor ProRail aanleiding om TNO onderzoek8 te laten doen naar mogelijke alternatieve ballast steensoorten. Het is aan de Inspectie
SZW om vast te stellen op welke punten ProRail wel of niet aan de Arbowet- en regelgeving
voldoet. De Inspectie is een onderzoek daarnaar gestart. Ik wil niet vooruitlopen
op de uitkomsten van dat onderzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.