Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Michon-Derkzen over het bericht 'Criminelen infiltreren in rederijen in de Rotterdamse haven'
Vragen van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Criminelen infiltreren in rederijen in de Rotterdamse haven» (ingezonden 28 april 2021).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 19 mei 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Criminelen infiltreren in rederijen in de Rotterdamse
haven?»1
Vraag 2
Bent u het met de mening eens dat elke vorm van corruptie in de binnen- en zeevaart
volstrekt ontoelaatbaar is en dat het grondig aangepakt dient te worden?
Vraag 3
Klopt de bevinding van de Zeehavenpolitie dat de corruptie in de Nederlandse havens
zich niet langer beperkt tot de douane? Deelt u het beeld dat uit het NRC-artikel
naar voren komt dat corruptie in de Rotterdamse haven wijdverspreid is? Zo ja, op
basis van welke analyse onderschrijft u dit beeld en kunt u deze tevens delen met
de Kamer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Welke acties neemt u om ondermijning in deze sector aan te pakken, en hoe werkt u
hierin samen met partners als de Rotterdamse haven en de Koninklijke Vereniging van
Nederlandse Reders?
Vraag 5
Kunt u aangeven waaruit de huidige aanpak van corruptie in de Nederlandse havens bestaat,
wat het specifieke beleid van de Nederlandse rederijen is ten aanzien van het opsporen
en aanpakken van corruptie en hoe de samenwerking tussen de Zeehavenpolitie en de
Havenmeester eruit ziet?
Vraag 6
Is bij u bekend wat rederijen doen om de (in het artikel genoemde) «drop off»-methode
te voorkomen? Hoe werken zij hierbij samen met de Nederlandse autoriteiten? Welke
mogelijkheden ziet u voor de rederijen om de aanpak van drugshandel te verbeteren
en welke stappen worden momenteel daartoe genomen? Op welke wijze kan worden gehandeld
richting rederijen die niet actief optreden tegen drugsmokkel en daarin, al dan niet
bewust, faciliterend optreden? Kunt u daarbij zowel ingaan om de «drop off»-methode,
als op andere smokkelmethodes?
Vraag 7
Welke sancties en interventies zijn mogelijk indien rederijen die Nederlandse havens
aandoen niet actief een zerotolerancebeleid voeren tegen drugsmokkel? Hoe vaak zijn
deze sancties ingezet en hoe effectief zijn deze?
Vraag 8
Onder de huidige (privacy-)regelingen is het niet altijd mogelijk om relevante informatie
voor de aanpak van georganiseerde misdaad te delen tussen publieke en private partners;
op welke wijze wordt getracht dit concrete probleem aan te pakken en is het mogelijk
binnen de havens in samenwerkingsverbanden het bestrijden van corruptie en het delen
van informatie mogelijk te maken onder de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden?
Vraag 9
Voor private partners in de logistieke keten is het in de huidige situatie niet mogelijk
om een screening te eisen van derden die tijdelijk, kortdurend toegang moeten verkrijgen
tot hun terreinen, zoals bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs of contractors; bent u
bereid om, met de logistieke keten samen, te bezien hoe een ketenbrede screening of
diepgaande registratie van betrokkenen haalbaar is? Zo ja, kunt u de Kamer voor het
zomerreces informeren over de uitkomst van deze gesprekken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Op welke onderdelen kan de gezamenlijke, Europese aanpak van drugssmokkel langs de
zeehavens geïntensiveerd worden? Welke stappen worden daartoe genomen?
Vraag 11
Kunt u aangeven op welke wijze momenteel, concreet, samengewerkt wordt met havens
in Zuid-Amerika om drugssmokkel tegen te gaan, gezien het feit dat de drugs die in
de Rotterdamse haven worden gevonden, vaak afkomstig zijn uit Zuid-Amerikaanse landen?
Zijn op sleutelplekken, zoals Cartagena in Columbia, inmiddels Nederlandse politiemensen
of douaniers aanwezig die ter plekke kunnen samenwerken met de lokale autoriteiten
om drugshandel tegen te gaan?
Vraag 12
Deelt u het beeld van een HARC-team dat de explosieve groei van drugssmokkel niet bij kan benen? Erkent u de capaciteitsproblemen waar hier tegenaan gelopen
wordt? Welke acties gaat u ondernemen om dit team in staat te stellen hun taak effectief
te vervullen?
Vraag 13
In de zomer van 2019 kwamen onderzoekers van de Erasmus Universiteit tot de conclusie
dat opsporingsdiensten vooral inzetten op het onderscheppen van drugsladingen, waarbij
vervolgonderzoek uitblijft, dat douane, politie en de FIOD niet voldoende informatie
delen en dat de opsporingsdiensten niet genoeg inzage hebben hoe criminele organisaties
opereren; wat is sindsdien met de conclusies uit dit onderzoek gebeurd en welke concrete
maatregelen heeft u genomen?
Vraag 14
Kunt u aangeven wat de politieorganisatie nodig heeft om deze corruptie nog effectiever
aan te pakken en welke acties ondernomen worden om dit te realiseren?
Vraag 15
Op welke wijze zal de Wet Versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit
infiltratie van drugscriminelen in rederijen tegen kunnen gaan?
Vraag 16
Kunt u deze vragen, gezien de urgentie van een effectieve aanpak van drugscriminelen,
uiterlijk binnen de gestelde termijn beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat dat de
schriftelijke vragen van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Michon-Derkzen (beiden VVD),
van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Criminelen
infiltreren in rederijen in de Rotterdamse haven» (ingezonden 28 april 2021) niet
binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle
benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.