Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over registratie etniciteit universitair personeel
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over registratie etniciteit universitair personeel (ingezonden 14 april 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 18 mei 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2555.
Vraag 1
Bent u bekend met de «Barometer Culturele Diversiteit» van het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS)?
Antwoord 1
Ja. Het kabinet heeft, mede op verzoek van uw Kamer, het door de SER gegeven advies
«Diversiteit in de Top, Tijd voor Versnelling» integraal overgenomen1 en daarmee de toezegging gedaan om de in dat advies aanbevolen Barometer Culturele
Diversiteit mogelijk te maken. Daarmee wordt voorzien in de bij werkgevers aanwezige
behoefte om de meetbaarheid van culturele diversiteit in het personeelsbestand te
verbeteren, zonder dat individuen herkenbaar zijn in de cijfers. Op verzoek van Minister
Koolmees, waarover de Kamer is ingelicht op 14 mei 20202, is deze Barometer Culturele Diversiteit vanaf 1 juli 2020 beschikbaar.
Vraag 2
Welke achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, et cetera) maken onderdeel uit van
deze barometer? Kunt u de Kamer de vragenlijst sturen die het CBS hiervoor hanteert?
Antwoord 2
De Barometer Culturele Diversiteit werkt niet met tot het individu herleidbare persoonskenmerken.
Er is ook geen sprake van een vragenlijst.
Als input van de Barometer Culturele Diversiteit wordt gewerkt met reeds bij het CBS
en de aanvragende werkgever aanwezige gegevens, zoals omschreven in mijn brief aan
de Tweede Kamer van 14 mei 20203 en in het antwoord op uw vragen 4 en 5.
Ter illustratie een dummy-output van de Barometer Culturele Diversiteit:
Migratieachtergrond werknemers – dummy
Totaal
Migratieachtergrond
Nederlandse achtergrond
personen met migratieachtergrond
westerse migratieachtergrond
niet-westerse migratieachtergrond
Totaal
100
65
10
25
Organisatieonderdeel
A
100
81
10
10
B
100
73
13
14
C
100
79
12
8
D
100
30
11
59
Vraag 3
Is «etniciteit» één van deze achtergrondmerken? Hoe wordt door het CBS «etniciteit»
gedefinieerd en geoperationaliseerd voor deze Barometer? Is dat op basis van, zoals
gebruikelijk bij het CBS, migratieachtergrond?
Antwoord 3
Het doel van de Barometer Culturele Diversiteit is om, voor werkgevers die dat willen,
de meetbaarheid van culturele diversiteit in het personeelsbestand te verbeteren,
zonder dat individuen herkenbaar zijn in de cijfers. Daarbij wordt «culturele diversiteit»
geoperationaliseerd in lijn met de daarvoor tot op heden gebruikelijke definities
van migratieachtergrond bij het CBS, waarin «Nederlandse achtergrond», «westerse migratieachtergrond»
en «niet-westerse migratieachtergrond» worden onderscheiden4.
Het CBS is overigens bezig met een heroverweging van de indeling in «westerse migratieachtergrond»
en «niet-westerse migratieachtergrond»5; te zijner tijd komt er een andere indeling.
De Barometer Culturele Diversiteit geeft als output inzicht in de verdeling van migratieachtergrond
op het niveau van een groep van voldoende omvang (bijvoorbeeld een afdeling, of salarisschaal,
van minimaal 250 personen).
Vraag 4
Op basis van welk gegevensbestand zijn universiteiten in staat de etniciteit (d.w.z.
migratieachtergrond) van hun personeelsbestand in te schatten?6 Wordt aan alle medewerkers van universiteiten (standaard) gevraagd waar zijzelf en
hun ouders geboren zijn of wat hun etniciteit is? Moeten alle medewerkers deze vragen
beantwoorden?
Antwoord 4
De insteek van de Barometer Culturele Diversiteit is om werkgevers een meetwijze voor
culturele diversiteit in hun organisatie te bieden, waarbij het niet nodig is om de
migratieachtergrond van individuele medewerkers te registreren. Het is evenmin mogelijk
om uit de Barometer Culturele Diversiteit af te leiden wat de migratieachtergrond
van een individuele werknemer is.
De informatie die het CBS gebruikt voor de Barometer Culturele Diversiteit, is dezelfde
als die is vastgelegd in de Basisregistratie Personen.
U verwijst naar enkele universiteiten die interesse hebben getoond in het voor hun
organisatie aanvragen van de Barometer Culturele Diversiteit. Medewerkers hoeven,
in lijn met het antwoord op uw vraag 2, in het kader van de Barometer Culturele Diversiteit
geen vragen te beantwoorden. Universiteiten bevestigen desgevraagd dat er geen informatie
over etniciteit of migratieachtergrond uitgevraagd, verzameld, bijgehouden of geregistreerd
wordt in de personeelsadministratie van de universiteiten.
Daarnaast worden door deze universiteiten voor de Barometer Culturele Diversiteit
uitsluitend gegevens met het CBS gedeeld van medewerkers die daartegen geen bezwaar
hebben geuit. Met het oog op het voornemen van deze instellingen om deel te nemen
aan de Barometer Culturele Diversiteit, hebben medewerkers individueel een e-mail
ontvangen met een toelichting op het doel van het delen van deze gegevens, de rechten
van de medewerkers en hoe zij daarvan gebruik kunnen maken. Medewerkers kunnen vervolgens
door middel van een e-mail, zonder dat hierbij om onderbouwing wordt gevraagd, kenbaar
maken dat zij niet deel willen nemen aan het onderzoek. De gegevens van deze medewerkers
worden dan niet gedeeld met het CBS.
Vraag 5
Zo nee, hoe zijn universiteiten dan in staat zelf een correcte inschatting hiervan
te maken voor de «Barometer Culturele Diversiteit» van het CBS?
Antwoord 5
Werkgevers die de Barometer Culturele Diversiteit afnemen, maken een dergelijke inschatting
niet. De deelnemende universiteiten geven aan dat zij voor gebruik in de Barometer
Culturele Diversiteit de volgende personeelsgegevens aan het CBS verstrekken: geboortedatum,
geslacht, postcode, huisnummer, huisnummer toevoeging, faculteit/dienst, functie (groepen),
salarisschaal, en dienstverband van de medewerkers.
Na ontvangst verwijdert het CBS de direct identificerende gegevens en vervangt deze
door een betekenisloos pseudoniem. Op basis hiervan leidt het CBS uit andere, eveneens
gepseudonimiseerde, data uit de Basisregistratie Personen de migratieachtergrond7 af. Vervolgens maakt het CBS hiervan een (niet tot een individu herleidbare) geaggregeerde
tabel (zie voor een voorbeeld het antwoord op uw vraag 2).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.