Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over het onrechtmatig doden van konikpaarden en heckrunderen in de Oostvaardersplassen
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het onrechtmatig doden van konikpaarden en heckrunderen in de Oostvaardersplassen (ingezonden 23 april 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 12 mei
2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Grote grazers Oostvaardersplassen zonder vergunning doodgeschoten»?1
Antwoord 1
Ja, ik ken dit bericht.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat de provincie Flevoland in de afgelopen jaren herhaaldelijk
in de fout ging waardoor honderden dieren onrechtmatig zijn gedood? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, kunt u een overzicht delen met de Kamer?
Antwoord 2
Er zijn in de afgelopen jaren meerdere procedures geweest inzake het beheer van de
edelherten in de Oostvaardersplassen. In alle gevallen waar het ging om het doden
van dieren, is het afschot gelijk stil gelegd als dit door het bevoegd gezag of de
rechter is gevraagd. In september 2020 is door de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State geoordeeld dat gedeputeerde staten van de Provincie Flevoland voldoende
onderbouwd hebben dat het afschieten van edelherten noodzakelijk is voor de bescherming
van de flora en fauna in het gebied en dat het afschot daarmee rechtmatig is2. Recent is deze uitspraak bevestigd door de rechtbank Midden-Nederland wat betreft
de ontheffing en vergunning voor het afschot van edelherten in het kader van het Faunabeheerplan
Flevoland 2019–20233. Tegen deze achtergrond zie ik geen aanwijzingen dat het beheer van edelherten in
de Oostvaardersplassen onrechtmatig zou zijn.
In het bericht waar naar verwezen wordt gaat het om het afschot van konikpaarden en
heckrunderen. De konikpaarden en de heckrunderen in de Oostvaardersplassen zijn juridisch
gezien verwilderde dieren die niet vallen onder de beschermingsregimes voor soorten
op grond van de Wet natuurbescherming. Het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen
komt voort uit het beleidskader beheer Oostvaardersplassen van de provincie Flevoland
en is tevens opgenomen in het Faunabeheerplan Flevoland 2019–2023. Het verminderen
van het aantal heckrunderen en paarden past daarbinnen. Omdat heckrunderen en konikpaarden
geen beschermde diersoorten zijn in de zin van de Wet natuurbescherming, is er op
grond van de Wet natuurbescherming geen aparte toestemming (ontheffing of opdracht)
nodig voor het doden van deze dieren.
De heckrunderen en konikpaarden zijn niet onrechtmatig gedood. Naar aanleiding van
een handhavingsverzoek is wel gebleken dat er geen toestemming was verleend voor het
gebruik van het geweer met (geluid)demper.
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat er meerdere rechters in de afgelopen jaren ontheffingen/vergunningen
voor het afschot of de verjaging van dieren in de provincie Flevoland hebben vernietigd?
Antwoord 3
Op grond van de Wet natuurbescherming zijn gedeputeerde staten van de provincies bevoegd
gezag voor het verlenen van ontheffingen voor het beheer van soorten. Ik vertrouw
erop dat de provincies hierin zorgvuldig handelen. Het is niet mijn rol om alle procedures
waarbij provincies betrokken zijn te volgen. Gedeputeerde staten leggen primair verantwoording
af aan provinciale staten van de betrokken provincie.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat de provincie Flevoland meerdere keren de ontheffing/vergunning
voor het doden dan wel verjagen van dieren heeft moeten intrekken na bezwaarprocedures
bij de commissie bezwaar en beroep?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat de provincie Flevoland meermaals vergunningen/ontheffingen
heeft verstrekt voor het doden en/of verjagen van dieren waarbij er direct is overgegaan
op uitvoering, zonder te wachten op een bezwaarperiode, waardoor na een bezwaarperiode
is gebleken dat er al dieren gedood zijn die nooit gedood hadden mogen worden? Zo
ja, hoe beoordeelt u deze gang van zaken?
Antwoord 5
Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven is het niet mijn rol om alle procedures
in de provincies te volgen. Ik ga er van uit dat de provincies zorgvuldig werken.
Ik constateer dat in alle gevallen die de Oostvaardersplassen betreffen het populatiebeheer
van de grote grazers stil is gelegd op het moment dat daarom werd verzocht door de
Omgevingsdienst t.a.v. een handhavingsverzoek of de rechtbank t.a.v. een voorlopige
voorziening.
Vraag 6
Bent u van mening dat het doden van dieren een zeer zwaar middel is en dat van de
overheid verwacht mag worden dat er uiterst zorgvuldig wordt omgesprongen met de verstrekking
van de vergunningen of ontheffingen om dieren te doden dan wel te verjagen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Bij het geven van een vrijstelling dan wel het verstrekken van een ontheffing of opdracht
om dieren te doden door het bevoegd gezag dient altijd zorgvuldig te worden gehandeld.
Vraag 7
Bent u van mening dat voorkomen moet worden dat dieren het slachtoffer worden van
onzorgvuldig handelen door provinciale overheden? Zo ja, hoe beoordeelt u de situatie
in de provincie Flevoland?
Antwoord 7
Ik ben me ervan bewust dat de meningen over het beheer van grote grazers in de Oostvaardersplassen
sterk uiteenlopen. Ik ben van mening dat de provincie Flevoland hierin zorgvuldig
handelt. Het terugbrengen van het aantal grote grazers in de Oostvaardersplassen komt
voort uit het beleidskader beheer Oostvaardersplassen. Dit beleidskader is tot stand
gekomen op basis van het advies van de externe adviescommissie Van Geel. De maatregelen
zijn nodig om de natuurwaarden van het Natura 2000-gebied te herstellen en de biodiversiteit
te vergroten.
Vraag 8
Hoe, wanneer en hoe vaak controleert u provincies op de rechtmatigheid van opdrachten,
ontheffingen en vergunningen die zijn afgegeven met betrekking tot natuur- en faunabeleid?
Antwoord 8
Op grond van de Wet natuurbescherming zijn gedeputeerde staten van de provincies over
het algemeen bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffingen. Bij het beoordelen
en verlenen van ontheffingen toetst gedeputeerde staten of voldaan is aan de eisen
op grond van de Wet natuurbescherming. Het gaat hier om wettelijke taken voor de uitoefening
waarvan gedeputeerde staten een eigen verantwoordelijkheid dragen en waarover zij
primair verantwoording afleggen aan provinciale staten. Tegen de beslissingen van
gedeputeerde staten staat beroep open bij de bestuursrechter. Het Rijk heeft niet
de rol stelselmatig individuele provinciale besluiten te controleren.
Vraag 9
Heeft u de provincie Flevoland gecontroleerd met betrekking tot deze specifieke casus?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was uw conclusie?
Antwoord 9
Gedeputeerde staten van Flevoland zijn al vele jaren het bevoegd gezag voor het verlenen
van ontheffingen en opdrachten tot populatiebeheer in de Oostvaardersplassen. Bij
het beoordelen en verlenen van ontheffingen en opdrachten toetst gedeputeerde staten
of voldaan is aan de eisen op grond van de Wet natuurbescherming. Er is geen aanleiding
ook hier anders mee om te gaan dan bij andere provincies. Ik heb er vertrouwen in
dat de provincie Flevoland zorgvuldig te werk gaat en dat de basis voor het afschot
op een goede manier geregeld wordt.
Vraag 10
Op welke juridische basis was besloten dat het rechtmatig was om gezonde konikpaarden
en heckrunderen in de Oostvaardersplassen te doden? Op welke juridische basis was
dit niet correct?
Antwoord 10
Het verminderen van het aantal heckrunderen en konikpaarden komt voort uit het beleidskader
beheer Oostvaardersplassen. Omdat heckrunderen en konikpaarden geen beschermde diersoorten
zijn in de zin van de Wet natuurbescherming, is er op grond van de Wet natuurbescherming
geen toestemming (ontheffing of opdracht) nodig voor het doden van deze dieren. De
dieren zijn dus niet onrechtmatig gedood.
Een handhavingsverzoek bracht aan het licht dat er geen toestemming was verleend voor
het gebruik van het geweer met (geluid)demper. Omdat toestemming voor het gebruik
van het geweer met (geluid)demper alleen gekoppeld kan worden aan een ontheffing of
een opdracht en de Wet natuurbescherming geen mogelijkheden biedt voor het verstrekken
van een ontheffing voor een niet-beschermde diersoort, kan toestemming voor het gebruik
van het geweer met (geluid)demper alleen in combinatie met een opdracht van gedeputeerde
staten (GS) aan Staatsbosbeheer voor het beheer van de populaties van de konikpaarden
en heckrunderen.
Voor de edelherten is een ontheffing van kracht die nodig is omdat het edelhert een
beschermde diersoort is die niet zonder ontheffing of opdracht mag worden gedood.
In deze ontheffing is ook toestemming gegeven voor het gebruik van het geweer met
demper.
Om heckrunderen en/of konikpaarden te mogen afschieten met een geweer met (geluid)demper
in het geval van een kreupel of ziek dier en om heckrunderen te mogen afschieten in
het kader van het beheer van de populatie in het gebied, moet Staatsbosbeheer toestemming
hebben voor het gebruik van deze middelen op grond van de Wet natuurbescherming op
basis van een opdracht van gedeputeerde staten aan Staatsbosbeheer voor het beheer
van de populaties van deze dieren. Deze opdracht is inmiddels verstrekt.
Vraag 11
Wat zijn de juridische gevolgen voor de provincie Flevoland en voor Staatsbosbeheer?
Antwoord 11
Een bij de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek (OFGV) ingediend handhavingsverzoek
is door de OFGV afgewezen omdat Staatsbosbeheer heeft toegezegd geen gezonde heckrunderen
te zullen afschieten totdat daarvoor een opdracht is verleend door de provincie en
omdat er een concreet zicht op legalisatie was. De Provincie heeft inmiddels een opdracht
op grond van de Wet natuurbescherming aan Staatsbosbeheer gegeven, waarmee toestemming
wordt gegeven om de heckrunderen en konikpaarden te doden met gebruikmaking van het
geweer met geluiddemper. De situatie is daarmee gelegaliseerd.
Vraag 12
Welke consequenties verbindt u aan het stelselmatig onrechtmatig doden van dieren
in de provincie Flevoland?
Antwoord 12
Zoals toegelicht in mijn antwoord op vragen 2 en 10 is er geen sprake van het onrechtmatig
doden van dieren.
Vraag 13
Welke gevolgen heeft dit voor de overeenkomst tussen het rijk en het college van gedeputeerde
staten van Flevoland?
Antwoord 13
De overeenkomst tussen het Rijk en het college van gedeputeerde staten heeft geen
betrekking op de bevoegdheden tot het verlenen van ontheffingen, opdrachten of toestemmingen
om van het geweer gebruik te maken.
Vraag 14
Wilt u deze vragen één voor één en binnen de gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 14
Dat heb ik hierbij gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.