Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht 'Nederland liep kans op miljoenen Oxford-vaccins mis'
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Nederland liep kans op miljoenen Oxford-vaccins mis» (ingezonden 31 maart 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 mei
2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Nederland liep kans op miljoenen Oxford-vaccins
mis»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel. En ik wil de context graag toelichten.
Ik herken mij niet in de titel van het bericht waaraan u refereert. Nederland is geen
«Oxford» vaccins misgelopen. Het kabinet heeft ervoor gekozen om niet unilateraal,
maar in samenwerking grote hoeveelheden van meerdere vaccins in te kopen, waaronder
het Oxford-vaccin. Namelijk via Advanced Purchase Agreement (APA) via de Europese
Commissie (EC). Dit betekent dat we upfront de farmaceuten waar een APA mee is afgesloten
al zijn gaan financieren ten behoeve van een divers portfolio. Nederland heeft daarbij
samen met Duitsland, Frankrijk en Italië het initiatief genomen tot The Inclusive
Vaccine Alliance (TIVA). Dit samenwerkingsverband ontstond in mei 2020, met een officiële
aftrap op 3 juni 2020 en richtte zich op het verwerven van genoeg vaccins voor alle
EU-lidstaten. In mijn brief van 3 juni 2020 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd2. De door deze alliantie gevoerde gesprekken leidde op 13 juni 2020 tot afspraken
met AstraZeneca over afname van het Oxford vaccin (300 mln dosis, met een meeroptie
van 100 mln).
De inkoop van vaccins is daaropvolgend gezamenlijk vormgegeven met de Europese Commissie,
en ook de andere EU-lidstaten, welke de door TIVA gemaakte afspraken heeft overgenomen.
In mijn brief aan uw Kamer van 24 juni 2020 heb ik u daarover geïnformeerd3. Daarnaast zijn in de periode daarna ook met andere vaccin leveranciers inkoopafspraken
gemaakt in EU verband, waarbij Nederland naar rato van het inwonertal een aandeel
verkrijgt.
De gevolgde strategie heeft ertoe geleid dat het kabinet voor Nederland afspraken
voor ruim 80 miljoen dosis van (kandidaat) COVID-19 vaccins heeft gemaakt. Er zijn
verschillende vaccins ingekocht, zowel qua platformtechnologie als bij verschillende
fabrikanten.
De samenwerking tussen AstraZeneca en de Oxford Universiteit omtrent het COVID-19
vaccin4 is op 30 april 2020 aangekondigd. AstraZeneca geeft in het persbericht aan dat zij
verantwoordelijk zal zijn voor de ontwikkeling en wereldwijde productie en distributie
van het vaccin. Het vaccin was in de periode voorafgaand aan de samenwerking ontwikkeld
door het Jenner Institute en Oxford Vaccine Group, aan de Universiteit van Oxford.
Als laatste wil ik aangegeven dat Halix een Contract Manufactering Organisation (CMO)
is. Een CMO is een bedrijf dat in opdracht van meestal een farmaceutisch bedrijf de
werkzame stof maakt en/of de fill & finish verzorgt. Halix doet dit nu in opdracht
van AstraZeneca. Halix maakt alleen de werkzame stof (drug substance). Dit is een
van de vele stappen in de productieketen om te komen tot een vaccin dat geschikt is
om door GGD, huisarts of ziekenhuis toe te dienen. Halix zelf maakt dus niet het vaccin-eindproduct.
Ik ben in de beantwoording van de Kamervragen die het Tweede Kamerlid Bergkamp (D66)
over de vaccinproductie bij Halix en de relatie met de Nederlandse regering hier ook
uitgebreid op ingegaan5.
Vraag 2
Waarom is van deze feiten geen melding gedaan in de beantwoording op vragen van de
leden Hijink en Van Gerven over het bericht «EU erkent: wel degelijk Nederlandse productie
AstraZeneca-vaccin»?6
Antwoord 2
Het is mij niet duidelijk op welke feiten u doelt. Maar in de betreffende antwoorden
op de door u genoemde vragen heb ik de context in het kort geschetst.
Vraag 3
Hoe kan het dat het verzoek tot financiële steun kort na de gesprekken die de Rijksvoorlichtingsdienst
in haar reactie noemt, niet meer nodig was?
Antwoord 3
Op 4 mei 2020 is door medewerkers van het Ministerie van VWS gesproken met Halix.
In dit overleg is vastgesteld dat Halix, als CMO, zelf geen investeringsbehoefte had
vanuit de Nederlandse regering. Dus een investering vanuit de Nederlandse overheid
was in die zin niet nodig. Maar dat mogelijk het Oxford consortium nog wel openstond
voor investeringen vanuit de Nederlandse overheid. Ter herinnering, het nieuws over
de afspraken tussen AstraZeneca en de universiteit van Oxford, dat met haar kandidaat-vaccin
net was gestart met de eerste testen op mensen, was toen een paar dagen oud. Halix
heeft aangeboden Oxford te vragen om een concreet voorstel te doen. Dit voorstel is
er niet gekomen. Contact met Halix op 28 mei 2020 bevestigde dat er geen voorstel
meer zou komen vanuit Oxford.
Door de overeenkomst tussen universiteit van Oxford en AstraZeneca die eind april
2020 was afgesloten, was hier geen behoefte meer aan.
Zie verder tevens mijn beantwoording van vraag 1 over de opgestarte internationale
samenwerking en gemaakte afspraken met AstraZeneca over levering van het Oxford vaccin.
Vraag 4
Waarom heeft u het nagelaten om contact op te nemen met de Universiteit van Oxford,
aangezien het verzoek daar vandaan kwam?
Antwoord 4
Er is gesproken met Halix en (in internationaal verband) met AstraZeneca over het
Oxford vaccin. Er is verder geen concreet verzoek vanuit de Universiteit van Oxford
aan de Nederlandse regering gedaan.
Vraag 5
Klopt het dat Nederland over miljoenen vaccins meer had kunnen beschikken als deze
investering wel was gedaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Nee. Zoals ik ook in de vragen van lid Bergkamp heb beantwoord heeft de Nederlandse
regering voor een andere strategie gekozen om vaccins beschikbaar te krijgen voor
de Nederlandse bevolking. De gevolgde strategie heeft ertoe geleid dat het kabinet
voor Nederland ruim 80 miljoen dosis van (kandidaat) COVID-19 vaccins heeft ingekocht.
Er zijn verschillende vaccins ingekocht, zowel qua platformtechnologie als bij verschillende
fabrikanten. Het Oxford-vaccin is één van de ingekochte vaccins.
Vraag 6
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden, voorafgaand aan het eerstvolgende debat
over de ontwikkelingen van het coronavirus?
Antwoord 6
Dat is helaas niet gelukt. De eerdergenoemde Kamervragen zijn wel voor het debat van
15 april 2021 beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.