Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Alkaya en Leijten over het kinderopvangtoeslagschandaal
Vragen van de leden Alkaya en Leijten (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het kinderopvangtoeslagschandaal (ingezonden 26 april 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
30 april 2021).
Vraag 1 tot en met 4
Wat vindt u ervan dat de zogeheten wettelijke «adempauze» voor de gedupeerde ouders
in het kinderopvangtoeslagschandaal, waardoor sinds februari schuldeisers geen oude
schulden bij ze kunnen innen, na 1 mei afloopt?1
Betekent dit dat gedupeerde ouders met schulden na 1 mei alweer deurwaarders aan hun
deur kunnen verwachten? Zo ja, deelt u de mening dat dit voor hen een voortzetting
van het ongekende onrecht dat hen is aangedaan zal betekenen?
Hoe gaat u voorkomen dat onschuldige slachtoffers de dupe worden van het aflopen van
de adempauze, aangezien nog niet iedereen die recht heeft op compensatie dit al zal
hebben ontvangen op 1 mei, onder andere vanwege een fout door de Belastingdienst?2
Bent u bereid om de wettelijke adempauze met spoed te verlengen?
Antwoord 1 tot en met 4
Het streven is om alle gedupeerde ouders met schulden te helpen en een nieuwe start
te bieden. Zodra bij gedupeerden is vastgesteld dat ze in aanmerking komen voor de
Catshuisregeling en daarmee minimaal € 30.000, wordt het moratorium (de pauzeknop)
vanaf het moment van uitbetaling met 1 jaar verlengd. Hiermee wordt rust en ruimte
gecreëerd om tot een goede afwikkeling van de schulden van de ouders te komen.
Voor ouders waarbij wij na data-analyse en een eventuele handmatige toets (kortweg:
de lichte toets) op dit moment geen reden hebben gevonden dat zij daar recht op hebben
vervalt het moratorium inderdaad op 1 mei. Deze ouders zijn daarover per brief geïnformeerd.
Het moratorium loopt af om te voorkomen dat hun private schulden oplopen gedurende
een langere looptijd van het moratorium. Schuldeisers weten immers niet welke ouders
zich hebben gemeld bij UHT en kunnen gedurende het moratorium nog wel verhogingen
en kosten in rekening brengen. Dit zou de schuldenproblematiek van deze ouders vergroten
terwijl deze ouders mogelijk niet in aanmerking komen voor een schuldenregeling. Wij
moedigen deze ouders aan om naar hun gemeente te gaan voor hulp met hun schulden.
Voor deze ouders geldt dat hun dossier integraal beoordeeld zal worden.
Publieke schulden worden niet geïnd tot de integrale beoordeling. Als bij de integrale
beoordeling blijkt dat iemand alsnog recht heeft op (minimaal) € 30.000, dan zal het
moratorium vanaf het moment van uitbetaling voor de periode van een jaar van toepassing
zijn. Er bestaat daarmee een kans voor enkele ouders in deze laatste groep dat private
schuldeisers tussen 1 mei en het moment van alsnog uitbetalen van € 30.000 (executoriaal)
beslag leggen op hun andere eigendommen.
In het debat van 29 april heb ik hierover ook uitgebreid met uw Kamer gesproken. Omdat
de datum van 1 mei bij het moratorium wettelijk is vastgelegd wil ik voor deze groep
een praktische oplossing zoeken. Dit betekent in ieder geval dat ouders die denken
dat de uitkomst van de lichte toets niet klopt zich kunnen melden bij het «nazorgteam»,
en dat iedereen die nu in een acute probleemsituatie zit versneld in aanmerking kan
komen voor een integrale beoordeling. Als er bij een groep ouders onverhoopt toch
problemen ontstaan door het aflopen van het moratorium, waarbij zij bij integrale
beoordeling wel recht blijken te hebben, dan wil ik hiervoor graag een specifieke
oplossing ontwikkelen. Ik neem dit mee in mijn volgende update die ik in de tweede
helft van mei aan uw Kamer zal zenden.
Het moratorium van één jaar gebruikt Toeslagen om kwijtschelding van publieke schulden
te regelen en een oplossing te vinden voor de private schulden van de ouder en diens
partner. Doordat het moratorium ingaat op het moment van uitbetalen kunnen schuldeisers
in geen enkel geval aanspraak maken op de € 30.000.
Vraag 5
Kunt u deze vragen vóór 1 mei a.s. beantwoorden?
Antwoord 5
Ja dat is gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.