Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries en Aartsen over de steunmaatregelen voor de bruine vloot
Vragen van de leden Aukje de Vries en Aartsen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de steunmaatregelen voor de bruine vloot (ingezonden 16 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 28 april
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2033.
Vraag 1
Herinnert u zich de mondelinge vraag van 26 januari 2021 over de onbeantwoorde schriftelijke
vragen inzake de verdeling van 15 miljoen euro steun voor de bruine vloot (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1450)?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Herinnert u zich dat u toen heeft aangegeven dat u hoopte voor het verkiezingsreces
duidelijkheid over de regeling voor de bruine vloot te kunnen geven, waarvoor sinds
september 2020 15 miljoen euro te wachten ligt? Waarom is het niet gelukt om voor
het verkiezingsreces deze belofte na te komen? Waarom heeft u er niet voor gekozen
de Tweede Kamer in ieder geval minimaal te informeren over de stand van zaken?
Hoe legt u als «dochter van de Zuiderzee», zoals u zelf aangaf, aan ondernemers van
de bruine vloot uit dat er 15 miljoen euro beschikbaar is, terwijl het water de ondernemers
aan de lippen staat, en dat het u nu al zes maanden niet lukt om het voor elkaar te
krijgen om een regeling te presenteren en het geld bij de ondernemers te krijgen?
Wat maakt het zo ingewikkeld en tijdrovend en hoe gaat u het nu eindelijk eens snel
oplossen? Aan welke invulling of uitwerking wordt gedacht en gewerkt voor de regeling
voor de bruine vloot?
Antwoord 2, 3 en 4
Ik heb uw Kamer op 17 februari geïnformeerd over de stand van zaken van de steun aan
de bruine vloot (Kamerstuk 35 420, nr. 231). In deze brief geef ik aan dat er sinds de aankondiging van eind augustus 2020 aanzienlijke
uitbreidingen van het steun- en herstelpakket zijn doorgevoerd die in het voordeel
zijn geweest van ondernemers zoals de bruine vloot schippers. Aangezien de regelingen
in het steun- en herstelpakket en een aanvullende regeling voor de bruine vloot nauwe
samenhang vertonen en er niet tweemaal voor het zelfde doel een subsidie kan worden
verstrekt, wordt er nog aan deze regeling gewerkt. Ik heb in de brief van 17 februari
verder aangegeven dat de regeling voor deze historische zeilschepen eind tweede kwartaal
2021 open zal worden gesteld voor ondernemers.
Vraag 5, 6 en 7
Deelt u de mening dat er niet voor niks 15 miljoen euro beschikbaar is gesteld voor
de bruine vloot en het niet zo kan zijn dat er geld is, maar dat de ondernemers toch
in de problemen komen dan wel omvallen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het belangrijk is dat de ondernemers van de bruine vloot zo
snel mogelijk duidelijkheid krijgen, zeker in deze winterperiode waarin niks wordt
verdiend? Zo nee, waarom niet?
Wanneer kunnen de ondernemers van de bruine vloot nu eindelijk eens duidelijkheid
krijgen? Wanneer kan het geld van de regeling op de rekening van de ondernemers staan?
Antwoord 5, 6 en 7
De bruine vloot-ondernemers met hun historische zeilschepen zijn door de coronacrisis
in het hart getroffen. Het kabinet heeft een generiek pakket aan maatregelen ontwikkeld
waar ook ondernemers met een bruine vloot-schip gebruik van kunnen maken.
Zowel de TOGS als de verruimde TVL lijken voor bruine vloot-schippers goed beschikbaar.
Sinds de start van de crisis in maart vorig jaar is ruim € 23 miljoen euro TOGS/TVL
subsidie is toegekend aan bedrijven binnen de codes waar deze ondernemers grotendeels
toe behoren: 5010, 5030 en 9103.
Ik ben me er van bewust dat naast bruine vloot-ondernemers ook andere ondernemers
zoals bijvoorbeeld met motorschepen en rondvaartboten tot deze codes behoren, maar
dit geeft wel een beeld van de hulp die deze regelingen bieden.
Dit neemt de problemen van deze ondernemers natuurlijk niet weg, maar levert wel een
bijdrage aan de ondersteuning van deze ondernemers in het dragen van hun vaste lasten
op de korte termijn.
In de Kamerbrief van 17 februari jl. heb ik uw Kamer laten weten dat daarnaast aan
een aanvullende regeling wordt gewerkt. Op basis van deze brief zijn de contouren
van de regeling uitgewerkt. Ik ben met de Europese Commissie in gesprek of deze regeling
past binnen de steunkaders voor cultuur en instandhouding van het erfgoed.
Na een positief advies van de commissie kan de regeling nader worden uitgewerkt, gepubliceerd
en zal de Kamer worden geïnformeerd, waarna de regeling, zoals aangekondigd in mijn
brief van 17 februari jl., eind tweede kwartaal kan worden opengesteld.
Vraag 8 en 9
Kunt u aangeven welk overleg u tot nu toe heeft (gehad) met de Vereniging voor Beroepschartervaart
(BBZ) over de regeling? Hoe vaak heeft u overleg gehad en wanneer? Wat is eruit dat
overleg gekomen?
Kunt u aangeven welk overleg u tot nu toe heeft (gehad) met de opstellers van de brandbrief
met een oplossing voor de problematiek steunfonds chartervloot (op 15 en 29 januari
2021 aan u gestuurd)? Hoe vaak heeft u overleg gehad en wanneer? Wat is eruit dat
overleg gekomen?
Antwoord 8 en 9
Mijn ministerie heeft de afgelopen periode nauw contact gehad met de vertegenwoordigende
brancheverenigingen waaronder de HSWA-RECRON, FVEN en de BBZ. Daarnaast hebben we
contact gehad met verschillende schippers, waaronder de schrijver van deze Brandbrief,
die hun zorgen en mogelijke oplossingen met ons hebben gedeeld. Suggesties, voor zover
passend binnen de kaders zoals deze in de Kamerbrief van 17 februari jl. zijn geschetst,
worden meegenomen bij het ontwikkelen van de Coronaregeling bruine vloot.
Vraag 10
Is er al een antwoord gestuurd op de brandbrief van een moeder (Joke van As) van een
bruine vloot schipper aan de vijf ministeries over de problematiek van de bruine vloot?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan de Tweede Kamer dat antwoord ontvangen?
Antwoord 10
Ja. Het antwoord is mee gestuurd met de beantwoording van de Kamervragen van 29 december
jl. Deze antwoorden zijn op 17 februari jl. aan de Kamer gestuurd. (2021D07323).
Vraag 11
Hoe staat de sector er op het moment voor? In hoeverre werken banken op dit moment
mee om de ondernemers door deze moeilijke tijd te helpen? Welk overleg is met de banken
hierover?
Antwoord 11
Zoals ook in de Kamerbrief van 17 februari jl. heb aangegeven is de Nederlandse zeilchartervaart
hard getroffen door de coronacrisis. De vloot is als gevolg van de maatregelen voor
een groot deel stil komen te liggen waardoor de gemiste inkomsten voor het jaar 2020
door de sector tussen de 70 en 80% worden geschat.
Voor scheepseigenaren lijkt het lastig om financiering via banken te krijgen. Wij
zijn bekend met dit probleem en op ons aangeven heeft de branchevereniging voor de
chartervaart (de BBZ) hierover gesproken met de NVB. Hierover hebben we de Kamer geïnformeerd
in de beantwoording van de Kamervragen op 17 februari jl.
Vraag 12
In juni 2020 heeft de bruine vloot een halfjaar uitstel van dure keuringen gekregen
van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om de schippers tegemoet te komen
die zwaar lijden onder de coronacrisis, hoeveel soelaas heeft dit geboden?
Antwoord 12
In juni 2020 werd uitstel verleend, omdat het vanwege COVID-19 niet mogelijk was om
fysiek keuringen uit te voeren aan boord van schepen. Deze beperking is niet meer
van toepassing. Vanuit de sector heeft het Ministerie van IenW het signaal gekregen
dat dit uitstel de sector heeft geholpen.
Vraag 13
Hoe wordt er gewerkt aan mogelijkheden om voor de bruine vloot in 2021 wel weer hun
werk wellicht op een aangepaste manier te kunnen oppakken, bijvoorbeeld in de vorm
van een Fieldlab, zoals in brede zin is gevraagd in de motie van VVD en D66 van september
2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 115)?
Antwoord 13
In de afgelopen maanden is een aantal fieldlabs uitgevoerd in de evenementensector.
We bekijken of de lessen van die fieldlabs breder toepasbaar zijn voor andere sectoren.
Vraag 14
Hoe zorgt u er voor dat zoveel mogelijk van het geld bij de ondernemers van de bruine
vloot en bij het cultureel erfgoed terecht komt en niet in uitvoeringskosten gaat
zitten of naar indirecte zaken (zoals lig- en havengelden gemeenten, die op een andere
manier al zijn/worden gecompenseerd voor coronakosten)?
Antwoord 14
De subsidieregeling zal zich richten op het dekken van kosten die rechtstreeks verbonden
zijn met het behoud en de exploitatie van het schip en niet gedekt worden door de
reguliere steunmaatregelen.
Vraag 15
In hoeverre gaat u in de regeling ook rekening houden met starters in de markt eind
2019 of begin 2020, zoals het voorbeeld van Nil Desperandum dat ook genoemd is in
de mondelinge vraag?
Antwoord 15
Starters binnen de bruine vloot zullen bediend worden via de startersregeling. Scheepseigenaren
die gestart zijn en/of een schip hebben overgenomen na 30 september 2019 krijgen hierdoor
ook de mogelijkheid op een tegemoetkoming in de kosten. Uw Kamer is per brief op 21 januari
jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 217) nader geïnformeerd.
Vraag 16
Kunt u de bovenstaande vragen per vraag beantwoorden en kunt u deze vragen ruim voor
het eerstvolgende Coronadebat (24 februari 2021) beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
We hebben daar waar mogelijk de antwoorden per vraag gegeven. Voor zover de vragen
sterk samenhangen zijn deze in combinatie beantwoord.
We hebben uw Kamer op 18 maart jl. gevraagd om uitstel voor het beantwoorden van deze
vragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2033).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.