Amendement : Amendement van het lid Kwint over het alleen testen via de gemeentelijke gezondheidsdiensten
35 807 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van testbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet testbewijzen covid-19)
Nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID KWINT
Ontvangen 26 april 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 1, onderdeel A, wordt «testuitslag waaruit blijkt» vervangen door «uitslag
van een door de gemeentelijke gezondheidsdienst uitgevoerde test waaruit blijkt dat».
II
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 58ra, derde lid, «een
toegankelijke voorziening waar» vervangen door «afspraken met de gemeentelijke gezondheidsdienst
over de wijze waarop».
Toelichting
Met dit amendement beoogt de indiener ervoor zorg te dragen dat de verantwoordelijkheid
voor het afnemen van eventuele testen die als voorwaarde gaan dienen voor de toegang
bij activiteiten en evenementen bij de GGD'en terecht komen, en niet bij een speciaal
hiervoor opgerichte stichting. De middelen zullen dan ook worden overgeheveld naar
de GGD'en om ze hiertoe in staat te stellen.
De indiener heeft meerdere redenen voor dit voorstel. Ten eerste dat de GGD's al sinds
het begin van de Covid-19 pandemie belast zijn met het uitvoeren van het testbeleid.
Zij hebben dus de benodigde infrastructuur en ervaring. Daarnaast wordt hiermee voorkomen
dat medische gegevens in handen komen van private partijen. Ten derde houden de GGD'en
beter zicht op de verspreiding van het virus wanneer ze onmiddellijk beschikking hebben
over deze testuitslagen. Tenslotte kunnen mensen – mocht de Staten Generaal instemmen
met dit wetsvoorstel – dan ook met een negatieve testuitslag na een gratis test door
de GGD, nadat ze zich hebben laten testen, naar activiteiten en evenementen waarvoor
een negatieve testuitslag vereist is, waardoor ongewenste maatschappelijke tweedeling
wordt voorkomen.
Kwint
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid