Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Martin Bosma over een nep-bijeenkomst die draagvlak moest suggereren
Vragen van het lid Martin Bosma (PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een nep-bijeenkomst die draagvlak moest suggereren (ingezonden 19 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
21 april 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Amsterdam manipuleerde bij participatie-bijeenkomst
over draagvlak komst theater»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze manipulatie bezien in uw streven werk te maken van de integriteit
van het decentraal bestuur?
Antwoord 2
Ik hecht veel waarde aan integriteit van decentraal bestuur. Manipulatie in participatietrajecten
in gemeenten is onaanvaardbaar. De in het artikel gesignaleerde kwestie moet echter
bezien worden door de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam. Binnen de bestuurlijke
verhoudingen van onze gedecentraliseerde rechtsstaat past dat decentrale bestuurders
in eerste instantie door de voor hen relevante democratisch gekozen organen aangesproken
worden en niet vanuit Den Haag. Uit het artikel maak ik op dat in verband met deze
zaak de oppositie in de gemeenteraad een spoeddebat heeft aangevraagd. Het is aan
de gemeente Amsterdam nu en in eerste instantie aan de gemeenteraad om dit onderwerp
te bespreken met het college van burgemeester en wethouders. Dat neemt niet weg dat
ik mij als Minister van BZK en hoeder van het democratisch bestuur verantwoordelijk
voel voor goed lokaal bestuur en met gemeenten in gesprek treed wanneer dat nodig
is.
Vraag 3
Dragen toneelstukjes, die worden opgevoerd om draagvlak te suggereren, bij aan het
vertrouwen van burgers in de democratie?
Antwoord 3
Het oordeel over het verloop en de toedracht van dit specifieke participatieproces
is een lokale aangelegenheid. In algemene zin heb ik in mijn brief van 22 maart jl.
over de versterking en vernieuwing van de democratie2 aangegeven dat participatie van inwoners belangrijk is voor de kwaliteit en draagvlak
van besluitvorming en beleid in het lokale bestuur. Belangrijke uitgangspunt voor
succesvolle participatie is dat er een representatieve deelname is van burgers, ondernemers
en maatschappelijke partijen en dat zij ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen.
Het programma Democratie in Actie (DiA) ondersteunt gemeenten bij versterking en vernieuwing
van democratie en bestuur. Daarbij zijn ook instrumenten ontwikkeld en is ondersteuning
beschikbaar voor gemeenten om werk te maken van participatie, bijvoorbeeld met burgerfora
en het uitdaagrecht.
Vraag 4
Op welke manier gaat u zich verstaan met de D66-bestuurder Ronald Maier? Dient deze
regisseur van slechte toneelstukken af te treden? Of wilt u hem voordragen voor een
Gouden Kalf?
Antwoord 4
Het is aan het lokale bestuur en met name aan de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam
om hierop te reageren op basis van de uitkomsten van het openbaar debat in de gemeenteraad.
Vraag 5
Valt deze poppenkast onder uw «right to challenge», waarover u in Kamerdebatten hoog
opgaf en beloofde met een wet te komen, maar waarvan de Kamer nooit meer iets heeft
vernomen?
Antwoord 5
Het uitdaagrecht is het recht van ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen
om een verzoek bij het gemeentebestuur in te dienen om de feitelijke uitvoering van
een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken deze taak bijvoorbeeld beter
uit te kunnen voeren. Inmiddels hebben ongeveer 143 gemeenten voornemens uitgesproken
om te gaan werken met het uitdaagrecht of hebben dit opgenomen in beleidsplannen,
beleidskaders, gemeentelijke websites of een gemeentelijke verordening.3 Daarbij bied ik gemeenten desgewenst ondersteuning via het samenwerkingsprogramma
Democratie in Actie. Een voorbeeld van een uitdaging betreft de overname van het beheer
van het Seringenpark in Aalsmeer door de Werkgroep Behoud Seringenpark, met als doelstelling
voor hetzelfde budget het groenonderhoud in het park te verbeteren. Het participatietraject
met betrekking tot theater de Meervaart betreft een gesprek met inwoners over ruimtelijke
inpassing van het nieuwe gebouw van het theater. Het gaat hier daarom niet om een
vorm van uitdaagrecht.
Ik heb tot slot recentelijk in mijn brief van 22 maart jl. aan uw Kamer bericht dat
het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau in voorbereiding is
en dat het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State verwerkt wordt.
Met dit wetsvoorstel wil het kabinet decentrale overheden stimuleren om bij verordening
heldere kaders voor burgers en volksvertegenwoordigers te scheppen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.