Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over de vaccinproductie bij Halix en de relatie met de Nederlandse regering
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister-President en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de vaccinproductie bij Halix en de relatie met de Nederlandse regering (ingezonden 2 april 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister-President (ontvangen 14 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Nederland liep kans op miljoenen Oxford-vaccins mis»
van de NOS van 30 maart jongstleden?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel. En ik wil de context graag toelichten.
Ik herken mij niet in de titel van het bericht waaraan u refereert. Nederland is geen
«Oxford» vaccins misgelopen. Het kabinet heeft ervoor gekozen om niet unilateraal,
maar gaat in samenwerking grote hoeveelheden van meerdere vaccins in te kopen, waaronder
het Oxford-vaccin. Namelijk via Advanced Purchase Agreement (APA) via de Europese
Commissie (EC). Dit betekent dat we upfront de farmaceuten waar een APA mee is afgesloten
al zijn gaan financieren.
In mei 2020 hebben we ervoor gekozen om niet unilateraal, maar samen met andere landen
vaccins in te gaan kopen en zo in te zetten op een divers portfolio. Nederland heeft
daarbij samen met Duitsland, Frankrijk en Italië het initiatief genomen tot The Inclusive
Vaccine Alliance (TIVA). Dit samenwerkingsverband ontstond in mei 2020, met een officiële
aftrap op 3 juni 2020 en richtte zich op het verwerven van genoeg vaccins voor alle
EU-lidstaten. In mijn brief van 3 juni 2020 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd2. De door deze alliantie gevoerde gesprekken leidde op 13 juni 2020 tot afspraken
met AstraZeneca over afname van het Oxford vaccin (300 mln dosis, met een meeroptie
van 100 mln).
De inkoop van vaccins is daaropvolgend gezamenlijk vormgegeven met de Europese Commissie,
en ook de andere EU-lidstaten, welke de door TIVA gemaakte afspraken heeft overgenomen.
In mijn brief aan uw Kamer van 24 juni 2020 heb ik u daarover geïnformeerd3. Daarnaast zijn in de periode daarna ook met andere vaccin leveranciers inkoopafspraken
gemaakt in EU verband, waarbij Nederland naar rato van het inwonertal een aandeel
verkrijgt.
De gevolgde strategie heeft ertoe geleid dat het kabinet voor Nederland ruim 80 miljoen
dosis van (kandidaat) COVID-19 vaccins heeft ingekocht. In de aankoop zijn verschillende
vaccins ingekocht, zowel qua platformtechnologie als bij verschillende fabrikanten.
De samenwerking tussen AstraZeneca en de Oxford Universiteit omtrent het COVID-19
vaccine4 is op 30 april 2020 aangekondigd. AstraZeneca geeft in het persbericht aan dat zij
verantwoordelijk zal zijn voor de ontwikkeling en wereldwijde productie en distributie
van het vaccin. Het vaccin was in de periode voorafgaand aan de samenwerking ontwikkeld
door het Jenner Institute en Oxford Vaccine Group, aan de Universiteit van Oxford.
Als laatste wil ik aangegeven dat Halix een Contract Manufactering Organisation (CMO)
is. Een CMO is een bedrijf dat in opdracht van meestal een farmaceutisch bedrijf de
werkzame stof maakt en/of de fill & finish verzorgt. Halix doet dit nu in opdracht
van AstraZeneca. Halix maakt alleen de werkzame stof (drug substance). Dit is een
van de vele stappen in de productieketen om te komen tot een vaccin dat geschikt is
om door GGD, huisarts of ziekenhuis toe te dienen. Halix zelf maakt dus niet het vaccin-eindproduct.
Vraag 2
Waarop baseert u uw uitspraak tegen de NOS: «Toen de vraag kwam om te investeren zijn
we onmiddellijk in gesprek gegaan met Halix. Er zijn verschillende gesprekken geweest,
we hebben aangeboden om te investeren, maar het bleek al gauw niet meer nodig»?5
Antwoord 2
Na het op 29 april 2020 bij VWS binnengekomen signaal vanuit het Ministerie van Algemene
Zaken dat mogelijk sprake was van een investeringsbehoefte bij de mogelijke productie
van vaccins door Halix, is spoedig contact met Halix gezocht en een afspraak gemaakt.
Dit in aanvulling op contact door het Ministerie van Algemene Zaken met Halix. Zie
tevens mijn antwoord op vraag 4.
Op 4 mei 2020 is door medewerkers van het Ministerie van VWS gesproken met Halix.
In dit overleg is vastgesteld dat Halix, als productiebedrijf, zelf geen investeringsbehoefte
had vanuit de Nederlandse regering. Dus een investering vanuit de Nederlandse overheid
was in die zin niet nodig. Maar dat mogelijk het Oxford consortium nog wel openstond
voor investeringen vanuit de Nederlandse overheid. Ter herinnering, het nieuws over
de afspraken tussen AstraZeneca en de universiteit van Oxford, dat met haar kandidaat-vaccin
net was gestart met de eerste testen op mensen, was toen een paar dagen oud. Halix
heeft aangeboden Oxford te vragen om een concreet voorstel te doen. Dit voorstel is
er niet gekomen. Contact met Halix op 28 mei 2020 bevestigde dat er geen voorstel
meer zou komen vanuit Oxford. Door de overeenkomst tussen universiteit van Oxford
en AstraZeneca die eind april 2020 was afgesloten, was hier geen behoefte meer aan.
Ik hecht eraan om aan te geven dat ondertussen op het Ministerie van VWS de voorbereidingen
voor een bredere aankoop strategie onverminderd door zijn gegaan. Zoals aangegeven
werd in de maand mei door Nederland ook geïnvesteerd in internationale samenwerking,
waarbij in TIVA-verband ook de gesprekken met AstraZeneca over het Oxford-vaccin zijn
aangegaan.
Vraag 3
Kunt u de documenten waar u deze uitspraak op baseert aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 3
Ja, zie bijlage6.
Vraag 4
Kunt u een feitenrelaas geven van alle contactmomenten tussen de Leidse fabriek Halix
en het Ministerie van Algemene Zaken en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport in april 2020 en mei 2020?
Antwoord 4
Op 28 april 2020 is het Ministerie van Algemene Zaken mondeling geattendeerd op de
mogelijke investeringsbehoefte van Halix en op 29 april 2020 zijn de contactgegevens
van de COO gedeeld met het departement. Deze gegevens zijn direct ook gedeeld met
het Ministerie van VWS. In deze attendering werd concreet geadviseerd om contact op
te nemen met Halix.
Een dag later, op 30 april is vanuit Algemene Zaken zowel telefonisch als via de mail
contact geweest met de COO van Halix. Daarbij is via de mail informatie uitgewisseld
en is aangegeven dat Oxford heeft verzocht de belangstelling van de Nederlandse overheid
na te gaan. Op vrijdag 1 mei is er voor maandag 4 mei een afspraak ingepland tussen
VWS en de COO van Halix.
Op 4 mei heeft VWS per videoverbinding een verkennend gesprek plaatsgevonden, gericht
op mogelijke ervaren knelpunten en/of investeringsbehoefte (zie tevens mijn antwoord
op vraag 2). Naast een mogelijke investeringsbehoefte is ook gesproken over dat het
Bureau GGO (GGO staat voor genetisch gemodificeerde organismen) snel toestemming heeft
gegeven voor hun vergunning. Daarnaast is in het gesprek gewisseld dat de IGJ-audit
gepland stond.
Begin mei is via de mail contact geweest tussen Algemene Zaken en VWS als follow-up
om te kijken of de het contact tussen VWS en Halix goed tot stand was gekomen, hetgeen
het geval was.
Op 28 mei is er door VWS opnieuw gesproken met Halix over de onderwerpen die op 4 mei
de revue gepasseerd hebben. Daarbij gaf Halix ook aan dat het daags na het eerdere
overleg duidelijk was geworden dat een voorstel vanuit het Oxford consortium voor
de Nederlandse regering niet meer aan de orde was. Verder is tijdens dit telefoongesprek
informeel gesproken over vaccinontwikkeling in het algemeen en gesproken over de verwachtingen
over de mogelijke effectiviteit van vaccins die in april 2020 nog aan het begin van
de ontwikkeling stonden. In die periode was het nog ongewis wat de effectiviteit van
de COVID-19 vaccins zou zijn.
Vraag 5
Bent u bereid alle gelieerde documenten aan deze contactmomenten, zoals verslagen,
notities en mailwisselingen, te delen met de Kamer?
Antwoord 5
Bijgaand de bijpassende communicatie, alsook een bespreeknotitie voor overleg met
de Minister van VWS over de stand van denken van dat moment (stuk d.d. 14 mei 2020,
overleg d.d. 18 mei 2020) aangaande de investeringsstrategie vaccinontwikkeling, waarin
Halix als voorbeeld is genoemd. Ook de bijlagen bij deze bespreeknotitie zijn bijgevoegd,
waaronder een interne notitie (d.d. 30 april 2020) die de aanzet tot een impuls vaccinontwikkeling
nader uitwerkt. Dit was – zoals ook in het stuk zelf aangegeven – een rolling agenda
die basis bood voor een aantal (te verkennen) activiteiten. Een andere bijlage7 bij deze bespreeknotitie betreft een beschrijvende notitie van kansrijke initiatieven
door het RIVM.
Met de samenwerking tussen Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië (zie bijgevoegde
interne nota d.d. 19 mei 2020) en daaropvolgend vervolgens de samenwerking in EU verband
is de Nederlandse investeringsstrategie gericht op het komen tot grote overeenkomsten
met producenten, welke vervolgens zelf afspraken met Contracting Manufacturing Organisations
maken. Onderdeel van de samenwerking in EU verband is de afspraak dat de EU-lidstaten
niet bilateraal tot afspraken komen met producenten waarmee via het Joint Negotiation
Team wordt onderhandeld. Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië waren daarbij overigens
lid van het Joint Negotiation Team van de EU.
Vraag 6
Is er in de periode van april 2020 tot en met mei 2020 contact geweest met de regering
van het Verenigd Koninkrijk over Halix? Zo ja, kunt u een feitenrelaas geven van deze
contactmomenten?
Antwoord 6
In de periode april 2020 tot en met mei 2020 is er geen contact geweest met de regering
van het Verenigd Koninkrijk over Halix.
Vraag 7
Heeft Halix de benodigde investering en opschaling in de vaccinproductie kunnen doen
ondanks het feit dat de Nederlandse regering niet heeft geïnvesteerd in Halix? Zo
ja, met hoeveel is de productie van Halix opgeschaald sinds april 2020? Zo nee, waar
schoot het tekort?
Antwoord 7
Voor de volledigheid wil ik aangeven dat Halix geen investeringen aan de Nederlandse
regering heeft gevraagd.
Maar door de Advanced Purchase Agreements is wel vaccinproductie gestimuleerd. Ik
licht dit onderstaand toe.
Doordat de EU in de zomer van 2020 al vaccins begon in te kopen voordat er sprake
was van een handelsvergunning, hadden farmaceuten de zekerheid om zelf te investeren
in verdere ontwikkeling en productie om zo brede toegankelijkheid van vaccins mogelijk
te maken.
Juist in deze zogenaamde Advanced Purchase Agreements is (ondermeer) vastgelegd dat
de farmaceuten waarmee de APA is afgesloten zelf de productie van de vaccins inrichten.
En deze farmaceuten ontvingen ook al upfront forse betalingen. In het geval van AstraZeneca
ging het om 336 miljoen euro8, waardoor zij verder in staat werden gesteld om de benodigde investeringen om bijvoorbeeld
productiecapaciteit in te kopen of uit te breiden.
Zoals ook in antwoord 1 toegelicht, Halix is een van de Contract Manufactering Organisations
(CMO’s9), van, in dit geval, AstraZeneca. Halix maakt alleen de werkzame stof (drug substance).
Dit is een van de vele stappen in de productieketen om te komen tot een vaccin dat
geschikt is om door GGD, huisarts of ziekenhuis toe te dienen. AstraZeneca heeft meerdere
CMO’s gecontracteerd voor de verschillende productie stappen. Dus er zijn ook CMO’s
die de fill&finish verzorgen. Voor AstraZeneca gebeurt dit onder meer in Italië. En
er zijn ook verschillende CMO’s die voor AstraZeneca de werkzame stof maken. Dus Halix
is niet het enige bedrijf dat de werkzame stof voor het Oxford/AstraZeneca vaccin
maakt.
AstraZeneca bepaalt zelf hoe dit productieproces goed vorm te geven en CMO’s zo te
contracteren dat AstraZeneca kan voldoen aan de leveringsverplichtingen aan de Europese
Unie.
Vraag 8
Had Halix dankzij een additionele investering van de Nederlandse regering nog verder
kunnen opschalen in de vaccinproductie?
Antwoord 8
Halix heeft als eerder verwoord aangegeven geen behoefte te hebben aan de investering
vanuit de Nederlandse regering. Zie tevens mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Is er in de periode na mei 2020 nog contact geweest tussen de Leidse fabriek Halix
en het Ministerie van Algemene Zaken en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, onder andere over de voorgenomen leveringen aan de Europese Unie? Zo ja,
kunt u een feitenrelaas geven van deze contactmomenten?
Antwoord 9
AstraZeneca is verantwoordelijk voor de levering van het AstraZeneca-vaccin aan de
Europese Unie. AstraZeneca is daarmee de gesprekspartner voor de Europese Commissie
over leveringen en niet Halix. Halix zelf levert niet aan de EU. Halix produceert
de werkzame stof voor AstraZeneca, die door AstraZeneca zelf of andere CMO’s verwerkt
worden tot het vaccin-eindproduct. Gesprekken over de tekortschietende leveringen
aan de EU zijn daarom ook gevoerd met AstraZeneca (door de Europese Commissie) en
niet met Halix.
Er is zodoende geen contact geweest met Halix over leveringen aan de Europese Unie.
Dit betekent niet dat er geen contact is geweest tussen Halix en het Ministerie van
VWS in de periode na mei 2020. Zo is er in het najaar van 2020 contact geweest met
Halix over vragen rondom reisbeperkingen die toen door verschillende overheden waren
ingesteld. Waarbij is vastgesteld dat dit uiteindelijk geen belemmering zou zijn.
Ook heeft Halix in december 2020 verzocht om voorrang voor zijn (productie)medewerkers
op het vaccinatieschema om zo uitval in de productieketen te voorkomen. Hierop is
aangegeven dat de vaccinatiestrategie zoals vastgesteld door het kabinet op basis
van advies van de Gezondheidsraad leidend is en er geen ruimte is voor uitzondering
van de betreffende medewerkers. Recent heeft Halix dit verzoek herhaald, het antwoord
is echter ongewijzigd.
Verder is medio februari 2021 de Special Envoy vaccins ingesteld. De Special Envoy
vaccins heeft vanuit zijn opdracht met vele CMO’s in binnen en buitenland gesproken
en daarmee ook met Halix.
Tevens is er contact geweest tussen Halix en de IGJ over een exportvergunning van
de werkzame stof.
Overigens was bij het bezoek aan Halix van de heer Breton, Europees Commissaris voor
de interne markt, op 3 maart 2021 een medewerker van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat als begeleiding aanwezig.
Vraag 10
Heeft u contact gehad met Halix om te inventariseren waarom zij in mei 2020 kozen
voor andere investeerders dan de Nederlandse regering?
Antwoord 10
In het verlengde van mijn eerdere beantwoording van vraag 2, 4, 7 en 8, is er geen
sprake van een dergelijke inventarisatie.
Vraag 11
Is er in de periode na mei 2020 tot en met maart 2021 nog contact geweest met de regering
van het Verenigd Koninkrijk over Halix? Zo ja, kunt u een feitenrelaas geven van deze
contactmomenten?
Antwoord 11
In de periode na mei 2020 tot en met maart 2021 is vanuit Algemene Zaken half maart
2021 een keer contact geweest met de regering van het Verenigd Koninkrijk over Halix.
Over de inhoud van dit soort gesprekken kunnen i.v.m. het vertrouwelijke karakter
geen uitspraken gedaan worden. De lijn vanuit Nederland is bekend. De Europese Commissie
is eindverantwoordelijk voor de inkoop van vaccins en de Europese Commissie geniet
de steun van Nederland.
Aanvullend heeft tussen VWS en het Verenigd Koninkrijk recentelijk op politiek en
ambtelijk niveau overleg plaatsgevonden over het Europese systeem van exportlicenties
en de potentiele weigering door Nederland, van een exportlicentie voor productie die
momenteel plaatsvindt bij Halix en welke bedoeld zou zijn voor productielocaties in
het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels heeft Halix zijn eerste en enige verzoek voor een
exportlicentie teruggenomen. De Europese Commissie overlegt momenteel met het Verenigd
Koninkrijk over de toedeling van de werkzame stof van vaccins in de productieketen.
Vraag 12
Op welke datum en door wie bent u op de hoogte gebracht dat Halix wel AstraZeneca-vaccins
leverde aan het Verenigd Koninkrijk maar niet aan de Europese Unie (EU)? Was dit voor
of na het artikel in de Financial Times over de Dutch Mystery Factory van 12 maart
jongstleden?10
Antwoord 12
De belevering van de EU-lidstaten door AstraZeneca verloopt via de Europese Unie,
waarbij Halix een leverancier aan AstraZeneca is. Er is geen formeel moment geweest
waarop ons is medegedeeld dat de EU niet beleverd zou worden vanuit Halix. In het
contract met de EU staat Halix genoemd als een van de CMO’s van waaruit leveringen
aan de EU plaats zou kunnen vinden. In de loop van het laatste kwartaal van 2020 werd
steeds duidelijker dat de leveringen aan de EU sterk achterbleven bij de verwachtingen.
Daarop heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met AstraZeneca, zowel op Europees,
als op nationaal niveau. Daarbij bleek dat AstraZeneca nadrukkelijk onderscheid maakt
tussen de productieketen voor het VK en die voor de EU en ook dat Halix daarbij door
AstraZeneca exclusief wordt gezien als onderdeel van de Britse productieketen. Dat
werd formeel zichtbaar bij de afgifte van de markttoelating in de EU.
Op 29 januari 2021 is het positieve markttoelatingsbesluit voor het AstraZeneca-vaccin
op de Europese markt afgegeven. In het daarvoor door AstraZeneca overlegde dossier,
was Halix niet opgenomen. Dus onder die handelsvergunning was duidelijk dat de Europese
Unie vooralsnog niet beleverd zou worden met flacons waar de werkzame stof bij Halix
geproduceerd is.
Vraag 13
Heeft AstraZeneca ooit richting de Nederlandse regering aangegeven dat de vaccins
in Halix alleen voor de Britse markt bedoeld waren? Zo ja, kunt u deze correspondentie
met de Kamer delen?
Antwoord 13
Nee dat heeft AstraZeneca niet formeel aan de Nederlands regering bekend gemaakt.
Zoals eerder aangegeven, Halix produceert alleen de werkzame stof van het vaccin.
Op 26 maart 2021 is Halix als productielocatie opgenomen in het EMA registratie dossier11 en daarmee kan de werkzame stof die in Leiden geproduceerd is of wordt, na het hele
productie proces te hebben doorlopen, door AstraZeneca aan de Europese Unie geleverd
worden.
Vraag 14
Is er na goedkeuring van het Oxford/AstraZeneca-vaccin door het Europees Medicijn
Agentschap (EMA) op 29 januari jongstleden contact geweest tussen het Ministerie van
Algemene Zaken of het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (al dan niet
namens de EU) met Halix om te inventariseren hoeveel vaccins zij zouden zullen leveren
aan de EU? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Nee. De gesprekspartner en contractpartij over leveringen van het finale product vaccin
voor de Europese Commissie is AstraZeneca en niet Halix. Halix is niet het bedrijf
dat vaccins levert aan de Europese Unie.
In de APA is opgenomen dat Halix onderdeel zou worden van de productieketen van AstraZeneca.
Maar verder heeft de Europese Commissie geen specifieke rol in hoe AstraZeneca de
productieketen vormgeeft, als AstraZeneca maar voldoet aan haar verplichtingen zoals
opgenomen in de APA.
Vraag 15
Wat is volgens u de belangrijkste reden dat Halix tot 26 maart jongstleden wel leverde
aan het Verenigd Koninkrijk maar niet leverde aan de EU?
Antwoord 15
Zoals in eerdere antwoorden aangegeven levert Halix niet zozeer aan landen, Halix
levert de werkzame stof van het vaccin aan AstraZeneca. De werkzame stof kan door
AstraZeneca zelf of door AstraZeneca gecontracteerde CMO’s zowel binnen of buiten
de EU verwerkt worden tot het eindproduct (een vaccin).
De belangrijkste reden dat de werkzame stof die door Halix geproduceerd wordt wel
in de flacons voor de Verenigde Koninkrijk’s markt terecht komt en niet in de flacons
bestemd voor de EU-markt is omdat Halix tot 26 maart 2021 niet was opgenomen in het
EMA-dossier voor de markttoelating in de EU. De flacons met vaccins die door AstraZeneca
geleverd worden aan de EU kwamen uit andere fabrieken.
Vraag 16
Is er een verband tussen het tot 26 maart jongstleden niet leveren van vaccins aan
de EU en het feit dat er vanuit Europese lidstaten, waaronder door Nederland, niet
geïnvesteerd is in de fabriek Halix? Zo ja, kunt u dit verband toelichten? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 16
De EU heeft een overeenkomst met AstraZeneca en AstraZeneca bepaalt welke productiefaciliteiten
zij gebruikt om dat contract na te komen. AstraZeneca heeft ervoor gekozen om Halix
in te zetten voor levering aan de Britse markt en andere fabrieken voor de levering
aan de EU. Daar is in essentie ook niets mis mee. Alle discussies zijn ontstaan met
de leveringsproblemen bij de fabrieken die de EU moeten beleveren.
Vraag 17
Bent u geïnformeerd over de bezoeken van de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd
waarvan de eerste plaatsvond in augustus 2020 jongstleden? Zo ja, wanneer? Welke actie
is daarop vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ondernomen omdat
door de geconstateerde onvolkomenheden de vaccinproductie mogelijk in het gedrang
zou komen?12
Antwoord 17
De bezoeken van de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) doen zij op eigen
verantwoordelijkheid. Ik word hier niet specifiek over geïnformeerd. Wel heb ik contact
gehad over het toezicht in het kader van het transparency mechanism. In het gesprek
van 4 mei is wel door Halix aangegeven dat er een IGJ-audit gepland stond. En dat
Halix daar zelf contact met de IGJ over heeft.
Verder is het in eerste instantie aan het bedrijf, zoals Halix, om te voldoen aan
de kwalificaties die gesteld worden via de regelgeving en door de IGJ geïnspecteerd
worden. Halix is in staat gebleken om te voldoen aan de kwalificaties.
Verder hecht ik eraan te benadrukken dat eventuele onvolkomenheden bij een door AstraZeneca
gecontracteerde CMO niet persé een leveringsprobleem hoeft op te leveren. AstraZeneca
heeft naast Halix, meerdere CMO’s gecontracteerd om te kunnen voldoen aan hun leveringsafspraken.
Vraag 18
Is er, gezien het feit dat Halix pas in 2019 gestart is met de productie van vaccins,
vanuit de Nederlandse regering aangeboden om de nodige professionaliseringslag te
maken of extra investeringen te doen nadat de coronacrisis uitbrak en er waarschijnlijk
meer coronavaccins moesten worden geproduceerd?
Antwoord 18
Er zijn wereldwijd vele CMO’s, zoals ThermoFischer, Catalant, Lonza, die professionele
spelers zijn in het produceren van geneesmiddelen en vaccins. En die ook zelf in 2020
geïnvesteerd hebben in het uitbreiden van productiecapaciteit.
Zoals eerder aangegeven was de Nederlandse vaccinstrategie erop gericht om via APA’s
en upfront betalingen, als onderdeel van de APA, de beschikking te krijgen over diverse
vaccins. Een werkgroep binnen VWS stond wel klaar om daar te faciliteren waar vanuit
vaccin bedrijven behoefte was. Zie ook antwoord 2 en 4.
Vraag 19
Heeft de Nederlandse regering na de start van de pandemie in het voorjaar van 2020
direct zelf contact gelegd met alle producenten van vaccins die in Nederland gesitueerd
zijn? Zo ja, wanneer was dat eerste contact? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Sinds een aantal jaar is er vanuit Algemene Zaken en VWS regelmatig contact met de
verschillende in Nederland gevestigde farmaceuten om trends en ontwikkelingen te bespreken.
Ook voor de pandemie.
Tijdens de pandemie is er, vanzelfsprekend, ook met verschillende partijen contact
geweest om te kijken of er vanuit het kabinet hulp nodig is. Hulp om obstakels bij
het ontwikkelen of produceren van vaccins op te lossen. Als er signalen bij Algemene
Zaken binnen komen worden die direct gedeeld met VWS en als VWS signaleert dat er
iets van een ander departement nodig is, wordt dat direct in gang gezet. Dit om het
proces om te komen tot een vaccin of behandeling zo veel mogelijk te faciliteren en
stimuleren. Daarbij is er vanuit VWS met individuele bedrijven contact geweest, vanuit
de eerdergenoemde werkgroep, om te zien op welke wijze (binnen de kaders en mogelijkheden
die de overheid heeft) drempels konden worden weggenomen.
Voor gesprekken met individuele farmaceuten geldt dat over de inhoud van dit soort
gesprekken in verband met het vertrouwelijke karakter geen uitspraken gedaan kunnen
worden. Tenzij er vanuit het bedrijf iets openbaar gemaakt is. Zoals het feit dat
de Minister-President op 22 april 2020 een werkbezoek heeft gebracht aan Jansen Vaccins
in Leiden, om te spreken over de inspanningen van dat bedrijf om te komen tot een
vaccin. Halix heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het vermelden van de onderwerpen
waarover is gesproken.
Verder is er onder meer via de branchevereniging HollandBio een horizonscan gemaakt
van relevante productieactiviteiten in Nederland. Deze horizonscan droeg tevens bij
aan de keuze voor een aankoopstrategie van vaccins met andere landen.
Vraag 20
Wat is de rol van de Nederlandse regering in het, al dan niet namens de Europese Commissie,
zelf contact onderhouden met producenten van vaccins die in Nederland gesitueerd zijn,
zoals Janssen, Halix, Wacker Biotech, BioConnection en Bilthoven Biologicals?
Antwoord 20
De autoriteiten als IGJ en Farmatec hebben contact met deze bedrijven voor het verkrijgen
van de benodigde vergunningen. Ook vanuit het Ministerie van Economische Zaken en
Klimaat en bijvoorbeeld de NFIA zijn contacten met deze bedrijven als onderdeel van
hun bedrijvenbeleid.
Vanuit EZK en VWS is ook met verschillende van de genoemde bedrijven gesproken en,
daar waar het past, gefaciliteerd. Zie tevens mijn antwoord op vraag 19. En recent
heeft de Special Envoy vaccins in zijn rondgang ook met alle bedrijven gesproken als
onderdeel van zijn inventarisatie. De rapportage van de Special Envoy is recent naar
uw Kamer gestuurd13.
Vraag 21
Heeft de Nederlandse regering wel geïnvesteerd in andere producenten van vaccins zoals
Janssen, Wacker Biotech, BioConnection en Bilthoven Biologicals voor het opschalen
van hun vaccinproductie? Zo ja, kunt in een tabel aangeven hoeveel en wat hiervan
het resultaat is geweest?
Antwoord 21
Nee, de Nederlandse regering heeft niet direct geïnvesteerd. Wel zijn via de APA’s,
via de Europese Commissie, ESI-gelden14 beschikbaar gesteld aan de farmaceutische bedrijven waar de EC een contract sloot.
Van de bovengenoemde bedrijven gaat het alleen om Janssen.
Vraag 22
Had Nederland meer kunnen doen om extra productiecapaciteit, waaronder door Halix,
voor de eigen Europese markt veilig te stellen? Zo nee, is er volgens u voldoende
uitvoering gegeven aan de motie Marijnissen/Heerma van 16 april 2020?15
Antwoord 22
Nederland heeft heel veel gedaan om vaccins beschikbaar te krijgen. En dit heeft ook
geresulteerd in de aankoop van 70 miljoen dosis van (kandidaat) COVID-19 vaccins.
Vanaf eind april 2020 heeft het Kabinet ingezet op de impuls vaccinontwikkeling COVID-1916, om zo brede toegankelijkheid van vaccins mogelijk te maken. De focus lag daarbij
op het stimuleren van: onderzoek en ontwikkeling, productie en de aankoop, distributie
en immunisatie. Daarbij is toen, onder andere in samenwerking met de toenmalig speciaal
gezant (de heer Sijbesma), verkend welke stimuleringsmaatregelen mogelijk zijn vanuit
de Nederlandse overheid. In contact met branchevereniging Holland BIO is daartoe ook
een overzicht gecreëerd met relevante productiefaciliteiten, een horizon scan. Ook
heeft het RIVM geadviseerd over welke van de op dat moment ruim 110 kandidaat-vaccins
in ontwikkeling kansrijk zijn. Verder was er binnen VWS een werkgroep ingesteld om,
als individuele bedrijven hierom vroegen, te bezien op welke wijze (binnen de kaders
en mogelijkheden die de overheid heeft) drempels konden worden weggenomen. De focus
lag daarbij op het faciliteren en het versnellen van bureaucratische processen. Mede
in dit verband is er ook contact met Halix geweest. Kortom, Nederland had een open
houding naar eventuele verzoeken van bedrijven.
Daarnaast is mede op basis van een inhoudelijke weging van kandidaat-vaccins besloten
tot een internationale gezamenlijke investering waarbij via ook de APA’s de vroegtijdige
versterking van productie werd gefaciliteerd. Deze inhoudelijke strategie heeft geleid
tot een internationale samenwerking om de ontwikkeling en productie van vaccins te
stimuleren en daarmee brede beschikbaarheid te realiseren. Dat begon met het TIVA-initiatief
en kreeg een vervolg via de Europese Commissie, waarbij Nederland samen met onder
meer Duitsland, Frankrijk en Italië als lid van het EU Joint Negotiation Team actief
is. Deze inhoudelijke strategie heeft geleid tot een breed portfolio van vaccins waarover
Nederland (steeds uiteraard na goedkeuring door de EMA) kan beschikken.
In de brief vanuit de Minister van Medische Zorg en Sport van 30 juni 2020 als reactie
op de genoemde motie17 (Kamerstuk 25 295 nummer 454) gaat het kabinet ook in op de aankoopstrategie zoals ik in bovenstaande antwoorden
heb geschetst.
Vraag 23
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 23
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M. Rutte, minister-president
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.