Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over het bericht 'Huizen aardgasvrij maken is complex en kost ook meer dan verwacht'
Vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Huizen aardgasvrij maken is complex en kost ook meer dan verwacht» (ingezonden 2 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
14 april 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2029.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Huizen aardgasvrij maken is complex en kost ook meer
dan verwacht»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB)
waaruit blijkt dat (1) het gemiddeld maar liefst 40.000 euro kost om een woning van
het gas af te halen, (2) dat meer dan de helft van deze «investering» niet terug te
verdienen is door middel van lagere energielasten en dus niet rendabel is, en (3)
dat het onwaarschijnlijk is dat de kosten de komende jaren zullen dalen?
Antwoord 2
(1) Het EIB heeft van een selectie van twintig proeftuinen de businesscases geanalyseerd
en op basis van aangeleverde kosteninschattingen van deze proeftuinen en ervaringen
uit andere onderzoeken een casus met gemiddelde kosten van 40.000 euro geconstrueerd.
Daarbij zijn ook investeringskosten, risicovoorzieningen en proceskosten meegenomen
die bij de start van de proeftuinen nog niet of niet volledig in de businesscases
waren voorzien. Deze inzichten zijn waardevol, maar de gemiddelde kosten van 40.000
euro per woning uit de geconstrueerde casus zijn niet zonder meer representatief voor
de verdere opschaling van de wijkaanpak tot 2030.
(2) De EIB-studie laat ook zien dat de variatie in kosten en baten tussen proeftuinen
groot is. Of hogere kosten dan vooraf ingeschat ook leiden tot de kosten en onrendabele
toppen, zoals het EIB inschat, is nu nog moeilijk met zekerheid vast te stellen. Uitgangspunt
blijft hoe dan ook dat de transitie haalbaar en betaalbaar moet zijn. Een belangrijk
deel van de investeringskosten zullen daarbij worden «terugverdiend» door vermeden
energielasten. In veel gevallen zal er ook een toename van wooncomfort zijn. Maar
zeker in de eerste jaren zal een deel van de kosten nog gedekt moeten worden via subsidies.
(3) Tot 2030 zullen nog kostenbeperkende innovaties en leereffecten plaatsvinden en veel
hangt ook af van hoe de inrichting en opschaling van de wijkgerichte aanpak verder
vorm krijgt.
Via de proeftuinen wordt veel geleerd over hoe te komen tot een goede businesscase
en wat ervoor nodig is om te komen tot een haalbaar en betaalbaar aanbod. In de markt
zijn al positieve ontwikkelingen zichtbaar. Zo gaan een groot aantal consortia van
marktpartijen en kennisinstellingen in het kader van de topsector energie de komende
paar jaar fors investeren in kostenbesparende innovaties2. Herziening van wet- en regelgeving gericht op het verder ondersteunen van de transitie
draagt daar ook aan bij. Zo worden bijvoorbeeld in de voorziene Wet collectieve warmtevoorziening
duidelijke spelregels tussen publieke en private partijen vastgelegd, waardoor risico’s
voor warmteprojecten beter beheersbaar worden en daarmee projectkosten omlaag gebracht
kunnen worden.
Vraag 3
Hoe valt deze onbetaalbare duurzaamheidsellende te rijmen met uw «belofte» dat de
energietransitie voor iedereen «haalbaar en betaalbaar» zou zijn? Deelt u de conclusie
dat dit geen belofte is, maar pure volksverlakkerij?
Antwoord 3
Nee, ik deel die conclusie niet. De partijen die bij het Programma Aardgasvrije Wijken
en het Klimaatakkoord betrokken zijn gaan juist zorgvuldig te werk om een haalbaar
en betaalbaar aanbod te kunnen waarborgen.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat het effect van het gasvrij maken van woningen op het klimaat
te verwaarlozen is, maar dat de financiële gevolgen voor huishoudens des te rampzaliger
zijn? Deelt u ook de mening dat het hier niet gaat om klimaatbeleid, maar om wanbeleid
dat huishoudens de energiearmoede in stort?
Antwoord 4
Nee, ik deel die conclusie niet. Het uitvoeren van het Klimaatakkoord is nodig om
aan de internationale klimaatafspraken te voldoen en daarmee klimaatverandering tegen
te gaan. Een belangrijke doelstelling van het Klimaatakkoord is de gebouwde omgeving
aardgasvrij maken. Uitgangspunt bij het realiseren van deze doelstelling blijft dat
dit voor huishoudens haalbaar en betaalbaar moet zijn.
Vraag 5
Staat u nog steeds achter het doel van het Programma Aardgasvrije Wijken, namelijk
het opdoen van kennis en ervaring? Deelt u de mening dat de tot dusverre opgedane
kennis en ervaring tot maar een conclusie kunnen leiden, namelijk dat het gasloos
maken van woningen onzinnig, onhaalbaar en onbetaalbaar is?
Antwoord 5
Ja, ik sta achter de doelstelling van het Programma Aardgasvrije Wijken om kennis
en ervaring op te doen en te leren hoe de inrichting en opschaling van de wijkgerichte
aanpak het beste kan worden vormgegeven. In de voortgangsrapportage over het programma
die kortgeleden naar de Tweede Kamer is gestuurd, ga ik in op de leerervaringen tot
nu toe. Het is belangrijk de komende jaren de leerervaringen verder te ontsluiten
en om te zetten in concrete handvatten voor gemeenten en de betrokken partijen om
wijkgericht aan de slag te gaan. Ik deel de genoemde conclusie dan ook niet.
Vraag 6
Bent u ertoe bereid onmiddellijk te stoppen met uw rampzalige energietransitie en
de bewoners van de door u geselecteerde «aardgasvrije proeftuinen» hier niet langer
als proefkonijnen voor in te zetten?
Antwoord 6
Nee, daar ben ik niet toe bereid. Juist door nu te investeren in de energietransitie
kunnen we later hogere kosten voorkomen. De partijen betrokken bij de proeftuinen
hanteren een zorgvuldige aanpak zodat het uitgangspunt van «haalbaar en betaalbaar»
voor huishoudens gewaarborgd kan worden. De bewoners van de proeftuinen zijn geen
proefkonijnen.
Vraag 7
Deelt u de conclusie dat er niets gaat boven een oude, vertrouwde gasaansluiting (de
schoonste fossiele brandstof)?
Antwoord 7
Nee, ik deel die conclusie niet. Om klimaatverandering tegen te gaan moeten gebouwen
energiezuiniger worden gemaakt en de aardgasaansluiting geleidelijk aan worden vervangen
door een duurzame warmtevoorziening. Dit zal voor een belangrijk deel ook via een
wijkgerichte aanpak moeten gebeuren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.