Schriftelijke vragen : Lozingen in de Maas
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over lozingen in de Maas (ingezonden 12 april 2021).
Vraag 1
            
Kent u de uitzending «troebele wateren» van het KRO-NRCV programma De Vuilnisman?1
Vraag 2
            
Is het op uw ministerie bekend dat Chemelot jaarlijks 15.000 kilo microplastics mag
               lozen in het water? Zo ja, acht u dit verantwoord? Zo nee, hoe komt het dat deze informatie
               niet bekend was bij uw ministerie?
            
Vraag 3
            
Hoe kan het dat opkomende stoffen geloosd mogen worden in het Nederlandse water, terwijl
               er met een voorlopige drempelwaarde gewerkt wordt en schadelijke milieueffecten dus
               onbekend zijn?
            
Vraag 4
            
Acht u, de in vraag 2 en 3 beschreven praktijken, verstandig vanuit het voorzorgsprincipe?
               Zo ja, waarom? Zo nee, waarom is dit dan toegestaan en welke stappen gaat u nemen
               om dit te verbieden?
            
Vraag 5
            
Herkent u het geschetste beeld in De Vuilnisman dat economische belangen, bij het lozen van stoffen, doorslaggevend zijn boven milieubelangen?
               Zo ja, hoe wilt u dit in de toekomst voorkomen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 6
            
Hoe duidt u het dat er op een zijtak van de Ur wordt geloosd, terwijl deze zijtak
               de pijp van Chemelot zelf blijkt te zijn en uitkomt op de Maas? Ziet u hierin een
               manier van Chemelot om de vergunning provinciaal aan te vragen in plaats van deze
               bij het Rijk aan te vragen?
            
Vraag 7
            
Denkt u dat lokale/regionale economische belangen een wegingsfactor vormen voor de
               vergunningsaanvraag op lokaal/regionaal niveau? Zo ja, moet dit dan niet voorkomen
               worden? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 8
            
Kunt u uiteenzetten waarom het, zoals De Vuilnisman illustreerde, onoverzichtelijk blijft welke bedrijven mogen lozen in het oppervlaktewater?
Vraag 9
            
Is dit een gevolg van decentralisatieprocessen en zou het werkbaarder zijn als de
               vergunningverlening weer op centraal niveau gaat plaatsvinden? Zo ja, hoe gaan we
               dat dan regelen? Zo nee, waarom bent u van mening dat het huidige vergunningsstelsel
               voldoet?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Indiener
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.