Schriftelijke vragen : Het bericht 'Fout in nieuwe gokwet zorgt voor ‘meer risico op matchfixing’, sportbonden boos'
Vragen van de leden Kuik (CDA) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Fout in nieuwe gokwet zorgt voor «meer risico op matchfixing», sportbonden boos» (ingezonden 9 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Fout in nieuwe gokwet zorgt voor «meer risico op matchfixing»,
sportbonden boos»?1
Vraag 2
Kunt u aangeven of de berichtgeving, zoals gemeld in het artikel, klopt? Kunnen sportbonden
inderdaad niet tijdig geïnformeerd worden over signalen van matchfixing? Kunnen sportbonden
slechts geïnformeerd worden na instemming van het Openbaar Ministerie? Is dit niet
een heel tijdrovend proces en daarmee dikwijls te laat om matchfixing te voorkomen?
Vraag 3
Hoe kunnen sportbonden hun verantwoordelijkheid nemen en passende maatregelen treffen
om matchfixing te voorkomen op de door hen georganiseerde wedstrijden, indien zij
geen tijdige signalen mogen ontvangen over matchfixing? Terwijl dit uitdrukkelijk
wel de bedoeling is in het Besluit kansspelen op afstand?
Vraag 4
Wanneer bent u op de hoogte gesteld van deze lacune in de wet- en regelgeving?
Vraag 5
Deelt u de mening dat matchfixing moet worden tegengegaan en dat sportbonden daar
een belangrijke rol in hebben?
Vraag 6
Deelt u de mening van de sportbonden dat zij hierdoor vatbaarder worden voor matchfixing?
Vraag 7
Bent u voornemens, desnoods middels een wetswijziging, te regelen dat sportbonden
wel degelijk signalen tijdig mogen ontvangen van matchfixing, teneinde matchfixing
te voorkomen?
Vraag 8
Hoe verhoudt deze lacune zich tot de motie van het lid Van Toorenburg c.s. waarmee
sportbonden een zwaarwegend adviesrecht hebben gekregen wat betreft de wenselijkheid
van kansspelaanbod op wedstrijden en competities in Nederland die door sportbonden
worden georganiseerd? Kunnen sportbonden dit adviesrecht de facto handen en voeten
geven indien zij niet (kunnen) worden geïnformeerd over signalen van matchfixing?2
Vraag 9
Welke consequentie heeft dit voor de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand
(Koa)?
Vraag 10
Wilt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Bikker (ChristenUnie)
en Van Nispen (SP), ingezonden 8 april 2021 (vraagnummer 2021Z05548).
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
A. Kuik, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.