Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Van Gerven over de virtuele verkoop van groene stroom aan Amazon
Vragen van de leden Beckerman en Van Gerven (beiden SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over de virtuele verkoop van groene stroom aan Amazon (ingezonden 10 februari 2021).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 9 april
2021).
Vraag 1
Kent u het bericht in NRC over de virtuele verkoop van groene stroom aan Webwinkel
Amazon?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de verkoop van groene stroom aan Amazon de hoeveelheid energie omvat
die circa een half miljoen huishoudens gebruiken?
Antwoord 2
Ja, dat klopt.
Vraag 3
Kunt u aangeven op welke wijze dergelijke transacties binnen de huidige wet- en regelgeving
vallen en op welke wijze deze bijdragen aan de klimaatdoelen? Ondermijnt een dergelijk
contract niet het draagvlak om de klimaatdoelen in ons kleine zeer dichtbevolkte land
te halen?
Antwoord 3
Om de bouw van deze duurzame energiebronnen te bevorderen is er een Europees systeem
van Garanties van Oorsprong (GvO’s) afgesproken. Voor elektriciteit is dit in Nederland
geregeld in de Elektriciteitswet 1998 en de Regeling garanties van oorsprong en certificaten
van oorsprong.
Op het eerste gezicht kan het GvO-systeem verwarrend lijken, want het lijkt alsof
de opgewekte stroom uit hernieuwbare bronnen daadwerkelijk via een elektriciteitskabel
wordt geleverd aan de kopers van de GvO’s. Dat is echter niet zo. Alle elektriciteit
die wordt opgewekt, komt op het elektriciteitsnet voor transport naar de afnemers.
Op het elektriciteitsnet kan je de elektronen die zijn opgewekt met hernieuwbare bronnen
niet onderscheiden van elektronen die zijn opgewekt met fossiele bronnen. Omdat de
stroom uit windparken zich met stroom uit bijvoorbeeld kolen- en gascentrales op het
elektriciteitsnet mengt, kan een afnemer nooit alleen de stroom uit hernieuwbare bronnen
afnemen. GvO’s maken het mogelijk voor elektriciteitsafnemers om administratief te
waarborgen dat tegenover hun betaling voor elektriciteit, daadwerkelijk stroom met
hernieuwbare bronnen geproduceerd is. Deze administratieve waarborg betekent dus niet
dat de door de windparken opgewekte stroom daadwerkelijk naar een datacenter in het
buitenland wordt geleverd.
Voor de Klimaatakkoorddoelstellingen geldt dat de CO2-reductie of de opwek van stroom uit hernieuwbare bronnen in Nederland plaats moet
vinden. We willen met de opwek van elektriciteit specifiek in Nederland minder CO2 uitstoten.
Indirect vergroot de verkoop van GvO’s juist de kansen voor de energietransitie. Het
biedt de opwekker van stroom uit hernieuwbare bronnen een extra inkomstenbron naast
de verkoop van de stroom zelf. Dit verbetert de business case, en daarmee de uitrol,
van dergelijke duurzame-energieprojecten. Door middel van dergelijke transacties lukt
het om de uitrol van wind-op-zeeprojecten in Nederland subsidievrij te krijgen en
te houden. Daarmee wordt het realiseren van de klimaatdoelstelling betaalbaarder.
Vraag 4
Ligt het niet voor de hand dat de windparken die in de Nederlandse Noordzee worden
geplaatst primair bedoeld moeten zijn voor duurzame energie voor Nederlands gebruik?
Antwoord 4
Zeker, en in de werkelijkheid gebeurt dat ook. Windparken op het Nederlandse deel
van de Noordzee zijn primair bedoeld voor verbruik in Nederland. Daarom wordt de stroom
van deze windparken ook in Nederland aan land gebracht en op het Nederlandse elektriciteitsnet
ingevoed. Via het elektriciteitsnet komt de stroom primair bij de Nederlandse afnemers
terecht.
Vraag 5
Betekent een dergelijke transactie niet dat de druk om op land meer windturbines te
plaatsen waartegen toenemende weerstand ontstaat, toeneemt?
Antwoord 5
Nee. Zoals ik hierboven heb beschreven komt alle stroom van de windparken op zee feitelijk
primair bij de Nederlandse afnemers terecht.
Vraag 6
Hoeveel SDE subsidie is gemoeid met de realisatie van dit windpark nu en in de toekomst?
Antwoord 6
Met dit windpark is geen SDE-subsidie gemoeid. Alleen de eerste twee windparken voor
de kust bij Borssele hebben SDE-subsidie ontvangen. De laatste drie windparken die
getenderd zijn, ontvangen alle geen subsidie. Het kabinet streeft ernaar om alle toekomstige
windparken op zee subsidievrij te laten ontwikkelen door marktpartijen, en de extra
waarde die GvO’s hebben helpt daarbij.
Vraag 7
Hoeveel publiek geld is er gemoeid met het leggen van de electriteitskabels naar het
vasteland en aansluiting op het net?
Antwoord 7
De kosten voor het net op zee voor de windparken uit de routekaart 2023 bedragen gemiddeld
€ 200 miljoen per jaar over een afschrijvingsperiode van 20 jaar. Naar schatting zullen
de jaarlijkse gemiddelde kosten voor de routekaart 2030 € 650–750 miljoen worden.
Dit is echter van vele factoren afhankelijk, zoals bijvoorbeeld de rentestand en de
afschrijvingstermijn.
Vraag 8
Bent u bereid een overzicht te geven van alle virtuele transacties rond groene stroom
die in Nederland wordt geproduceerd?
Antwoord 8
Ja, feitelijk gebeurt dat al. Het systeem van GvO’s voor elektriciteit wordt uitgevoerd
door CertiQ. Op de internetpagina van CertiQ wordt maandelijks een overzicht gepubliceerd
over de gecertificeerde productie van duurzame elektriciteit in Nederland. Daarnaast
wordt er gerapporteerd over import en export van GvO's. Dit overzicht biedt wel geaggregeerde
volumes in verband met bedrijfsvertrouwelijke informatie.
Vraag 9
Bent u bereid een overzicht te geven van alle Nederlandse bedrijven die elders in
de wereld virtuele groene stroom aankopen zonder die zelf te gebruiken?
Antwoord 9
Alle Nederlandse energieleveranciers zijn op basis van de Elektriciteitswet 1998 en
de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet verplicht om jaarlijks
een stroometiket op te stellen. Bedrijven en huishoudens ontvangen dit stroometiket,
passend bij hun energiecontract, jaarlijks. Op het stroometiket onderbouwen energieleveranciers
op basis van hun afgeboekte certificaten van welke energiebron de geleverde elektriciteit
afkomstig is. Op de internetpagina van CertiQ is geaggregeerde informatie te vinden
over de import van certificaten uit het buitenland. Hieruit blijkt dat vooral GvO’s
voor windenergie worden geïmporteerd uit bijvoorbeeld Italië en Spanje.
Vraag 10
Kunt u aangeven hoeveel megawatt in Nederland geproduceerde groene stroom virtueel
ons land verlaat en hoe deze in de nul-emissie-elektriciteit wordt meegenomen in de
boekhouding van het bedrijf dat de energie virtueel heeft aangekocht en de Nederlandse
boekhouding rond de emissie? Kunt u hiervan een overzicht geven?
Antwoord 10
GvO’s kunnen zowel in Nederland als in het buitenland worden gebruikt voor de onderbouwing
van de levering van duurzame elektriciteit. Nederland importeert meer GvO’s uit het
buitenland dan dat het exporteert. De netto import van GvO’s in Nederland was in 2020
42.689 GWh. De netto export van GvO’s was 2.528 GWh. Dat betekent dat GvO’s van in
Nederland geproduceerde elektriciteit grotendeels worden gebruikt voor de onderbouwing
van levering van elektriciteit in Nederland.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe de ontstane grijze stroom wordt verkocht en hoe de controle op
de juiste registratie van de emissie boekhouding is georganiseerd en op welke wijze
hierop bij dubbele registratie wordt gehandhaafd?
Antwoord 11
De levering van grijze stroom wordt sinds 1 januari 2020 ook onderbouwd met certificaten
(certificaten van oorsprong). Ook dit is geregeld in de Elektriciteitswet 1998 en
de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong. De grijze stroom
zelf kan verkocht worden op de elektriciteitsmarkt of via bilaterale contracten. De
emissieboekhouding staat geheel los van het systeem van certificaten. Hierdoor kan
er van dubbele registratie ook geen sprake zijn. De Nederlandse Emissieautoriteit
borgt dat bedrijven, die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS)
of vallen onder de wet- en regelgeving voor hernieuwbare energie vervoer en brandstoffen
luchtverontreiniging, voldoen aan hun verplichtingen.
Vraag 12
Kunt u aangeven op welke wijze de virtuele handel in energie bijdraagt aan het terugdringen
van het gebruik van fossiele brandstof en de uitstoot van CO2 en NOx bij de koper van de virtuele energie?
Antwoord 12
GvO’s maken het mogelijk om een link te leggen tussen duurzame energieproductie en
de levering van energie. De waarde van GvO’s zorgt voor een betere business case voor
subsidieloze duurzame-energieprojecten. Een positieve business case is noodzakelijk
om projecten als Hollandse Kust Noord subsidievrij te kunnen realiseren. In de SDE++
wordt bij aanvragen vanaf 2020 gecorrigeerd voor de waarde van GvO’s, waardoor er
minder subsidie hoeft te worden uitgekeerd en er meer middelen beschikbaar blijven
voor aanvullende projecten voor CO2-reductie.
Vraag 13
Deelt u de mening dat een wildgroei van oncontroleerbare virtuele transacties rond
energie onwenselijk is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke regelgeving kunnen we hierover
verwachten?
Antwoord 13
Nee, die mening deel ik niet, aangezien de handel in GvO’s is vastgelegd in Europese
en nationale regelgeving. Er is dus geen sprake van oncontroleerbare virtuele transacties.
Vraag 14
Kunt u aangeven op welke wijze ook particulieren kunnen profiteren van de virtuele
aankoop van energie? Kan iemand zijn gas- of kolenkachel blijven stoken door elders
virtueel energie aan te kopen en weer door te verkopen?
Antwoord 14
GvO’s zijn het enige instrument waardoor de herkomst kan worden aangetoond van hernieuwbare
bronnen. Zij worden enkel gebruikt voor informatie over de herkomst van elektriciteit,
gas en warmte bij de levering aan huishoudens. Door het gebruik van GvO’s kan er geen
grijze energie verkocht worden als groene energie. De energieproductie wordt gecontroleerd
door CertiQ zodat de juiste certificaten worden afgegeven.
Vraag 15
Kunt u aangeven of ook overheden in ons land gebruik maken van de aan- en verkoop
van virtuele stroom, om zo hun klimaatdoelen te halen? Zo ja, graag een overzicht
van de mate waarop dit principe wordt toegepast en de gevolgen die dit heeft voor
de klimaatdoelen in verhouding tot de werkelijk gerealiseerde vermindering van uitstoot?
Antwoord 15
De klimaatdoelstellingen worden niet gemeten op basis van GvO’s. Voor het behalen
van de reductiedoelstellingen wordt alleen gekeken naar de energieproductie in Nederland.
Hier wordt gekeken hoeveel CO2 Nederland uitstoot bij deze productie. Ook in de berekening van het aandeel hernieuwbare
energie spelen GvO’s geen rol, omdat uitsluitend naar de productie van energie wordt
gekeken en niet naar de handel daarin.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.