Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Otterloo over de aanpassing van de procedure omtrent het geldig verklaren en het tellen van binnengekomen briefstemmen
Vragen van het lid Van Otterloo (50PLUS) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanpassing van de procedure omtrent het geldig verklaren en het tellen van binnengekomen briefstemmen (ingezonden 17 maart 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
9 april 2021).
Vraag 1, 2, 3
Hoe verhouden zich de foutpercentages die nu bij briefstemmen zijn opgetreden tot
die welke de afgelopen keren bij het briefstemmen vanuit het buitenland zijn vastgesteld?
Is er sprake geweest van het enkel kopiëren van genoemde procedure, of zijn er testen
uitgevoerd onder de doelgroep teneinde mogelijke problemen te signaleren en aanpassingen
door te voeren?
Is er in de testfase rekening gehouden met de diversiteit van de groep, bijvoorbeeld
voor wat betreft opleidingsniveau, laaggeletterdheid en verminderd begripsvermogen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1, 2, 3
De procedure voor het stemmen per brief door kiezers van 70 jaar en ouder is gebaseerd
op de procedure die geldt voor de Nederlanders die vanuit het buitenland mogen stemmen,
maar is op een aantal onderdelen anders.
Zowel de kiezers in het buitenland als de kiezers van 70 jaar en ouder die in Nederland
wonen, hebben de stempas en het stembiljet gescheiden van elkaar ontvangen. Een verschil
is dat de kiezers in het buitenland de 2 enveloppen die nodig zijn om te kunnen stemmen
per brief, tegelijk met de stempas hebben ontvangen; de kiezers van 70 jaar en ouder
hebben deze 2 enveloppen gelijktijdig met het stembiljet gekregen. De reden voor dit
verschil is dat de kiezers in het buitenland hun stembiljet per mail kunnen ontvangen
en ook met een (heel) ander stembiljet stemmen dan het stembiljet dat door de kiezers
in Nederland wordt gebruikt. Verder moeten de kiezers in het buitenland hun stempas
ondertekenen én een kopie van een geldig paspoort of identiteitsbewijs meesturen.
De kopie van het paspoort of identiteitskaart is bij de kiezers in het buitenland
nodig om het bezit van Nederlanderschap aan te tonen. Dat gold niet voor de kiezers
van 70 jaar en ouder die bij de Tweede Kamerverkiezing per post mochten stemmen.
De briefstembescheiden voor de kiezers van 70 jaar en ouder zijn in december 2020
in zogenoemde focusgroepen getest. Het rapport daarvan heeft de Tweede Kamer op 12 januari
ontvangen.1
Vraag 4
Welk deel van de formeel «fout» uitgebrachte stemmen kan als gevolg van deze procedurele
aanpassing alsnog meetellen en welk aantal stemmen kan nu als nog als geldig worden
aangemerkt?
Antwoord 4
Op basis van de processen-verbaal van de vooropening die de gemeentelijke briefstembureaus
hebben opgesteld, en die ook zijn gepubliceerd door de gemeenten, is niet precies
te bepalen hoeveel terzijdeleggingen zijn voorkomen door de aanpassing van de werkwijze.
Vraag 5, 6, 7, 9
Is met deze maatregel het percentage ongeldige stemmen weer gereduceerd tot «normaal»
niveau? Zo niet, welk percentage respectievelijk welke aantallen ongeldig uitgebrachte
stemmen resteren nu nog?
Zijn er nog andere fouten die vaker dan gemiddeld gemaakt worden door briefstemmers?
Zo ja, welke?
Onder verwijzing naar uw brief waarin u de stand van zaken aangaf tot en met de op
woensdag 10 maart bij PostNL binnengekomen brieven en waarin u sprak over een percentage
van 2,5%, is dat percentage briefstemmen ingeleverd in een enveloppe zonder antwoordnummer
ongewijzigd gebleven dan wel hoger of lager geworden?
Is inmiddels waterdicht geregeld dat stembrieven met het foutieve gemeentelijke adres
toch bij het juiste stembureau belanden?
Antwoord 5, 6, 7, 9
Het aantal ongeldige stemmen is door het centraal stembureau (in casu de Kiesraad)
in het kader van de uitslagvaststelling bepaald. Dat percentage bedraagt 0,29%.
Het aantal terzijdezeggingen bij de vooropening is alleen te achterhalen door de door
de briefstembureaus opgestelde processen-verbaal van vooropening te bekijken. Ten
behoeve van de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing heeft het Ministerie van BZK
de op het internet gepubliceerde processen-verbaal van ca. 160 gemeenten bekeken.
Daaruit kan worden opgemaakt dat bij deze gemeenten het gemiddelde percentage terzijdeleggingen
iets meer dan 4% is.
PostNL heeft ca. 33.000 ongeadresseerde briefstembiljetenveloppen in de brievenbussen
aangetroffen. De briefstembiljetenveloppen waren niet geadresseerd, omdat die envelop
niet bedoeld is om de briefstem te zenden aan het briefstembureau van de gemeente.
PostNL heeft die ongeadresseerde enveloppen bezorgd bij 25 gemeenten. Conform de werkwijze
die op dinsdag 16 maart jl. is doorgevoerd, inhoudende dat de briefstembureaus de
briefstembiljetenveloppen mochten openen om na te gaan of daar de stempluspas in zat,
zijn deze ongeadresseerde enveloppen geopend. Slechts in een zeer gering deel van
de 33.000 enveloppen, waarschijnlijk niet meer dan enkele procenten, zat niet alleen
een briefstembiljet maar ook een stempluspas. Deze zijn waar mogelijk alsnog bij de
juiste gemeente bezorgd. De enveloppen met uitsluitend het briefstembiljet zijn terzijde
gelegd. Als ook deze terzijdeleggingen worden meegerekend, komt het gemiddelde uit
op iets meer dan 6%.
Aangetekend moet worden dat het onmogelijk is om te achterhalen of de kiezers die
hun briefstembiljet in de ongeadresseerde briefstembiljet hebben opgestuurd ook nog
separaat, in de geadresseerde retourenvelop, de stempluspas hebben opgestuurd. Waar
dat is gebeurd, treedt een dubbeltelling aan terzijdeleggingen op. Evenmin is te achterhalen
of kiezers die hun briefstembiljet in de ongeadresseerde briefstembiljetenvelop hebben
opgestuurd, met hun stempluspas zijn gaan stemmen in het stemlokaal of een onderhandse
volmacht aan een andere kiezer hebben gegeven. Al deze onzekerheden brengen mee dat
het percentage terzijdeleggingen niet nauwkeurig bepaald kan worden. De beste aanname
die gedaan kan worden op basis van het beschikbare materiaal, is dat het percentage
terzijdeleggingen waarschijnlijk ligt tussen de 4% en de 6%.
Overigens is de kans op fouten bij briefstemmen in algemene zin groter dan bij het
stemmen in het stemlokaal. In bijvoorbeeld Oostenrijk, waar briefstemmen al langer
mogelijk is, is het percentage ongeldige stemmen ongeveer 4%, en bij de laatste verkiezing
5,7%, en in het Verenigd Koninkrijk bij de introductie ook ca. 4%. Nederlanders in
het buitenland kunnen ook al sinds langer per brief stemmen. Bij de kiezers in het
buitenland is het percentage terzijdeleggingen bij deze Tweede Kamerverkiezing 2,8%
geweest.
Vraag 8
Wat vindt u van het voorstel om, conform de nu gewijzigde instructies voor de afhandeling
van briefstemmen en stemkaarten in eenzelfde enveloppe, deze stembiljetten (die formeel
niet te bezorgen zijn, maar wel herkenbaar als envelop met stembiljet) naar het Centrale
stembureau in Den Haag te transporteren, en die daar op dezelfde wijze conform de
gewijzigde instructie tezamen met de stemmen uit het buitenland te tellen?
Antwoord 8
Ik ga ervan uit dat de vragensteller met «het centraal stembureau in Den Haag» doelt
op het briefstembureau van de gemeente Den Haag dat de stemmen telt die zijn uitgebracht
door de kiezers in het buitenland. De wet schrijft voor dat een briefstem die is uitgebracht
in een bepaalde gemeente, alleen kan worden geteld door een briefstembureau van die
gemeente. Alleen dat briefstembureau kan immers controleren of het nummer van de stempluspassen
van de briefstemmers voorkomt in het door de burgemeester vastgestelde register van
ongeldige stempassen.
Vraag 10, 11, 12
Op welke wijze administreert en verantwoordt PostNL de verwerkte stemmen vanaf het
moment van ophalen bij de brievenbussen tot aan het moment dat deze dagelijks in verzegelde
zakken worden afgeleverd bij de gemeenten?
Op welke wijze kunnen de gemeenten respectievelijk het centraal stembureau er zeker
van zijn dat alle voor die gemeente bestemde biljetten ook daadwerkelijk ontvangen
en verwerkt zijn?
Hoe heeft PostNL, naast het opbergen in beveiligde ruimten, de verzekering kunnen
geven dat de procedures het kwijtraken van stembiljetten niet toelaten, ofwel hoe
wordt gecontroleerd dat alle geposte stembrieven ook daadwerkelijk zijn afgeleverd?
Antwoord 10, 11, 12
PostNL heeft een proces ingericht voor de bezorging van de briefstemmen die in de
brievenbussen zijn aangetroffen. Op verzoek van de Tweede Kamer heb ik aan PostNL
gevraagd om verdere details over dit proces en over de door PostNL uit te voeren audit
bekend te maken. Ik heb op 12 januari de Tweede Kamer bericht over het antwoord van
PostNL op dit verzoek2, inhoudende dat PostNL een operationele audit uitvoert op de inrichting van het zgn.
«dedicated proces» en de waarborgen, en dat de hoge mate van bedrijfsvertrouwelijkheid
en de inzichten in de processen en waarborgen, het, met het oog op een betrouwbaar
briefstemproces, niet mogelijk en wenselijk is dit openbaar te delen. PostNL is echter
bereid om in een vertrouwelijke bijeenkomst een nadere toelichting te geven over dit
proces en de waarborgen, indien deze behoefte leeft bij de leden van de Tweede Kamer.
Vraag 13
Kunt u deze vragen uiterlijk drie dagen voor het vaststellen van de definitieve uitslag
(op maandag 29 maart) beantwoorden?
Antwoord 13
Het beantwoorden van deze vragen uiterlijk drie dagen voor het vaststellen van de
definitieve uitslag is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.