Schriftelijke vragen : De kwalificatie 'veilig land' in asielzaken
Vragen van het lid Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de kwalificatie «veilig land» in asielzaken (ingezonden 8 april 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Kwalificatie «veilig land» in asielzaken moet beter onderbouwd
worden»1 en de achterliggende uitspraak met persbericht van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State (hierna: de Afdeling)?2
Vraag 2
Hoe gaat u de opstelling van de Afdeling, dat de uitspraak relevant is voor de herbeoordeling
van andere landen die u als veilig heeft aangemerkt en voor de vreemdelingen die uit
deze landen afkomstig zijn, verwerken in uw beleid ten aanzien van asielverzoeken
uit vermeend veilige landen?
Vraag 3
Hoe gaat u er in de toekomst wel voor zorgen dat u alle beschikbare bronnen gaat gebruiken
om tot de beoordeling te komen of een land al dan niet als veilig moet worden gezien?
Vraag 4
Wat betekent de uitspraak voor lopende asielverzoeken uit vermeend veilige landen?
Wordt de beoordeling van dergelijke verzoeken aangehouden tot het moment dat wel duidelijkheid
is over de veiligheid van een land van herkomst? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt
zich dat tot de uitspraak?
Vraag 5
Wat betekent de uitspraak voor afgedane asielverzoeken van personen die op grond van
het feit dat ervan uit werd gegaan dat zij uit een veilig land kwamen geen asiel hebben
gekregen? Moeten zaken opnieuw beoordeeld worden? Zo ja, hoe gaat u hier zorg voor
dragen? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Kati Piri, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.