Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Toezichthouder NVWA stond kwekers het gebruik van een verboden middel toe’
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Toezichthouder NVWA stond kwekers het gebruik van een verboden middel toe» (ingezonden 8 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Toezichthouder NVWA stond kwekers het gebruik van een
verboden middel toe»?1
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat jarenlang het gewasbeschermingsmiddel V10 is gebruikt door
tomatentelers en -kwekers, ondanks het feit dat dit een verboden middel was?
Vraag 3
Klopt het dat René van der Vlugt, hoogleraar plantenvirologie aan Wageningen University
& Research (WUR), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) herhaaldelijk
wees op het illegale gebruik van V10? Zo ja, waarom is desondanks niet ingegrepen?
Vraag 4
Waarop is het besluit van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen
en biociden (Ctgb) gebaseerd, dat stelt dat V10 veilig gebruikt kan worden mits een
protocol met hygiënemaatregelen wordt gevolgd?
Vraag 5
Kunt u deze onderliggende onderzoeken delen met de Kamer?
Vraag 6
Kunt u het genoemde interne stuk delen met de Kamer, waarin staat: «Sinds enkele jaren
introduceert echter een deel van de telers aan het begin van het seizoen het virus
opzettelijk in hun teelt. Dit is in strijd met de wet omdat er een niet toegelaten
middel wordt ingezet»?
Vraag 7
Klopt het dat de NVWA in stukken heeft geschreven geen onderzoek in te stellen naar
illegaal V10-gebruik, maar alleen te zullen waarschuwen voor de risico’s van het middel?
Zo ja, hoe beoordeelt u deze uitspraak? Kunt u deze delen met de Kamer?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Vestering
(PvdD), ingezonden 8 april 2021 (vraagnummer 2021Z05532).
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
T.C. (Tjeerd) de Groot, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.