Schriftelijke vragen : De dreigende uitzetting van Amsterdamse modelburgers Sofia en Najoua
Vragen van de leden Ellemeet (GroenLinks), Ceder (ChristenUnie), Jasper van Dijk (SP) en Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de dreigende uitzetting van Amsterdamse modelburgers Sofia en Najoua (ingezonden 8 april 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Uitzetting dreigt voor model-Amsterdammers Sofia en
Najoua: zijn ze wel Nederlands genoeg?»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat een kind niet verantwoordelijk kan worden gehouden, laat staan
bestraft, voor de daden van de ouders, zoals ook volgt uit artikel 2, tweede lid,
van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Betekent de norm van het niet straffen van kinderen voor de daden van ouders zoals
vastgelegd in artikel 2, tweede lid, IVRK niet dat in Nederland opgegroeide en gewortelde
kinderen aanspraak moeten kunnen maken op verblijf op grond van artikel 8 van het
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), waarin het recht op bescherming
van privéleven is opgenomen? Zo nee, waarom in uw ogen niet?
Vraag 4
Waarom stelt u hoger beroep in tegen het vonnis in de zaak van Sofia en Najoua, terwijl
de rechtbank glashelder wijst op grote tekortkomingen in het besluit van de IND, in
plaats van dat u de door de IND gemaakte fouten herstelt en Sofia en Najoua de verblijfsvergunning
geeft waar zij recht op hebben?
Vraag 5
Welk toetsingskader hanteert de IND voor het al dan niet instellen van hoger beroep
tegen een vonnis van de rechtbank waarin wordt geoordeeld dat de IND geen proportionele
afweging heeft gemaakt tussen de belangen van de staat en de belangen van de aanvrager(s)
van een verblijfsvergunning?
Vraag 6
Klopt het, dat het door de IND genoemde «risico» dat een verblijfsvergunning voor
gewortelde personen als Sofia en Najoua leidt tot een afgeleide vergunning voor de
ongedocumenteerde moeder niet aannemelijk is, zoals ook de rechtbank stelt? Zo ja,
waarom voert de IND dit aan als argument in zaken rond personen die ouder zijn dan
18 jaar?
Vraag 7
Welke mogelijkheden hebben personen die als minderjarige naar Nederland zijn gekomen
en hier zijn opgegroeid zonder verblijfsstatus, om na hun achttiende verjaardag zelf
een verblijfsstatus te verkrijgen? Kunt u beargumenteren waarom die mogelijkheden
voldoende zijn als invulling van de rechten van in Nederland gewortelde en opgegroeide
kinderen?
Vraag 8
Bent u van mening dat u en de IND voldoende communiceren over wat een in Nederland
opgegroeid kind zonder verblijfsstatus na zijn of haar achttiende verjaardag kan doen
om aan een verblijfsstatus te voldoen? Zo nee, bent u bereid deze communicatie te
verbeteren?
Vraag 9
Kunt u de werkinstructie die de IND momenteel hanteert voor de beoordeling van aanvragen
voor een verblijfsvergunning op basis van artikel 8 EVRM met de Kamer delen? Zo nee,
waarom niet?
Indieners
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.