Schriftelijke vragen : Het bericht 'School duwt kinderen ongevraagd uit de kast'
Vragen van de leden Rudmer Heerema en Yeşilgöz-Zegerius (beiden VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «School duwt kinderen ongevraagd uit de kast» (ingezonden 30 maart 2021).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de ervaringen van leerlingen van de Gomarus in Gorinchem uit het
bericht «School duwt kinderen ongevraagd uit de kast»?1
Vraag 2
In hoeverre komen de ervaringen van deze leerlingen overeen met de Wet veiligheid
op school, die regelt dat scholen moeten zorgen voor een sociaal veilige omgeving
voor leerlingen? Deelt u de mening dat er niet sprake is van sociale veiligheid op
een school wanneer bijvoorbeeld een leraar een gevangenisstraf voor homo’s passend
vindt of mentoren die vertrouwelijke informatie zomaar doorspelen aan derden?
Vraag 3
Welke sancties kunt u opleggen aan een school wanneer er geen sprake is van een veilige
schoolcultuur voor leerlingen? Bent u bereid om in dit geval deze sancties op te leggen?
Zo ja, op welke manier gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Klopt het dat de signalen uit het artikel ook de Inspectie van het Onderwijs hebben
bereikt? Welke stappen gaat de Inspectie van het Onderwijs nu precies zetten met betrekking
tot de Gomarus?2 Op welke manier houdt u de Kamer hiervan op de hoogte?
Vraag 5
Bent u bereid om de Inspectie van het Onderwijs een aanwijzing te geven om nader onderzoek
te doen naar de sociale veiligheid en de correcte uitvoering van de burgerschapsopdracht
door de Gomarus? Zo ja, wanneer kunnen we dit verwachten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Zijn de geschetste signalen uit het artikel in strijd met het onlangs door de Tweede
Kamer aangenomen wetsvoorstel «verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen
in het funderend onderwijs»?3 Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
In hoeverre komt de visie van de Gomarus4, dat seksualiteit thuishoort binnen een huwelijk tussen één man en één vrouw, overeen
met het aangenomen amendement Van den Hul c.s.5, dat vraagt om een norm tot handelen met betrekking tot respect tot LHBTI’ers? Klopt
het dat deze visie en handeling van de Gomarus dus in strijd is met het wetsvoorstel
«verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs»?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Klopt het dat de Eerste Kamer momenteel nog in afwachting is van de memorie van antwoord
van het wetsvoorstel «verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het
funderend onderwijs»? Waarom zijn deze antwoorden nog niet gegeven? Ziet u naar aanleiding
van deze signalen ook de noodzaak in dat dit wetsvoorstel zo snel als mogelijk behandeld
dient te worden in de Eerste Kamer? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Eerste
Kamer deze antwoorden verwachten?
Vraag 9
Deelt u de mening dat de beschreven ervaringen van leerlingen uit het artikel niet
thuishoren in een vrije samenleving en dat we al het mogelijke moeten doen om ervoor
te zorgen dat jongens en meisjes, die toevallig verliefd worden op iemand van het
eigen geslacht, veilig moeten kunnen opgroeien en gewoon zichzelf moeten kunnen zijn
in Nederland?
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden, aangezien het hier
gaat om de veiligheid en welzijn van kinderen?
Indieners
-
Gericht aan
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Indiener
R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Dilan Yeşilgöz-Zegerius, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.