Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma en Belhaj over het bericht 'Situation Report EEPA HORN No. 50' van 9 januari en 'Situation Report HORN No. 81' van 11 februari
Vragen van de leden Sjoerdsma en Belhaj (beiden D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Situation Report EEPA HORN No. 50» van 9 januari en «Situation Report HORN No. 81» van 11 februari (ingezonden 17 februari 2021).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 24 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Situation Report EEPA HORN No. 50»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht «Situation Report EEPA HORN No. 81»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe vorderen de gesprekken met de Ethiopische regering? Worden er ook gesprekken gevoerd
met de Eritrese regering?
Antwoord 3
Eritrea blijft ontkennen dat het Eritrese leger actief is in Tigray. De Eritrese regering
toont weinig tot geen bereidheid om met de EU, de VS of de VN het gesprek aan te gaan
over de situatie in Tigray. Er zijn echter genoeg aanwijzingen dat het Eritrese leger
actief betrokken was en nog altijd betrokken is bij het gewapende conflict in Tigray
en bij serieuze mensenrechtenschendingen. Premier Abiy heeft op 23 maart in het Ethiopische
parlement erkend dat Eritrese troepen in Tigray aanwezig zijn. Ook houdt de Ethiopische
Mensenrechtencommissie in een voorlopig rapport, gepubliceerd op 23 maart, met name
Eritrese troepen verantwoordelijk voor grootschalige mensenrechtenschendingen in de
stad Axum.
Nederland heeft in de VN Mensenrechtenraad Eritrea opgeroepen om zijn troepen onmiddellijk
terug te trekken uit Ethiopië en om het internationaal recht te respecteren, waaronder
het vluchtelingenverdrag en internationaal humanitair recht.
In de gesprekken die de EU en haar lidstaten, waaronder ook de Nederlandse regering,
de VS en de VN met de Ethiopische regering hebben gevoerd is er voortdurend met klem
op aangedrongen om volledige toegang te verlenen aan humanitaire hulporganisaties,
aan media en aan de Ethiopische Mensenrechtencommissie, VN (OHCHR) en andere onafhankelijke
partijen voor onderzoek naar mensenrechtenschendingen. Dat heeft er aan bijgedragen
dat de Ethiopische regering op 3 maart jl. volledige humanitaire toegang, toegang
van de media, alsmede onderzoek door de Ethiopische Mensenrechtencommissie heeft toegezegd.
Met name het feit dat humanitaire actoren nu geen toestemming meer hoeven te vragen
maar slechts een meldplicht hebben bij het Ministry of Peace om zich in Tigray te kunnen verplaatsen is een stap in de goede richting.
Hoewel deze gezamenlijke inzet tot een aantal verbeteringen heeft geleid, is het gewenste
resultaat, dat humanitaire hulp alle inwoners van Tigray bereikt en dat onafhankelijk
onderzoek gedaan wordt naar mensenrechtenschendingen, nog niet bereikt. De toezeggingen
en verbeteringen vormen echter wel een basis op grond waarop kan worden voortgebouwd
in toekomstige gesprekken met de autoriteiten over het verder verbeteren van humanitaire
toegang en onafhankelijk onderzoek naar mensenrechtenschendingen. Nederland heeft
samen met gelijkgestemde partners alle betrokken partijen bovendien opgeroepen om
een eind aan de gevechtshandelingen te maken en te kiezen voor een politieke uitweg
uit dit conflict. De Afrikaanse Unie kan hierbij een leidende rol spelen.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat er in december een humanitaire hulpverlener van de Nederlandse
ngo ZOA is omgekomen in het vluchtelingenkamp Hitsats in Tigray?3
Antwoord 4
Ja. Op 30 december 2020 meldde ZOA officieel op hun website dat een collega die betrokken
was bij de humanitaire hulpverlening tijdens onlusten eerder die maand om het leven
is gekomen in Tigray. Het kabinet is getroffen door dit droeve bericht en leeft mee
met de nabestaanden, en met collega’s van het slachtoffer bij ZOA.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat er in januari een tweede Nederlandse humanitaire hulpverlener
van de Nederlandse ngo ZOA is omgekomen in het conflict? Bent u het ermee eens dat
de moord op een humanitaire hulpverlener veroordeeld dient te worden? Welke andere
maatregelen wilt u naar aanleiding hiervan nemen?
Antwoord 5
ZOA heeft laten weten dat er geen tweede humanitaire hulpverlener is omgekomen tijdens
het conflict in Tigray.
Vanzelfsprekend dienen alle mensenrechtenschendingen in conflictsituaties veroordeeld
te worden en moeten humanitaire hulpverleners wereldwijd hun werk kunnen uitvoeren
zonder dat zij daarin belemmerd worden of anderszins onderdeel van het conflict worden
gemaakt. Minister-President Rutte, Minister Kaag en ikzelf hebben daarom in onze bilaterale
gesprekken de Ethiopische regering opgeroepen tot het respecteren van het internationaal
humanitair recht en mensenrechten en wij hebben onze zorgen uitgesproken over het
geweld en de slachtoffers daarvan.
Vraag 6
Bent u bekend met het bericht dat er twee vluchtelingenkampen (Shemelba en Hitsats)
met internationaal erkende Eritrese vluchtelingen zijn vernietigd en dat hierbij 20.000
vluchtelingen zijn verdwenen, waarbij wordt aangegeven dat er zo’n 10.000 vluchtelingen
terug meegenomen zijn naar Eritrea? Kunt u dit bericht bevestigen? Wat is het lot
van deze mensen?
Antwoord 6
Ik ben bekend met de zeer zorgwekkende berichtgeving over de vluchtelingenkampen Shemelba
en Hitsats. Vanwege het nog altijd volledig ontbreken van toegang tot het gebied waar
deze kampen zich bevinden voor hulpverleners, media en onderzoekers is het niet mogelijk
om de vernietiging van deze kampen door hen bevestigd te krijgen. De VN heeft desalniettemin
al wel aangegeven dat de twee kampen als vernietigd moeten worden beschouwd.
UNHCR, bij monde van Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Grandi, heeft voorts grote
zorgen geuit over het lot van de vluchtelingen die in deze kampen werden opgevangen.
Hij heeft ook aangegeven dat de VN over sterke aanwijzingen beschikt dat een onbekend
aantal van deze vluchtelingen is meegevoerd naar Eritrea. Dit gaat in tegen het beginsel
van non-refoulement. Dit is een fundamenteel principe in het VN Vluchtelingenverdrag uit 1951, waarvoor
de verantwoordelijkheid ligt bij het opvangende land. Het overtreden van dit principe
is een grove schending van de bescherming van vluchtelingen.
UNCHR geeft bovendien aan dat een aantal Eritrese vluchtelingen is gevlucht naar Soedan
en dat een ander deel zich schuilhoudt op het platteland, vaak onder erbarmelijke
omstandigheden. De Ethiopische autoriteiten pogen nu Eritrese vluchtelingen die als
gevolg van het conflict in Tigray geen onderdak meer hebben, over te brengen naar
twee reeds bestaande vluchtelingenkampen elders in Tigray. Deze kampen lopen tegen
hun maximale opvangcapaciteit aan, wat ernstige gevolgen kan hebben voor alle inwoners
van het kamp. Er wordt nu gewerkt aan uitbreiding van de capaciteit van deze kampen.
Vraag 7
Zijn er in het diplomatieke verkeer berichten van werkkampen of mogelijke massamoorden
in Eritrea?
Antwoord 7
Nederland heeft geen berichten ontvangen over het verplaatsen van Eritrese vluchtelingen
uit Ethiopie naar werkkampen in Eritrea of mogelijke massamoorden in Eritrea. Wel
staat Eritrea bekend om de erbarmelijke mensenrechtensituatie, waaronder de nationale
dienstplicht waarbij mensen voor onbepaalde tijd verplicht te werk worden gesteld
en hiervoor slechts een kleine vergoeding krijgen.
Vraag 8
Bent u op de hoogte van de vermeende inmenging van Eritrea in het conflict bij de
grens tussen Ethiopië en Sudan, waarbij de Eritrese soldaten zich vaak als Ethiopische
militairen vermommen en verantwoordelijk zijn voor het maken van burgerslachtoffers?
Antwoord 8
Ik ben niet bekend met de in de berichtgeving van EEPA vermeldde vermeende inmenging
van Eritrese soldaten in het conflict bij de grens met Ethiopië en Soedan, waarbij
Eritrese soldaten zich zouden vermommen als Ethiopische militairen. Hoewel recent
sprake was van schermutselingen in het betwiste gebied, is daar momenteel geen sprake
van gevechtshandelingen.
Vraag 9
Bent u op de hoogte van het feit dat er op 5 en 6 januari massamoorden zijn gepleegd
in West Tigray?4 Zo ja, hoe veroordeelt u deze oorlogsmisdaden? Hoe handelt u, in Europees en internationaal
verband, naar aanleiding van deze berichten?
Antwoord 9
De specifieke details over genoemde gewelddadigheden zijn mij niet bekend en zijn
lastig te achterhalen. Het is van groot belang dat alle meldingen van mogelijke mensenrechtenschendingen,
oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid grondig en zo spoedig mogelijk
worden onderzocht. Om die reden heeft Nederland samen met Duitsland het initiatief
genomen tot een gezamenlijke verklaring in de Mensenrechtenraad, die onder andere
oproept tot het verlenen van toegang tot onafhankelijk onderzoek naar mogelijke mensenrechtenschendingen.
Dit is in lijn met de inzet van het kabinet zoals ook verwoord in de kamerbrief over
de stand van zaken in Tigray van 22 februari jl.
De Ethiopische regering heeft inmiddels, mede als gevolg van de herhaaldelijke oproepen
vanuit de internationale gemeenschap, toegezegd dat er onafhankelijk onderzoek gepleegd
zal worden naar mensenrechtenschendingen in Tigray en dat de Ethiopische Mensenrechtencommissie
bereid is daarbij samen te werken met de VN. Nederland blijft in EU- en VN-verband
het werk van de Ethiopische Mensenrechtencommissie ondersteunen en pleit voor volledige
en vrije toegang voor medewerkers van de VN Mensenrechtencommissaris tot Tigray. Op
17 maart hebben de Ethiopische Mensenrechtencommissie en OHCHR bekend gemaakt dat
zij inderdaad gezamenlijk onderzoek gaan doen naar mensenrechtenschendingen in Tigray.
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat Nederland de inmenging van Eritrea in het conflict moet
veroordelen en ervoor moet pleiten dat Eritrea haar troepen zo snel mogelijk uit Tigray
laat vertrekken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u zich hiertoe inspannen?
Antwoord 10
Ja. Middels verklaringen van de EU en van Nederland zelf in de Mensenrechtenraad heeft
Nederland zijn zorg uitgesproken over het optreden van het Eritrese leger in Tigray
en opgeroepen tot onmiddellijke terugtrekking van deze troepen uit het gebied. Daarnaast
heeft Nederland in de Mensenrechtenraad meermaals zorgen geuit over de mensenrechtensituatie
van Eritrese vluchtelingen in Ethiopië.
Vraag 11
Hoeveel burgers in Tigray verkeren op dit moment in (voedsel)nood?
Antwoord 11
Op basis van de gegevens verzameld door UNOCHA waren er voor het uitbreken van het
conflict in Tigray al 950.000 mensen afhankelijk van hulp. Door het conflict zijn
daar naar schatting nog 1,3 miljoen mensen bijgekomen. Dit betreft schattingen omdat
vanwege de gebrekkige toegang tot het gebied het nog niet mogelijk is de noden precies
in kaart te brengen.
Vraag 12
Kunt u de Kamer van een update voorzien wat betreft de humanitaire hulp die inmiddels
op gang is gebracht? Zijn er grote vluchtelingenstromen naar het noorden op gang gekomen?
Antwoord 12
Hoewel de humanitaire hulp nu op gang is gekomen, wordt deze nog steeds belemmerd
door problemen omtrent toegang.
Onder leiding van de VN is voor Tigray een Humanitarian Response Plan (HRP) opgesteld, met een totale geraamde financieringsbehoefte van USD 1,3 miljard,
waarvan momenteel 59% is gedekt door toezeggingen en bijdragen van donoren. Nederland
draagt hieraan bij via ongeoormerkte bijdragen aan VN-organisaties en een budgetallocatie
aan de Dutch Relief Alliance (DRA).
De Dutch Relief Alliance is op 4 februari gestart met haar Joint Response in Tigray die zal duren tot 3 augustus 2021. De beoogde doelen volgen de aanbevelingen
van OCHA en richten zich op de volgende sectoren: voedselzekerheid en livelihoods, water en sanitatie, onderdak, gezondheid en humanitaire bescherming (inclusief geestelijke
gezondheid en psychosociale steun). In totaal zullen 300.000 individuen door deze
interventie geholpen worden.
In haar wekelijkse updates geeft de VN aan dat er veel hulp geboden wordt in de volgende
sectoren: onderdak (aanbieden van noodonderkomens), voedselhulp (zowel via WFP, IRC
als het Joint Emergency Operations Plan waarbij o.a. kinderen toegang krijgen tot voedingssupplementen en het screenen van
de acute voedselbehoeftes doorgaat), gezondheid (o.a. IOM, UNICEF en UNFPA bieden
(gezondheidsdiensten, zoals voorlichting en primaire gezondheidszorg, inclusief op
het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg), hulp op het gebied van
water en sanitatie en humanitaire bescherming.
Alhoewel er met betrekking tot voedsel wel vooruitgang wordt geboekt is het algehele
humanitaire antwoord op de bestaande noden ontoereikend, vooral in de rurale gebieden.
Nog steeds voortdurende gevechten maken dat gebieden, ook in zuid- en zuidoost-Tigray
die voorheen wel toegankelijk waren, nu moeilijk te bereiken zijn. Verschillende organisaties
meldden ook dat zij Mekelle niet meer uit mogen, naar verluidt als gevolg van de verslechterende
veiligheidssituatie.
Ik heb geen informatie dat er grote aantallen Ethiopische vluchtelingen buiten de
regio hun toevlucht zoeken. In de eerste fase van het conflict zijn volgens de VN
Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen ruim 61,000 vluchtelingen vanuit Tigray aangekomen
in Soedan. Gezien het feit dat Ethiopië zijn buitengrens met Soedan inmiddels afgesloten
heeft, lijkt het niet waarschijnlijk dat er grote aantallen vluchtelingen in de nabije
toekomst zich buiten de regio zullen begeven.
Vraag 13
Op welke manier heeft de EU tot op heden gereageerd op het conflict in Tigray en met
name op de rol die Eritrea hierin speelt? Welke acties zult u in EU-verband voorstellen?
Antwoord 13
De Kamerbrief over de stand van zaken in Tigray van 22 februari jl. (Kamerstuk 22 831, nr. 140) geeft aan hoe de EU heeft gereageerd en wat de Nederlandse inzet is ten aanzien
van dit conflict. Naar aanleiding van de terugkoppeling van de Finse Minister Haavisto
over zijn bezoek namens Hoge Vertegenwoordiger Borrell, zal de Raad Buitenlandse Zaken
binnenkort Raadsconclusies aannemen. Nederland heeft in de EU en in breder verband
het initiatief genomen tot het aanspreken van Ethiopië en Eritrea in de Mensenrechtenraad.
Hoge Vertegenwoordiger Borrell en Commissaris Urpilainen hebben op 26 februari jl.
ook hun grote zorg uitgesproken over het recente rapport van Amnesty International
over mogelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de stad Axum.
Naast samenwerking in EU-verband overlegt NL in breder verband met gelijkgestemden,
waaronder de VS, over een zo goed mogelijk gecoördineerde inzet t.a.v. het conflict
in Tigray.
Vraag 14
Kan er actief worden gekeken of het EU Magnitsky-sanctieregime ingezet kan worden
om personen die zich schuldig maken aan grove mensenrechtenschendingen in dit conflict
op gepaste wijze aangepakt kunnen worden?
Antwoord 14
Zoals bekend is het kabinet voorstander van een actieve EU-inzet ter bevordering van
de mensenrechten en heeft Nederland een leidende rol vervuld bij de totstandkoming
van het wereldwijd toepasbaar EU-mensenrechtensanctieregime. Over de inzet van dit
regime in specifieke situaties kan ik omwille van de vertrouwelijkheid geen openbare
uitspraken doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.