Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palland en Van Weyenberg over de onbelaste vaste reiskostenvergoeding
Vragen van de leden Palland (CDA) en Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over de onbelaste vaste reiskostenvergoeding. (ingezonden 17 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 24 maart 2021)
Vraag 1
Klopt het dat de maatregel over de onbelaste vaste reiskostenvergoeding per 1 april
2021 afloopt?
Antwoord 1
De maatregel voor de onbelaste vaste reiskostenvergoeding is in januari 2021 verlengd
tot 1 april 2021.1 Het kabinet verlengt deze maatregel tot 1 juli 2021. Dat houdt in dat tot 1 juli
2021 de bestaande vaste reiskostenvergoedingen onbelast door de werkgever kunnen worden
vergoed ook al worden deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig)
gemaakt. Een voorwaarde is dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart
2020 door de werkgever werden toegekend.
Vraag 2
Wat zijn voor het kabinet afwegingen om de maatregel wel of niet te verlengen?
Antwoord 2
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 verlengt het kabinet de maatregel voor
de onbelaste vaste reiskostenvergoeding tot 1 juli 2021. Er zijn argumenten die voor
verlenging pleiten en argumenten die tegen verlenging pleiten. Voorop staat dat werkgevers
te allen tijde de mogelijkheid hebben en houden om daadwerkelijk gemaakte reiskosten
(woon-werkverkeer en andere zakelijk reizen) onbelast te vergoeden (de daadwerkelijke
OV-kosten, dan wel € 0,19 per woon-werkkilometer). Als er geen reiskosten meer zijn,
ligt het voor de hand dat niet langer een onbelaste vaste reiskostenvergoeding kan
worden verstrekt door werkgevers. Daar staat tegenover dat er nog steeds werknemers
zijn die reisgerelateerde kosten maken ondanks dat feitelijk niet of minder wordt
gereisd. Denk hierbij aan werknemers die vaste kosten hebben van de eigen (of private
lease) auto die voorheen werd gebruikt voor woon-werkverkeer of werknemers die ervoor
hebben gekozen hun OV-abonnement te verlengen.
Vraag 3
Hoe staan werkgevers tegenover het laten aflopen dan wel verlengen van de maatregel?
Verschillen kleine en grote werkgevers hierin van standpunt, omdat zij mogelijk andere
kostenstructuren hebben?
Antwoord 3
Uit gesprekken maken wij op dat werkgevers de mogelijkheid willen hebben om bepaalde
thuiswerkkosten onbelast te vergoeden, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt in kleine
en grote werkgevers. De reiskostenvergoeding wordt door sommige werkgevers ook gebruikt
als vergoeding voor thuiswerkkosten. Het is heel goed mogelijk dat thuiswerken in
de toekomst meer dan voorheen gemeengoed zal worden. Het kabinet onderzoekt daarom
momenteel de mogelijkheden van een aanvullende regeling waarbinnen het voor de werkgever
mogelijk wordt om onbelast ook thuiswerkkosten te vergoeden waarvoor nu nog geen gerichte
vrijstelling geldt. Deze regeling zou een aanvulling zijn op de reeds bestaande mogelijkheden
om specifieke thuiswerkkosten, zijnde arbovoorzieningen en ICT-middelen, onbelast
te vergoeden. Een eventuele aanvullende regeling die ook na de coronacrisis doorwerkt
moet uitvoerbaar zijn en moet daarnaast ook budgettair gedekt worden in het lastenkader.
Deze aanvullende regeling zal naar verwachting niet voor het einde van het jaar kunnen
worden ingevoerd. Voor het jaar 2021 is de vrije ruimte (werkkostenregeling) tijdelijk
verruimd. Werkgevers kunnen deze (verruiming van de) vrije ruimte ook benutten om
thuiswerkkosten onbelast te vergoeden.
Vraag 4
Uiterlijk wanneer geeft het kabinet werkgevers hierover duidelijkheid?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 5
Is bekend hoeveel werkgevers de reiskostenvergoeding niet hebben aangepast en dat
ook niet willen doen?
Antwoord 5
De onbelaste vaste reiskostenvergoeding blijkt niet uit de aangifte loonheffingen.
De Belastingdienst beschikt daardoor niet over informatie hoeveel werkgevers de reiskostenvergoeding
niet hebben aangepast ondanks dat er geen daadwerkelijk gemaakte reiskosten tegenover
staan. De Belastingdienst kan wel informatie opvragen bij individuele werkgevers.
Dat gebeurt bijvoorbeeld tijdens een boekenonderzoek.
Vraag 6
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Antwoord 6
Helaas was het omwille van de zorgvuldigheid niet mogelijk deze vragen binnen de gestelde
termijn van drie weken te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.