Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht dat dak- en thuislozen in Breda gekort worden op hun uitkering omdat de 'financiële prikkel' ontbrak
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat dak- en thuislozen in Breda gekort worden op hun uitkering omdat de «financiële prikkel» ontbrak (ingezonden 15 februari 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 23 maart
2021)
Vraag 1 en 2
Wat is uw reactie op het bericht van RTL Nieuws dat in Breda dak- en thuislozen worden
gekort op hun bijstandsuitkering omdat zij volgens het Bredase college van burgemeester
en wethouders door een «te hoge» uitkering niet werden gestimuleerd om uit de problemen
te komen? 1
Wat is uw reactie op de redenatie van de geciteerde wethouder Haagh (PvdA) dat de
«financiële prikkel» ontbrak? Is dit volgens u een geoorloofde wijze om dak- en thuislozen
een (kostbaar) hulpverleningstraject in te pesten?
Antwoorden 1 en 2
De Participatiewet vormt het vangnet van de Nederlandse sociale zekerheid en voorziet
in een recht op (aanvullende) algemene bijstand. Gemeenten hebben op grond van de
Participatiewet de bevoegdheid om de toepasselijke bijstandsnorm te verlagen wegens
het ontbreken van woonlasten of het hebben van lagere woonlasten, omdat de persoon
als gevolg van zijn woonsituatie lagere algemene kosten van het bestaan heeft. Op
grond van Artikel 27 van de Participatiewet kan het college beleidsregels formuleren
over situaties waar (standaard) verlagingspercentages gelden. Het hanteren van dergelijke
standaard verlagingspercentages in geval van lagere of geen woonlasten is in jurisprudentie
van de CRvB geaccordeerd.
Het hanteren van standaard percentages ontslaat het college niet van de verantwoordelijkheid
om bij een aanvraag na te gaan of er wellicht omstandigheden zijn aangevoerd die maken
dat er niet zonder meer aan de beleidsregels waarop deze standaard percentages gebaseerd
zijn, moet worden vastgehouden. In die zin vergt iedere aanvraag een individuele beoordeling.
Een dak- en thuisloze moet zelf aantonen dat een bepaalde korting in zijn situatie
onbillijk uitpakt.
Desgevraagd heeft de gemeente Breda mij laten weten dat zij bij een aanvraag voor
een bijstandsuitkering de hoogte van de daadwerkelijke woonkosten in kaart brengt
en dat een verlaging van de bijstandsnorm in voorkomende gevallen alleen plaatsvindt
wegens het ontbreken van of het hebben van lagere woonlasten.
Overigens kunnen gemeenten op grond van de Participatiewet aan het recht op bijstand
de verplichting verbinden om mee te werken aan een hulpverleningstraject of de inspanningsplicht
voor het verkrijgen van een zelfstandige woonruimte.
Vraag 3 en 4
Wat is uw reactie op de verdediging van de geciteerde burgemeester Depla (PvdA) dat
deze aanpak tot nu toe «nog niet tot problemen heeft geleid»? Heeft het ook tot oplossingen
geleid? Hoeveel meer dak- en thuislozen zijn met deze «Bredase aanpak» tot nu toe
geholpen?
Indien er geen enkele dak- en thuisloze daadwerkelijk geholpen is met deze aanpak,
deelt u dan de mening dat Breda feitelijk dak- en thuislozen naar buiten de gemeentegrenzen
probeert te pesten terwijl het nota bene een centrumgemeente is?
Antwoorden 3 en 4
Ik vind het van essentieel belang dat het stelsel goed functioneert en dat gemeenten
de Participatiewet op de juiste manier uitvoeren. De (zorg-)taken van gemeenten richting
hun inwoners reiken uiteraard verder dan alleen de Participatiewet. Vanuit dat licht
is het begrijpelijk dat een gemeente ingewikkelde maatschappelijke opgaves – zoals
het bestrijden van dak- en thuisloosheid- integraal benadert om inwoners perspectief
te bieden op een stabiele leefsituatie. Zo wordt in Breda gewerkt vanuit de visie
dat niemand vrijwillig op straat leeft en er wordt samen met maatschappelijke partners
voortdurend gezocht naar mogelijkheden om de stap van de straat naar wonen en zorg
te verkleinen. Ook wordt samen met de daklozen gekeken naar wat hen in de weg staat
om uit de situatie van de dakloosheid te geraken. Het is primair de gemeenteraad die
de bevoegd- en verantwoordelijkheid heeft om het college van B&W in deze te controleren,
en niet aan het Rijk om hier een oordeel over te geven. Naar aanleiding van de berichtgeving
zijn er ook Raadsvragen gesteld aan het college van de gemeente Breda.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er geen race naar de bodem mag ontstaan tussen centrumgemeenten
onderling met het verlagen van uitkeringen voor dak- en thuislozen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoe gaat u dit voorkomen?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn antwoord op vragen 2 en 3 heb aangegeven, hebben colleges de bevoegdheid
om de toepasselijke bijstandsnorm te verlagen. Dit kan als er geen of beperkte woonlasten
zijn (zie antwoord op vragen 1 en2. Van belang is dat het besluit tot verlaging in voldoende mate is gemotiveerd. De
burger geniet rechtsbescherming door in bezwaar en beroep te gaan als hij het niet
eens is met het besluit van het college. Zoals in antwoord 3 en 4 is gememoreerd,
is het primair aan de gemeenteraad en niet aan het Rijk om de colleges in deze te
controleren.
Vraag 6
Bent u bereid om de uitkering voor dak- en thuislozen landelijk gelijk te stellen
op bijstandsniveau zodat gemeenten de verantwoordelijkheid voor de zorg voor dak-
en thuislozen niet langer op oneigenlijke wijze proberen te ontlopen? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 6
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 en 2 heb aangegeven is de algemene bijstand een
vangnet dat voorziet in de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan. Tot deze
kosten behoren onder meer ook de woonlasten van de belanghebbenden. Indien er in voorkomende
gevallen geen of lagere woonlasten zijn, kent de Participatiewet de mogelijkheid om
de bijstandsnorm daarop aan te passen. Dat geldt voor iedere bijstandsgerechtigde,
niet alleen daar waar het gaat om dak- en thuislozen en dit past bij het vangnetkarakter
van de bijstand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.