Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over het bericht 'Tienduizenden jonge, gezonde mensen gesloopt door corona: ‘Ik neem afscheid van wie ik was’
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister voor Medische zorg over het bericht «Tienduizenden jonge, gezonde mensen gesloopt door corona: «Ik neem afscheid van wie ik was»» (ingezonden 19 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 22 maart 2021)
Vraag 1
Kent u het bericht «Tienduizenden jonge, gezonde mensen gesloopt door corona: «Ik
neem afscheid van wie ik was»«?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2, 3 en 4
Klopt het dat de patiënt binnen vier maanden na de acute coronafase door de huisarts
of medisch specialist doorverwezen moet worden naar de fysiotherapeut, die vervolgens
binnen een maand de behandeling moeten starten? Waarom is er voor deze termijnen gekozen?
Wat vindt u ervan dat uit de praktijk blijkt dat sommige patiënten langer dan deze
vier maanden doorlopen met klachten waardoor zij niet meer in aanmerking komen voor
herstelzorg?
Vindt u het niet begrijpelijk dat vooral jongere ex-coronapatiënten zelf proberen
conditie, spierkracht etc. op te bouwen voordat ze «aan de bel trekken» bij de huisarts
of medisch specialist over het feit dat het herstel niet goed gaat?
Antwoord 2, 3 en 4
De tijdelijke regeling richt zich op de mensen die in de herstelfase na covid-19 behoefte
hebben aan paramedische ondersteuning. Het gaat om mensen waarbij sprake is van een
duidelijk stagnerend herstel met aanhoudende forse klachten en beperkingen als gevolg
van covid-19. Deze behoefte blijkt bijna altijd binnen de gestelde termijn van vier
maanden na het einde van het acute infectiestadium. Het acute infectiestadium is de
fase van covid-19, waarin een patiënt symptomen heeft als koorts, benauwdheid, lamlendigheid,
misselijkheid, diarree, heftige spierpijn of hoofdpijn. Het acute infectiestadium
duurt bij de ene patiënt veel langer dan bij de andere patiënt. Pas aan het einde
ervan gaat dus de periode van vier maanden tellen. Wanneer zich binnen de termijn
van vier maanden na het acute infectiestadium geen zodanige klachten en beperkingen
voordoen dat paramedische herstelzorg nodig is, dan is het onwaarschijnlijk dat deze
problemen zich in een latere fase alsnog voordoen. Het is wel mogelijk dat een patiënt
duidelijk klachten heeft, maar dat de verwijzing om allerlei redenen niet tijdig tot
stand is gekomen.
Ten tijde van de invoering van de tijdelijke en voorwaardelijke toelating van de paramedische
herstelzorg was nog weinig bekend over het verloop en herstel van ernstige covid-19.
Het is dus voorstelbaar dat de voorwaarden in de uitvoering onbedoeld knellen voor
een substantiële groep patiënten. Er is een motie door uw Kamer aangenomen over dit
onderwerp (TK 2020–2021, 25 295, nr. 1043). Bij de behandeling van deze motie wil ik graag casuïstiek betrekken die bij C-Support
wordt ingebracht. Op initiatief van het Zorginstituut is de mogelijkheid gecreëerd
dat C-support advies gaat uitbrengen over individuele casussen, waarvoor de uitwerking
van de regeling niet duidelijk is of niet passend lijkt. Structureel overleg tussen
C-support en het Zorginstituut borgt hierbij een goede interpretatie van de regeling
voor deze aanspraak. Patiënten kunnen hun probleemcasus indienen via de website van
C-support. Uit deze casuïstiek zal ook moeten blijken in hoeverre de periode van vier
maanden knelt in de uitvoering en in hoeverre verlenging van de termijn voor een substantiële
groep patiënten een oplossing kan zijn.
Vraag 5
Kunt u aangeven of de termijn van vier maanden wordt onderbouwd door middel van onderzoek?
Loopt er momenteel onderzoek naar herstelzorg en de meerwaarde voor ex-coronapatiënten?
Zo ja, wat is er bekend? Zo nee, wanneer komen de eerste gegevens?
Antwoord 5
Er loopt onderzoek naar de effectiviteit van paramedische herstelzorg bij covid-19.
In het voorjaar van 2021 komen via het Zorginstituut Nederland landelijke cijfers
beschikbaar over aantallen patiënten, kosten en benodigde behandelsessies van paramedische
herstelzorg na covid-19. In 2022 komen de eerste resultaten beschikbaar van het prospectieve
onderzoek op basis waarvan meer bekend wordt over de effectiviteit van paramedische
herstelzorg bij covid-19.
Vraag 6 en 7
Weet u of, en hoe duidelijk het is voor ex-coronapatiënten dat de termijn om in aanmerking
te komen voor herstelzorg vier maanden bedraagt?
Deelt u dat de opvatting dat de groep ex-patiënten die niet zijn opgenomen geweest
in het ziekenhuis en thuis ziek zijn geweest niet op de hoogte zijn van deze termijnen?
Antwoord 6 en 7
Er is een verwijzing nodig van huisarts of medisch specialist om gebruik te kunnen
maken van paramedische herstelzorg. Het is daarom vooral van belang dat de termijn
van vier maanden bekend is bij huisartsen en medisch specialisten.
De patiënten die niet in het ziekenhuis zijn opgenomen kunnen worden verwezen door
de huisarts. Zoals in vraag 4 is aangegeven, organiseert het Zorginstituut uitvoeringsoverleggen
waaraan onder andere beroeps- en patiëntenorganisaties deelnemen. Deze zijn uitgebreid
geïnformeerd over de regeling en de voorwaarden. Ook is er relevante informatie inclusief
antwoorden op veel gestelde vragen te vinden op de website van het Zorginstituut2.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het van belang is dat «restschade» voor ex-patiënten zoveel
als mogelijk beperkt wordt en dat de vier maanden-grens arbitrair is?
Antwoord 8
Ja, het is van belang dat de restschade zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is nu nog
onduidelijk in hoeverre paramedische herstelzorg bijdraagt aan het beperken van restschade.
Daarom is aan de voorwaardelijke en tijdelijke toelating van paramedische herstelzorg
na covid-19 wetenschappelijk onderzoek verbonden naar de effectiviteit ervan. De tijdelijke
aanspraak paramedische zorg is gericht op patiënten die in de herstelfase nog ernstige
fysieke of cognitieve klachten en beperkingen ondervinden van covid-19. In de praktijk
blijkt dat vrijwel altijd binnen de gestelde termijn van vier maanden na het acute
infectiestadium.
Vraag 9 en 10
Wat vindt u ervan dat er voor die tweede periode van herstelzorg (hier: fysiotherapie)
in alle gevallen een verwijzing van een medisch specialist nodig is? Ook bij patiënten
die tijdens hun ziekteperiode nooit in contact zijn geweest met een medisch specialist
en daar ook niet onder behandeling zijn?
Is het niet beter om de verwijzing voor de tweede periode van herstelzorg (na bijvoorbeeld
50 behandelingen fysiotherapie) neer te leggen bij de huisarts indien een coronapatiënt
nooit in het ziekenhuis opgenomen is geweest? Waarom wel of waarom niet?
Antwoord 9 en 10
De verwijzing van een medisch specialist is verplicht gesteld om te voorkomen dat
mensen onnodig lang worden behandeld. Er moet immers wel sprake zijn van een medisch
probleem dat naar verwachting te verhelpen of te verlichten is met paramedische zorg
wil deze zorg zinnig zijn. Zorginstituut Nederland organiseert uitvoeringsoverleggen
paramedische herstelzorg na covid-19. Aan deze overleggen nemen beroeps- en brancheorganisaties,
zorgverzekeraars, betrokken onderzoekers en VWS deel. Signalen over knellende regelgeving
in de uitvoering worden daar besproken. Zoals ik bij vraag 4 heb aangegeven, is de
mogelijkheid gecreëerd dat C-support advies uitbrengt over individuele casussen, waar
nodig na overleg met het Zorginstituut. Uit de casuïstiek die ingebracht wordt moet
bekeken worden in hoeverre de verplichte verwijzing door de medisch specialist knelt
in de uitvoering.
Vraag 11
Kunt u aangeven of, als er een terugval is na aanvankelijk herstel, dit ook valt onder
deze herstelzorgregeling?
Antwoord 11
De beoordeling of paramedische zorg zinnig is bij een terugval na aanvankelijk herstel
laat ik aan medisch professionals. Indien dat het geval is en de verwijzing binnen
de gestelde termijnen valt, kan deze worden vergoed uit de tijdelijke aanspraak paramedische
herstelzorg. Bij een herbesmetting met covid-19 kan de patiënt (opnieuw) aanspraak
maken op de paramedische herstelzorg. Dezelfde voorwaarden zijn van toepassing. In
geval van een herbesmetting start dus een nieuw behandeltraject.
Vraag 12
Klopt het dat de herstelregeling loopt tot en met 1 augustus 2021? Gaat u in overleg
met de zorgverzekeraars om de regeling te verlengen?
Antwoord 12
Ik beraad me momenteel op de vraag of, en hoe, de tijdelijke regeling een vervolg
zal krijgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.