Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over het antwoord op eerdere schriftelijke vragen en de uitzending van Argos ‘Spraakverwarring in de spreekkamer’
Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister voor Medische Zorg over het antwoord op eerdere schriftelijke vragen en de uitzending van Argos «Spraakverwarring in de spreekkamer» (ingezonden 17 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 9 maart 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op schriftelijke vragen over het belang van professionele
tolken in de zorg?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u de uitzending van Argos d.d. zaterdag 13 februari jl. «Spraakverwarring in
de spreekkamer»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven of de «Kwaliteitsnorm tolkgebruik bij anderstaligen in de zorg», die
conform de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz) geldt voor de volle breedte van de zorg, bij de
verschillende sectoren voldoende bekend is en wordt nageleefd?
Antwoord 3
Het naleven van beroepsnormen is een verantwoordelijkheid van beroepsverenigingen
en zorgverleners. Ik heb geen beeld van in welke mate de beroepsnorm bekend is bij
zorgverleners in verschillende sectoren. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geeft
aan dat daar waar sectoren veel te maken hebben met anderstaligen, zoals in asielzoekerscentra,
de inspectie ziet dat de mogelijkheid van een telefonische professionele tolk goed
bekend is en zeer regelmatig wordt ingezet. De inspectie geeft ook aan dat de bekendheid
en inzet hiervan in de eerstelijnszorg minder lijken te zijn. De inspectie ontvangt
geen signalen over onvoldoende inzet van de (telefonische) tolk.
Vraag 4
Wanneer is voorzien dat de doorontwikkeling van deze kwaliteitsnorm, te weten de kwaliteitsstandaard
Taalbarrières, gereed is en wordt ingeschreven in het Register van Zorginstituut Nederland?
Wanneer is er duidelijkheid of deze kwaliteitsstandaard passend is binnen de (juridische)
kaders van het Register? Wat kunt u vanuit uw rol doen om de inschrijving van deze
kwaliteitsstandaard te bespoedigen?
Antwoord 4
Er is nog geen planning bekend voor de ontwikkeling en oplevering van deze kwaliteitsstandaard.
Het Zorginstituut gaat op korte termijn met betrokken partijen in gesprek om tot een
planning te komen. De duidelijkheid over de vraag of de standaard binnen de reikwijdte
van het Register valt, verwacht het Zorginstituut uiterlijk in april te kunnen geven.
Het Zorginstituut heeft deze standaard op de werkagenda gezet en zal dus actief betrokken
blijven bij de ontwikkeling. Daarnaast is er voor de ontwikkeling geld beschikbaar
gesteld door ZonMw. Op deze manier wordt de ontwikkeling van de standaard gestimuleerd.
Vraag 5
Kunt u aantonen dat een vergoeding voor taaltolken verdisconteerd is in een generieke
opslag op de Diagnose Behandel Combinatie (DBC’s) GGZ? Geldt dit volgens u ook voor
andere zorgsectoren dan de GGZ?
Antwoord 5
De NZa stelt tarieven vast op basis van historisch kostprijsonderzoek. In dit onderzoek
worden in principe alle gemaakte kosten, dus ook die voor tolken, meegenomen. Dit
geldt ook voor andere sectoren waarvoor de NZa tarieven reguleert.
Vraag 6
Is het u bekend dat de genoemde oplossing (waarbij zorgaanbieders die meer kosten
maken voor tolken dan in de reguliere tarieven is meegenomen, maatwerkafspraken moeten
maken met de zorgverzekeraar) niet passend is voor kleinere zorgaanbieders? En dat
daardoor mensen worden beperkt in de keuze voor een zorgaanbieder en onnodige verwijzing
naar specialistische zorgaanbieders plaatsvindt?
Antwoord 6
Nee, dit is mij niet bekend. De NZa geeft aan dat de huidige bekostiging ruimte biedt
om afspraken te maken over de financiering van tolkenkosten. Hierover moet het gesprek
worden gevoerd tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Als blijkt dat de bestaande
regelgeving toch onvoldoende ruimte biedt om deze afspraken te maken, dan kunnen partijen
dat melden bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Zij bezien dan of er wijzigingen
in de regelgeving nodig zijn. Zoals ik in antwoord op eerdere Kamervragen reeds heb
aangegeven, zal de NZa de huidige bekostiging van de tolk voor anderstaligen in de
ggz evalueren.
Vraag 7
Bent u bereid om met het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit in gesprek
te gaan over de genoemde knelpunten? Zo nee, op welke wijze bent u dan bereid ervoor
zorgen dat deze knelpunten worden opgelost?
Antwoord 7
Ja, ik ga met het Zorginstituut en de NZa in gesprek over de inzet en financiering
van tolken in de zorg om te inventariseren of in de huidige regelgeving knelpunten
bestaan die het financieren van noodzakelijke tolkeninzet bemoeilijken. Ik zal hierbij
waar nodig ook zorgverzekeraars en beroepsverenigingen betrekken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.