Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Markuszower over het bericht ‘Tbs met dwangverpleging geëist tegen moordenaar van Rik van de Rakt
Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het bericht «Tbs met dwangverpleging geëist tegen moordenaar van Rik van de Rakt (18)» (ingezonden 11 januari 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen
19 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1501.
Vraag 1
Kent u het bericht dat het OM tegen de de moordenaar van de 18-jarige Rik van de Rakt
geen straf heeft geeist?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat het OM geen (cel)straf, maar alleen een behandeling eist
tegen de Soedanese asielzoeker Ayoub Abdallah Y. die de 18-jarige Rik van de Rakt
uit Oss, doodstak?
Antwoord 2
Het Openbaar Ministerie (hierna: OM) is onafhankelijk in het bepalen van de strafeis
in strafzaken. Als Minister van Justitie en Veiligheid kan ik mij niet uitlaten over
de strafeis in individuele zaken.
Vraag 3
Beseft u dat deze eis van het OM, de organisatie waar u verantwoordelijk voor bent,
een keiharde klap in het gezicht is van de nabestaanden, aangezien deze eis er op
is gericht deze gevaarlijke asielzoeker te behandelen zodat hij binnenkort weer op
vrije voeten komt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De tbs-maatregel is gericht op het behandelen van de onderliggende stoornis en het
voorkomen van recidive. De maatregel is er niet op gericht om mensen snel op vrije
voeten te stellen, maar om iemand veilig te laten terugkeren naar de maatschappij
wanneer dat verantwoord is. De suggestie die in de vraag gelezen kan worden dat tbs
betekent dat iemand snel weer op vrije voeten is, deel ik dan ook niet.
Vraag 4
Bent u het eens dat als de instanties niet hadden gefaald deze moord voorkomen had
kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Kunt u een feitenoverzicht sturen van alle instanties
en personen die in deze zaak gefaald hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De gemeente Bernheze heeft naar aanleiding van dit tragische incident een extern onderzoek
ingesteld naar het huisvestingsproces van de betreffende vergunninghouder. Voor het
onderzoeksrapport verwijs ik u naar de website van de gemeente Bernheze2. Uit het onderzoek van de gemeente blijkt onder meer dat de betrokken organisaties
vanuit de opvang, gemeente en zorgsector bij het huisvestingsproces binnen de wettelijke
kaders en mogelijkheden informatie over de betreffende statushouder hebben gedeeld.
Dat neemt niet weg dat de betrokken partijen lessen willen trekken uit hetgeen is
gebeurd en om die reden om tafel zijn gegaan om te bezien welke verbeteringen mogelijk
zijn in de informatie-uitwisseling. Uw Kamer wordt op korte termijn geïnformeerd over
de uitwerking van deze verbeterpunten.
Vraag 5
Kunt u zich uw uitspraken van bijna twee jaar geleden herinneren naar aanleiding van
de moord op Anne Faber, waarbij ook sprake was instanties en diensten die onder uw
verantwoordelijkheid hadden zitten slapen en informatie over een gevaarlijke gek niet
wilden delen vanwege zijn privacy: «Ik ben geschrokken van de rapporten. We schuiven de fouten niet onder het tapijt,
maar we trekken er lessen uit. En dat betekent ook concrete acties, ook om de informatievoorziening
te verbeteren. (...) U mag mij afrekenen op wat ik ga doen. Ik heb gezegd: het is
een van de belangrijkste opdrachten van mijn ministerschap om de samenleving, om mensen
te beschermen tegen figuren als Michael P.»?3
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Kunt u zich deze uitspraak herinneren naar aanleiding van de moord op Anne Faber:
« (...) ik ga ervoor zorgen dat ook de organisaties waarvoor ik verantwoordelijk ben
echt vol aan de bak gaan om de dingen die ik voorstel nu ook echt om te zetten in
concrete maatregelen en concrete acties. Ik wil niet dat we nog een keer een herhaling
van zetten krijgen, ik wil niet dat die fouten zich nog eens herhalen»?
4
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Beseft u dat u niet heeft gedaan wat u heeft beloofd en dat onder uw verantwoordelijkheid
het zoveelste onschuldige slachtoffer (na Anne Faber, Sarah Papenheim, Joost Wolters
en Humeyra) bruut uit het leven is gerukt omdat uw instanties totaal hebben gefaald?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
In het debat waar u in de twee voorgaande vragen aan refereert zijn verschillende
maatregelen aangekondigd om de kwetsbaarheden in het stelsel van forensische zorg
aan te pakken. Deze maatregelen hadden met name betrekking op (de samenwerking tussen)
de penitentiair psychiatrische centra van het gevangeniswezen en forensische klinieken.
Zoals vermeld in de voortgangsbrief forensische zorg van 3 december 2020 wordt de
implementatie van deze maatregelen onafhankelijk getoetst.5 Uit de tussenrapportage, waarin een korte en krachtige check is gedaan, blijkt dat
de meeste maatregelen feitelijk geïmplementeerd zijn. Enkelen worden in het eerste
kwartaal van dit jaar dan wel in mei van dit jaar geïmplementeerd.
Ook naar aanleiding van andere zaken die u noemt zijn maatregelen getroffen. Zo is
per 1 januari 2020 de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
(USB) in werking getreden en wordt hard gewerkt aan inwerkingtreding van de Wet straffen
en beschermen per 1 mei 2021.6 Hiermee verbeteren we de tenuitvoerlegging van straffen. Naar aanleiding van het
rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over de aanpak van de stalking door
Bekir E. zijn ook maatregelen getroffen. Deze maatregelen zijn sinds eind vorig jaar
vrijwel allemaal afgerond.7
Maatregelen maken het leed van slachtoffers en nabestaanden niet ongedaan. Ook bieden
zij geen garanties, hierin kan geen enkele maatregel voorzien. Wel voorzien deze maatregelen
in een manier om gezamenlijk beter zicht en grip te houden op personen die mogelijk
een risico vormen voor onze veiligheid.
Vraag 8
Bent u bereid alle falende personen, die hebben zitten slapen waardoor Ayoub Abdallah
Y. Rik van de Rakt kon vermoorden te ontslaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee. Bewindspersonen zijn ministerieel verantwoordelijk op hun beleidsterrein. Uw
Kamer kan de bewindspersonen aanspreken op het functioneren van de organisaties waar
zij voor verantwoordelijk zijn.
Vraag 9
Bent u ook van mening dat moordenaars helemaal niet terug moeten komen in de maatschappij,
maar levenslang in de gevangenis zouden moeten zitten? Zo ja, wanneer gaat u eindelijk
eens minimumstraffen invoeren zodat het OM niet meer dit soort schandalig behandelingen
kan eisen maar alleen hoge celstraffen voor dit soort gevaarlijk illegaal tuig? Zo
nee, waarom niet? Hoe zou u er over denken als het slachtoffer uw eigen kind zou zijn?
Antwoord 9
De overweging of een levenslange gevangenisstraf opgelegd moet worden is niet aan
mij maar aan de strafrechter. Zoals bekend is dit kabinet geen voorstander van de
invoering van minimumstraffen omdat daarmee een te grote inbreuk wordt gemaakt op
de vrijheid van de onafhankelijke rechter in zijn oordeelsvorming over de strafoplegging.
De strafrechter levert steeds per individueel geval maatwerk en legt een passende
straf op. Naar mijn mening doet de strafrechter dat uiterst consciëntieus en professioneel.
Ik zie geen aanleiding om de rechterlijke straftoemetingsvrijheid met behulp van minimumstraffen
te beknotten.
Vraag 10
Bent u bereid de moordende Soedanese asielzoeker Ayoub Abdallah Y., indien de rechter
hem op 22 januari a.s. een celstraf oplegt, direct na zijn celstraf het land uit te
knikkeren richting Soedan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zoals u bekend is, kan ik hier niet ingaan op individuele zaken. Ik verwijs voor de
beantwoording van deze vraag naar het antwoord op vraag 7 van de Kamervragen van de
leden Van Toorenburg (CDA) en Becker (VVD).8 De situatie is op dit punt niet gewijzigd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.