Motie : Motie van het lid Van Otterloo over het recht van instemming voor Eerste en Tweede Kamer bij komende ingrijpende maatregelen
35 732 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een tijdelijke bevoegdheid om het vertoeven in de openlucht te beperken teneinde de verspreiding van het SARS-CoV-2-virus zoveel mogelijk te belemmeren (Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19)
Nr. 13
MOTIE VAN HET LID VAN OTTERLOO
Voorgesteld 18 februari 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat maatregelen in het kader van de bestrijding van de coronapandemie
soms een ingrijpend karakter dragen;
overwegende dat inschattingsfouten zijn gemaakt rondom de juridische vastlegging van
de avondklok;
verzoekt de regering, te borgen dat bij komende ingrijpende maatregelen in het kader
van de aanpak van de coronapandemie altijd de Tweede en Eerste Kamer beide het recht
van instemming hebben, zeer uitzonderlijke situaties daargelaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Otterloo
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.J.P. van Otterloo, Tweede Kamerlid