Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 735 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake extra steun voor de culturele en creatieve makers in verband met COVID-19)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale
begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze
vierde Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen niet kan wachten tot formele
autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van
de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. De middelen in deze vierde Incidentele Suppletoire Begroting worden zo snel mogelijk
toebedeeld aan de makers en culturele professionals in de culturele en creatieve sector
door middel van projectsubsidies aan verschillende fondsen. Door de noodgedwongen
lockdown, die steeds langer voortduurt, krijgen culturele en creatieve makers weinig
opdrachten aangezien instellingen hun deuren gesloten moeten houden. Deze middelen
worden ingezet om de culturele en creatieve makers door deze moeilijke periode te
helpen. Voor de indiening van deze vierde Incidentele Suppletoire Begroting is uw
Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 10 februari 2021 over «Uitwerking extra steun voor de makers in de culturele en creatieve sector vanwege
de lockdown» (Kamerstukken II 2020/21, 35..., nr...).
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze
memorie van toelichting toegelicht.
Wetsartikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K.van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
B BEGROTINGSTOELICHTING
1. Inhoudelijke toelichting
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een
artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven,
inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel
toegelicht:
Omvang begrotingsartikel
(stand ontwerpbegroting in € miljoen)
Beleidsmatige mutaties
(ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties
(ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
De culturele en creatieve sector is sinds 15 december in zijn geheel gesloten in een
periode die normaal gesproken veel bezoekers trekt. In bepaalde sectoren zijn investeringen
gedaan die nu niet of nauwelijks kunnen worden terugverdiend en waar de huidige steunpakketten
onvoldoende soelaas bieden. Om die reden heeft het kabinet, aanvullend op de eerdere
steunpakketten voor cultuur (€ 882 miljoen) € 15,0 miljoen gereserveerd voor de culturele
en creatieve sector. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 17 december
2020 over «Specifieke aanpassingen in economisch steun- en herstelpakket» (Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 214).
Vanwege de verlenging van de lockdown is daarnaast nog eens € 9,0 miljoen beschikbaar
gesteld voor de makers in de culturele sector. Hierover is uw Kamer geïnformeerd in
de Kamerbrief over «Uitbreiding economisch steun- en herstelpakket» van 21 januari (Kamerstukken II 2020/2021, 35 420, nr. 217).
In totaal wordt er in deze Incidentele Suppletoire Begroting € 24,0 miljoen toegevoegd
aan de OCW-begroting. Deze middelen worden via de Rijkscultuurfondsen, het Steunfonds
Rechtensector, het Abraham Tuschinskifonds en via het Mondriaan fonds aan verschillende
makers en professionals toebedeeld. Over de wijze van deze € 24,0 miljoen extra steun
is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief op 10 februari 2021 over «Uitwerking extra steun voor de makers in de culturele en creatieve sector vanwege
de lockdown» (Kamerstukken II 2020/21, 35..., nr...).
2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen
Beleidsartikel 14. Cultuur
Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen, ISB's1
Mutaties 4e ISB 2021
Stand 4e ISB 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Mutatie 2025
Verplichtingen
580.519
24.000
604.519
waarvan garantieverplichtingen
0
0
waarvan overig
580.519
24.000
604.519
Totale uitgaven
1.265.772
24.000
1.289.772
waarvan juridisch verplicht (%)
96,1%
Bekostiging
1.103.831
0
1.103.831
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen
260.287
260.287
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen
307.261
307.261
Huisvesting erfgoed
0
0
Beheer en onderhoud collecties erfgoed
0
0
Museale instellingen met een wettelijke taak
256.572
256.572
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen
23.637
23.637
Digitale openbare bibliotheek
16.536
16.536
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten
12.290
12.290
Monumentenzorg
179.340
179.340
Archieven incl. Regionale Historische Centra
27.180
27.180
Flankerend beleid huisvesting
6.681
6.681
Cultuureducatie met Kwaliteit
14.047
14.047
Subsidies (regelingen)
94.036
24.000
118.036
Verbreden inzet cultuur
7.454
7.454
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)
7.399
7.399
Programma leesbevordering
3.850
3.850
Creatieve Industrie
2.085
2.085
Monumentenzorg
135
135
Erfgoed en fysieke leefomgeving
0
0
Specifiek cultuurbeleid
71.289
24.000
95.289
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
1.824
1.824
Opdrachten
22.692
0
22.692
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis
2.091
2.091
Monumentenzorg
0
0
Archeologie
0
0
Erfgoed en fysieke leefomgeving
0
0
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
8.004
8.004
Overige opdrachten
12.597
12.597
Bijdragen aan agentschappen
42.315
0
42.315
Nationaal Archief
42.315
42.315
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
2.898
0
2.898
Ontvangsten
494
0
494
X Noot
1
Over de Incidentele suppletoire begrotingen moet nog gestemd worden. Kamerstukken
II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716.
Toelichting
Het financieel instrument «Subsidies (regelingen)» wordt in 2021 incidenteel verhoogd
met € 24,0 miljoen. Dit betreft de incidentele middelen voor de extra steun voor de
culturele en creatieve sector.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.