Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het bericht 'Bouwen met hout? Dat is niet duurzaam, zegt de norm'
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Bouwen met hout? Dat is niet duurzaam, zegt de norm» (ingezonden 26 januari 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 februari 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Bouwen met hout? Dat is niet duurzaam, zegt de norm»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt volgens u de analyse dat de huidige milieunorm (MilieuPrestatie Gebouwen, MPG)
het gebruik van hout ontmoedigt, omdat hout niet als CO2-opslag wordt gezien?
Antwoord 2
Ik deel de analyse dat opslag van CO2 in hout en andere biobased bouwproducten niet tot uitdrukking komt in de huidige
berekening van de milieuprestatie van bouwwerken. De reden hiervoor is dat in de berekening
conform de Europese norm EN15804 ermee wordt gerekend dat de opgenomen CO2 in de afvalfase van de biobased bouwproducten weer vrijkomt. Ik verwijs u voor een
uitgebreidere toelichting hierop naar mijn antwoorden op vragen van het lid Van Eijs.2
Dat betekent niet dat de huidige Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken het gebruik
van hout ontmoedigt. Bouwwerken waarin veel biobased materialen worden toegepast,
hebben gemiddeld een goede score voor de milieuprestatie.
Vraag 3
Bent u bekend met het recente onderzoek van TNO,waaruit blijkt dat houtbouw positief
is voor het klimaat, mits het hout afkomstig is uit goed beheerde bossen?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Deelt u het inzicht dat CO2 opgeslagen in hout dat wordt gebruikt in de bouw in ieder geval de komende decennia
opgeslagen zal blijven, zelfs al wordt het hout verbrand? Deelt u de conclusie dat
hierdoor op z’n minst tijd wordt gewonnen om de klimaatcrisis aan te pakken?
Antwoord 4
Ik deel dit inzicht en de conclusie met enkele kanttekeningen. De klimaateffecten
van bouwmaterialen dienen over de hele levenscyclus te worden beschouwd. Hout in de
bouw kent verschillende toepassingen met verschillen in levensduur en verwerking bij
einde levensduur. Hout toegepast voor bijvoorbeeld aftimmering, of kozijnen en gevels
heeft een levensduur tot zo’n 20 jaar. Dergelijke toepassingen leveren naar mijn verwachting
geen of slechts een beperkte bijdrage aan de klimaatambities. Hout toegepast voor
constructies heeft in potentie een veel langere levensduur. In sommige gevallen kan
dit ook nog worden hergebruikt als constructiehout. Dergelijke toepassingen kunnen
in mijn ogen zeker een bijdrage leveren aan de klimaatambities. Voor die lange levensduur
en eventueel hergebruik moet dan wel voldoende onderbouwing zijn. Die onderbouwing
dient plaats te vinden binnen een gelijk speelveld voor alle bouwmaterialen en moet
zorgvuldig worden uitgewerkt om te voorkomen dat CO2-emissie wordt afgewenteld op toekomstige generaties. Daarnaast heeft de toepassing
van hout meer milieueffecten dan alleen CO2-emissie. Dit is deels het gevolg van het productieproces van hout en deels het gevolg
van de manier waarop het hout wordt verwerkt in gebouwen.4 Ook dit zal zorgvuldig moeten worden uitgezocht zodat er geen ongewenste milieueffecten
ontstaan. Overigens gelden deze kanttekeningen niet alleen voor hout maar voor alle
materialen toegepast in de bouw.
Vraag 5
Deelt u het inzicht dat, gezien de doelen die zijn gesteld rondom de circulaire economie
het in principe niet zou moeten voorkomen dat over een aantal decennia hout gebruikt
in de bouw, nutteloos wordt verbrand?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het gebruik van hout in de bouw, uiteraard bij goed bosbeheer,
een belangrijk middel kan zijn in het halen van onze klimaatdoelen?
Antwoord 6
Ja, als rekening wordt gehouden met de uitgangspunten die ik heb gegeven in mijn antwoord
op vraag 4.
Vraag 7
Bent u bekend met de Franse norm waardoor vanaf 2022 50% van de materialen van publiek
gefinancierde gebouwen moet bestaan uit biobased materialen, waaronder hout?5 Bent u bereid te onderzoeken of deze norm in Nederland ook ingevoerd kan worden?
Antwoord 7
Ja, en ik ben bereid te onderzoeken of een dergelijke norm in Nederland ingevoerd
kan worden. Ik zal dit doen in het kader van de ambitie van de rijksopdrachtgevers
zoals Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat om vanaf 2030 al hun opdrachten circulair
te gaan aanbesteden.6 Dit betekent dat volgens circulaire principes wordt uitgevraagd. Een van die circulaire
principes is ontwerpen met lagere milieu impact door het toepassen van biobased materialen,
zoals hout.
Vraag 8
Welke actie gaat uw ministerie ondernemen om de MPG en de MKI (Milieu Kosten Indicator)
aan te passen, zodat houtbouw wordt gestimuleerd?
Antwoord 8
In mijn antwoord op vragen van lid van Eijs heb ik toegezegd te bepalen hoe de waardering
van de milieueffecten van de opslag van CO2 in biobased materialen, waaronder hout, kan worden opgenomen in onze nationale systematiek.
Ik hanteer daarbij als uitgangspunten dat een daaruit volgende aanpassing zal plaatsvinden
binnen de ruimte die de Europese kaders daarvoor bieden en zonder afwenteling van
milieueffecten, bijvoorbeeld op komende generaties.
Vraag 9
Kunt u een reactie geven op het manifest «Een eerlijk speelveld voor een duurzamer
Nederland»?7
Antwoord 9
Ik ben positief over het manifest. Ik waardeer het dat partijen uit de bouw zelf het
initiatief nemen om duurzamer te willen bouwen en daarmee mede invulling geven aan
mijn beleidsvoornemens. Uit het grote aantal ondertekenaars van het manifest en het
feit dat de ondertekenaars uit de hele bouwketen komen (leveranciers, architecten,
adviseurs, bouwers, ontwikkelaars, kennisinstituten, opdrachtgevers, een financiële
instelling) maak ik op dat het draagvlak groot en breed is. Ook vind ik het positief
dat de partijen in het manifest stellen dat hun doel is een eerlijk speelveld waarin
elk materiaal adequaat wordt gewaardeerd in de specifieke toepassing in een gebouw.
Dat sluit aan bij mijn beleid om alle maatregelen op een gelijke manier te waarderen
op het niveau van het bouwwerk zodat partijen in elke situatie vrij zijn om te kiezen
voor het optimale pakket aan maatregelen.
Vraag 10
Op welke manier wordt de motie Van der Lee8 over het bevorderen van het gebruik van duurzaam hout in de bouw uitgevoerd?
Antwoord 10
De motie is uitgevoerd met de huidige uitvraag in de proeftuinen aardgasvrije wijken
naar de inzet van hoogwaardig hergebruik en hernieuwbare grondstoffen9 en met het laten opstellen van het rapport «Ruimte voor Biobased Bouwen».10 In het kader van de Strategische Verkenning Biobased Bouwen wordt op de Innovatie
Expo op 8 april 2021 de Challenge Verstedelijking gelanceerd, om met alliantiepartners
de realisatie van biobased bouwen in de praktijk te versnellen.11
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.