Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over acties lood in drinkwater
27 625 Waterbeleid
Nr. 526 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 februari 2021
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief
van 2 juli 2020 over acties lood in drinkwater (Kamerstuk 27 625, nr. 506).
De vragen en opmerkingen zijn op 14 september 2020 aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 16 februari 2021 zijn de vragen
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De griffier van de commissie, Roovers
Met deze brief geef ik u, mede namens de Ministers van I&W en voor MZS, antwoord op
de door u tijdens het schriftelijk overleg van 12 september 2020 gestelde vragen (2020D29400). In deze brief zijn de vragen per fractie opnieuw opgenomen en aansluitend voorzien
van een antwoord.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief Acties
lood in drinkwater. Drinkwater moet schoon, gezond en veilig te drinken zijn. De leden
van de CDA-fractie vinden dat de overheid dit moet waarborgen. Daarom zijn zij blij
met de aanpak zoals gepresenteerd in de brief. Bovenstaande leden hebben hier wel
nog enkele vragen over.
1.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet inmiddels met een communicatiestrategie
is gekomen. Wanneer wordt dit uitgerold? Wordt de Kamer geïnformeerd over de effectiviteit
hiervan? Zo ja, wanneer en hoe? Zo nee, waarom niet? Ook worden bovengenoemde leden
graag geïnformeerd over nieuwe inzichten met betrekking tot het doorspoeladvies.
In het afgelopen voorjaar is een uniforme communicatieboodschap opgesteld in samenwerking
tussen de diverse bij de loodproblematiek betrokken partijen. Deze boodschap is vervolgens
breed verspreid zodat partijen hun eigen communicatie hierop aan konden passen en
deze uniform en up-to-date was. Dit is afgerond. Daarnaast is in de brief aangekondigd
dat, in navolging van de gemeente Amsterdam, eigenaren en bewoners van panden van
voor 1960 actief zullen worden geïnformeerd over de mogelijkheid van aanwezigheid
van loden leidingen, over de risico’s daarvan en over het bijbehorende handelingsperspectief.
De GGD’en zouden hierbij worden betrokken. BZK is voornemens de overige gemeenten,
voor zover zij hier nog niet toe over zijn gegaan, te vragen de eigenaren en bewoners
van panden van voor 1960 in hun gemeente actief te benaderen met informatie over de
mogelijke aanwezigheid van loden leidingen. Het Rijk zal de gemeenten daarbij ondersteunen,
bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van voorbeeldbrieven, waarbij dankbaar gebruik
wordt gemaakt van de ervaringen en het eerdere werk van de gemeente Amsterdam.
Het is van groot belang dat al diegenen die het risico lopen dat hun drinkwater verontreinigd
is van dit risico op de hoogte worden gebracht, zodat zij hierop maatregelen kunnen
nemen.
In de brief van juli 2020 is toegezegd dat de Kamer jaarlijks wordt geïnformeerd over
de ontwikkelingen en over de voortgang van saneringen. In dat kader zal ook verslag
gedaan worden van de voortgang hiervan.
Wat betreft het doorspoeladvies bij nieuwe leidingen of kranen: bij nadere beschouwing
zijn er geen redenen om voor een installatie met nieuwe leidingen een ander doorspoeladvies
te hanteren dan zoals dat in de brief van 2 juli 2020 in de uniforme communicatieboodschap
is beschreven voor een installatie met loden leidingen. Dit betekent dat bij een nieuwe
installatie de leiding voor ieder gebruik zodanig lang moeten worden doorgespoeld,
dat het te consumeren water niet in de nieuwe leiding stilgestaan heeft. Voor de berekening
van de hoeveelheid water die moet worden doorgespoeld: een nieuwe leiding met een
normale diameter bevat per 5 meter ca. één liter water. Indien alleen een nieuwe kraan
is geplaatst geldt een doorspoeltijd van 10 seconden. Het doorspoeladvies geldt voor
een periode van drie maanden na ingebruikname van de installatie of kraan.
2.
De leden van de CDA-fractie vragen wat het alternatief is om de dragende rol van de
GGD’en over te nemen? Zij horen daarbij graag de voor- en nadelen van de verschillende
opties.
De GGD is een belangrijke schakel in het stelsel van publieke gezondheid en voert
op basis van de Wet publieke gezondheid en in opdracht van de gemeenten taken uit
op het terrein van de medische milieukunde. Dat is een deskundigheid die beperkt beschikbaar
is in Nederland. Dat betekent inderdaad dat keuzes gemaakt moeten worden in de taken
waar de GGD voor wordt ingezet.
In het totale pakket aan maatregelen die de regering heeft aangekondigd, hebben de
GGD’en een rol vanwege hun deskundigheid en regionale positie. Aan de gemeenten zal
worden gevraagd om actief richting gebouweigenaren en bewoners te communiceren, de
GGD’en kunnen de gemeenten daarin ondersteunen en adviseren.
3.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering ook of dit probleem met lood ook speelt
in andere Europese landen. Zo ja, hoe hebben zij het probleem aangepakt? Zo nee, hoe
hebben deze landen het voorkomen?
Ja, ook in andere landen binnen Europa speelt de problematiek van verhoogde gehalten
aan lood in drinkwater doordat in het verleden loden leidingen zijn toegepast. Er
is geen uitputtend overzicht, maar in een aantal landen is ingezet op verwijdering
van loden distributieleidingen en aansluitingen.
Net zoals in Nederland is het verwijderen van loden binneninstallaties over het algemeen
de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar. In België en het Verenigd Koninkrijk
is recent een speciaal monitoringsprogramma opgesteld gericht op scholen. Vanwege
de loodproblematiek is in de herziene EU Drinkwaterrichtlijn (nummer 2020/2184, Publicatieblad
L 435 van 23 december 2020, blz. 1) speciale aandacht voor lood in binneninstallaties.
De lidstaten moeten een analyse maken van de situatie in hun land en maatregelen nemen
met speciale aandacht voor gebouwen met een publieke functie waar kwetsbare groepen
verblijven. Voor lood betreft dit in ieder geval kindlocaties. De acties die nu in
Nederland worden ingezet sluiten aan op de nieuwe vereisten van de Drinkwaterrichtlijn.
4.
De leden van de CDA-fractie lezen dat drinkwaterbedrijven streven naar voltooiing
van de sanering van het distributienetwerk binnen 2 jaar. Welke prikkel hebben zij
om dit zo snel als mogelijk te doen?
De drinkwaterbedrijven hebben de wettelijke verantwoordelijkheid om bij het leveringspunt
(doorgaans de watermeter) drinkwater te leveren dat aan de gestelde kwaliteitseisen
voldoet. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal als toezichthouder op basis
van de Drinkwaterwet een vinger aan de pols houden, zodat de vervanging zo snel mogelijk
plaatsvindt. Zo heeft de ILT een vragenlijst opgesteld, die momenteel via de VEWIN
aan de drinkwaterbedrijven ter beantwoording wordt voorgelegd. De voortgang van de
sanering van de resterende loden leidingen wordt meegenomen in de hiervoor genoemde
jaarlijkse voortgangsrapportage.
5.
De leden van de CDA-fractie lezen dat GGD’en de primaire rol krijgen bij de inspecties
van lood. Wat is de rol van de coronacrisis daarop en de effecten op de capaciteit
van de GGD’en?
Als gevolg van Covid-19 is er bij GGD’en op dit moment inderdaad minder ruimte om
andere taken op te pakken. Bekeken wordt of het mogelijk is de vraag naar de aanwezigheid
van loden leidingen in te bouwen in de bestaande inspectietaken waar de GGD’en opdracht
voor krijgen vanuit gemeenten. Daarnaast zijn de taken van de GGD onderdeel van een
totaalpakket aan maatregelen waarbij doelgroepen op verschillende manieren worden
benaderd. Het is dus niet zo dat als gevolg van Covid-19 de aanpak stil komt te liggen.
6.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering wat de gewenste route is voor het vervangen
van loden leidingen bij huurwoningen? Wat is de rol van de huurder? Wat is de rol
van de verhuurder? Graag ontvangen deze leden hierop een toelichting.
Op grond van het huurrecht moet een verhuurder zorgen dat de huurder in een veilige
woning woont, met gezond en veilig drinkwater. Tevens moet de verhuurder op grond
van het huurrecht gebreken herstellen.
Idealiter heeft een verhuurder uit eigen beweging loden leidingen vervangen, bijvoorbeeld
bij renovatie of mutatie. Zou de verhuurder niet weten of het pand nog loden leidingen
bevat, dan verdient het de voorkeur dat hij hiernaar zelf onderzoek doet, en zo nodig
alsnog de leidingen vervangt. Ook een huurder kan ontdekken dat er loden leidingen
aanwezig zijn. Bijvoorbeeld doordat deze zichtbaar zijn bij de watermeter of in de
kruipruimte, of door het doen van een watermeting. In dat geval dient de huurder dit
gebrek zo spoedig mogelijk aan de verhuurder te melden zodat deze het kan verhelpen.
Indien de verhuurder weigert de leidingen te vervangen kan de huurder zijn zaak voorleggen
aan de Huurcommissie of zo nodig de rechter, en daarbij indien nodig gebruik maken
van de hulp en expertise van gemeentelijke huurteams.
7.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering met een nadere uitleg te komen waarom
specifiek voor de tijdsperiode eind 2022 is gekozen?
De herziene Drinkwaterrichtlijn is in december 2020 gepubliceerd. De richtlijn geeft
de Lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn te implementeren. De tijdsperiode eind
2022 hangt daarmee samen, en met de tijd die gemoeid is met de benodigde aanpassing
van het Drinkwaterbesluit.
8.
De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat aan de koepel van kopers en huurders
gevraagd wordt de (mogelijke) aanwezigheid van lood te melden. Is er ook een mogelijkheid
dit te verplichten, zo vragen bovenstaande leden.
Wat betreft koopwoningen lijkt de huidige systematiek van aankoopkeuringen en modelcontracten
voldoende te waarborgen dat kopers op de hoogte zijn van de aanwezigheid van loden
leidingen in hun (toekomstige) woning. Een extra wettelijke verplichting lijkt in
dat kader dan ook onnodig. Op dit moment onderzoeken IVBN en Vastgoedbelang samen
met de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) de mogelijkheid om in het ROZ-model woonruimte
bij huurcontracten van woningen gebouwd voor 1960 een bepaling op te nemen waarin
de verhuurder verklaart wel of niet bekend te zijn of er loden leidingen aanwezig
zijn. Aedes gaf aan dat dit bij de voor- en eindinspectie aan de orde komt. Indien
dit niet tot voldoende resultaat leidt kan worden bezien of andere maatregelen nodig
zijn.
De leden van de D66-fractie hebben tevreden kennisgenomen van de brief van het kabinet.
Zij zijn blij dat er hiermee invulling is gegeven aan de motie die door de leden van
de fracties van D66 en de PvdA hierover is ingediend. Zij hebben nog enkele vragen
die zij aan de regering voor willen leggen.
9.
De leden van de D66-fractie lezen dat het nog steeds onbekend is in hoeveel woningen
nog loden leidingen aanwezig zijn. Deze leden vragen de regering op welke wijze samen
met gemeenten werk wordt gemaakt van de inventarisatie hiervan?
Eigenaren hebben geen vergunning nodig voor het verwijderen van loden leidingen en
doen dit vaak in combinatie met een renovatie en/of ten tijde van een mutatie. In
het verleden is niet bijgehouden waar leidingen wel of niet of gedeeltelijk gesaneerd
zijn. Ook nu wordt dit niet centraal bijgehouden. Eigenaren en verhuurders kunnen
en zullen deze informatie zo mogelijk wel melden bij verkoop of verhuur, zoals hiervoor
aangegeven.
In de brief van 2 juli is een jaarlijkse voortgangsrapportage aangekondigd. Op basis
van de steekproeven van drinkwaterbedrijven zal hierin een landelijk beeld worden
geschetst van de nog aanwezige loden leidingen. Voor gemeentelijk bezit, bezit van
het RVB en voor prioritaire installaties (kindlocaties) zal in de jaarlijkse voortgangsreportage
een beeld gegeven worden van het aantal panden waarin nog loden leidingen aanwezig
zijn/waren. Ook zal verhuurders(koepels) gevraagd worden naar de bij onderzoek gebleken
omvang van de nog resterende loodproblematiek.
10.
De leden van de D66-fractie constateren dat bewoners bij twijfels over de aanwezigheid
van lood in hun waterleidingen metingen dienen uit te voeren. Deze leden vragen zich
af op welke manier huishoudens op de hoogte worden gebracht van de symptomen van de
aanwezigheid van lood in water en op welke wijze zij hun leidingen kunnen laten testen?
Daarnaast vragen deze leden of hierbij ook duidelijk wordt gemaakt dat test-strips
(nog) niet voldoende betrouwbaar zijn?
De uniforme communicatieboodschap die door de diverse betrokken partijen in hun communicatie
is verwerkt geeft uitsluitsel over hoe loden leidingen te herkennen, over de mogelijkheid
van testen en over de werkzaamheid van teststrips. Anders dan doordat loden leidingen
zichtbaar zijn (eventueel na breekwerk) of door een watertest is de aanwezigheid van
lood in het drinkwater niet te herkennen.
11.
De leden van de D66-fractie constateren dat er nader onderzoek wordt gedaan naar verouderde
adviezen rondom het doorspoelen van water. Deze leden vragen op welke termijn dit
nieuwe onderzoek er ligt, en ook hoe bewoners van het nieuwe advies om ander water
dan kraanwater uit loden leidingen te drinken op de hoogte worden gebracht?
Zie ook antwoord op vraag 1: Bij nadere beschouwing zijn er geen redenen om voor een
installatie met nieuwe leidingen een ander doorspoeladvies te hanteren dan zoals dat
in de brief van 2 juli 2020 in de uniforme communicatieboodschap is beschreven voor
een installatie met loden leidingen. Dit betekent dat bij een nieuwe installatie de
leiding voor ieder gebruik zodanig lang moeten worden doorgespoeld, dat het te consumeren
water niet in de nieuwe leiding stilgestaan heeft. Voor de berekening van de hoeveelheid
water die moet worden doorgespoeld: een nieuwe leiding met een normale diameter bevat
per 5 meter ca. één liter water. Indien alleen een nieuwe kraan is geplaatst geldt
een doorspoeltijd van 10 seconden. Het doorspoeladvies geldt voor een periode van
drie maanden na ingebruikname van de installatie of kraan. Het advies om ander water
dan kraanwater te drinken geldt bij de aanwezigheid van en bij onduidelijkheid over
de aanwezigheid van loden leidingen. Dit advies wordt door alle betrokken partijen
via hun communicatiekanalen gegeven.
12.
De leden van de D66-fractie lezen dat pandeigenaren van een pand voor 1960 op de hoogte
zullen worden gesteld over hun handelingsperspectief en dat hiervoor nog wordt gekeken
naar de vorm. Deze leden vragen waarom er niet gekozen wordt om conform de aanpak
in Amsterdam al deze pandeigenaren een brief te sturen? In hoeverre geldt er een verplichting
voor deze eigenaren om deze situatie aan te pakken en op welke manier ondersteunt
de regering deze woningeigenaren hierin?
Het is de bedoeling dat eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 actief zullen
worden geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van lood in kraanwater en het bijbehorende
handelingsperspectief. BZK is inderdaad voornemens de gemeenten, voor zover zij hier
nog niet toe over zijn gegaan, te vragen de eigenaren en bewoners van panden van voor
1960 actief te benaderen met informatie over de mogelijke aanwezigheid van loden leidingen.
Het Rijk zal de gemeenten daarbij ondersteunen, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid
van voorbeeldbrieven, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van de ervaringen en
het eerdere werk van de gemeente Amsterdam.
Zoals eerder aangegeven ligt de verantwoordelijkheid voor controle op loden leidingen
en het nemen van maatregelen bij de gebouweigenaren. Huurders kunnen hun verhuurders
hier zo nodig op aanspreken. Woningeigenaren worden hierin ondersteund door de beschikbaarheid
van informatie, onder meer over het onderzoek naar loden leidingen in de woning. Een
eigenaar/bewoner kan er voor kiezen de leidingen te vervangen op een voor hem opportuun
moment, bijvoorbeeld tijdens een renovatie. Uiteraard verdient het dan aanbeveling
tot die tijd ander water dan kraanwater te drinken.
13.
Daarnaast vragen deze leden in hoeverre er lering getrokken kan worden uit andere
veiligheidsrisico’s in gebouwen die na de bouw aan het licht kwamen, zoals RVS in
zwembaden, brandgevaarlijke isolatie en breedplaatvloeren? Is hiervoor binnen de rijksoverheid
een eenduidige en effectieve wijze van communicatie ontwikkeld?
Incidenteel komen er in Nederland veiligheidsrisico’s bij bestaande gebouwen aan het
licht, zoals ten aanzien van de drie genoemde onderwerpen. Omdat het steeds gaat om
heel specifieke veiligheidsproblemen is er iedere keer maatwerk nodig voor de aanpak
ervan, waarbij de rijksoverheid steeds afstemming zoekt met de betrokken partijen.
Dat geldt ook voor de (maatwerk) aanpak van loden leidingen bij bestaande gebouwen,
zoals beschreven in de brief van 2 juli 2020.
14.
De leden van de D66-fractie vragen wat de resultaten zijn van de oproep van de Primair
Onderwijsraad tot het testen van het drinkwater op lood?
De PO-Raad heeft in februari 2020 twee keer een oproep gedaan aan alle schoolbesturen
om leidingen en drinkwater in gebouwen van voor 1960 te controleren, met een heldere
toelichting op het belang daarvan. Naar aanleiding daarvan zijn bij verschillende
scholen maatregelen getroffen. Hiervan is geen landelijke registratie bijgehouden.
15.
De leden van de D66-fractie constateren dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het
inventariseren en bijhouden van loden leidingen in haar vastgoed in bezit. Deze leden
vragen op welke wijze wordt bijgehouden in hoeverre bij het inventariseren en aanpakken
van loden leidingen in gemeentelijk vastgoed voorgang geboekt wordt?
De G4 hebben over het algemeen al actie ondernomen om het gemeentelijk bezit, zeker
als het om kindlocaties gaat, loodvrij te maken. Ook heeft de VNG de gemeenten er
op gewezen dat zij hun bezit moeten onderzoeken en waar nodig saneren. In het kader
van de voortgangsrapportage zal nagegaan worden wat de stand van zaken is en zult
u hierover worden geïnformeerd.
16.
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze wordt bijgehouden in hoeverre bij
het inventariseren en aanpakken van loden leidingen in vastgoed van (particuliere)
verhuurders voortgang geboekt wordt? Deze leden vragen hierbij – in het licht van
het gegeven dat uiteindelijk alle loden leidingen verwijderd dienen te worden – waarom
een huurder een verhuurder niet kan verplichten tot het verwijderen van alle loden
leidingen, ook als de loodverontreiniging niet boven de norm uitkomt?
Over de voortgang zal navraag gedaan worden bij de koepels van verhuurders en in de
voortgangsrapportage verslag worden gedaan. In de brief van 2 juli is aangeven welke
acties de betreffende verhuurderskoepels voorzien hadden. Deze worden momenteel uitgevoerd.
Verhuurderkoepels hebben actie ondernomen richting hun leden. De leden inventariseren
zelf waar nog loden leidingen aanwezig zijn.
Als er loden leidingen aanwezig zijn dan zal het loodgehalte van het water, hoe klein
het stuk loden leiding ook is, vrijwel altijd boven de norm uitkomen. De loodnorm
aan de tap is al streng en wordt op grond van de nieuwe Drinkwaterrichtlijn nog strenger.
De loodnorm is bepalend, aangezien er pas sprake is van een gebrek als de loodnorm
overschreden wordt.
17.
De leden van de D66-fractie constateren dat informatie over de aanwezigheid van loden
leidingen onderdeel hoort te zijn van de koopakte. Deze leden vragen of bekend is
in welk percentage van de koopaktes de modelkoopakte geheel gevolgd wordt? Op welke
wijze wordt geborgd dat informatie over loden leidingen hierin ook daadwerkelijk meegenomen
wordt?
De NVM heeft helaas geen cijfers over percentages waarin de modelkoopakte geheel gevolgd
wordt. De landelijke modelkoopakte wordt normaliter als standaard gebruikt, niet alleen
door makelaars maar ook door particulieren en niet-georganiseerde bemiddelaars. Het
betreft echter uitdrukkelijk een model dat aangepast kan/dient te worden aan de specifieke
omstandigheden van het geval. Dat doet overigens niet af aan het feit dat het afwijken
van de modelkoopakte de wettelijke mededelingsplicht van de verkoper onverlet laat.
Een verkoper moet melding maken van eigenschappen van het pand die hij kent (of behoort
te kennen) en die niet bekend zijn bij de koper, als de verkoper weet (of behoort
te weten) dat die eigenschap voor de koper van belang is. De koper heeft tenslotte
zelf ook nog een onderzoekplicht. Bij de aankoop van oudere woningen wordt hierbij
in de praktijk vaak gebruik gemaakt van een bouwtechnische keuring. Bij woningen die
voor 1960 gebouwd zijn zal een bouwkundige die de keuring uitvoert voor het onderwerp
lood speciale aandacht hebben.
18.
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze wordt geborgd dat bewoners op de
hoogte zijn van het doorspoeladvies bij nieuwe kranen? Deze leden vragen of het niet
mogelijk is de producteisen zodanig vorm te geven dat het doorspoelen van nieuwe kranen
overbodig wordt?
Dit doorspoeladvies is opgenomen in de uniforme communicatieboodschap die door de
betrokken partijen in hun communicatie uitingen is opgenomen. Daarnaast dient deze
informatie bij oplevering van woningen aan eigenaren verstrekt te worden. De beoordelingseisen
voor nieuwe materialen zijn zodanig dat de eerste drie maanden nog uitloging mag plaatsvinden.
Daarom is een doorspoeladvies bij nieuwe installaties onontbeerlijk. Onder de herziene
EU Drinkwaterrichtlijn worden straks Europese eisen gesteld aan de mate van uitloging
van stoffen uit leidingmateriaal en kranen. Binnen dat kader zal bekeken worden of
er scherpere eisen gesteld kunnen worden. Echter, ook dan blijft doorspoelen bij nieuw
geïnstalleerde leidingmaterialen en kranen naar verwachting het advies.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van de brief
en het bijbehorende overzicht van acties om het teveel aan lood in het drinkwater
tegen te gaan. Deze leden vinden het goed dat er een uitgebreid plan van aanpak ligt.
Zij hebben hierover een aantal nadere vragen.
19.
De regering heeft de koepels gevraagd om de meldingsplicht in modelovereenkomsten
op te nemen. De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering of dit verzoek
voldoende is? Zou het niet wettelijk verplicht moeten worden, zo vragen deze leden?
Als eerder aangegeven lijkt wat betreft koopwoningen de huidige systematiek van aankoopkeuringen
en modelcontracten voldoende te waarborgen dat kopers op de hoogte zijn van de aanwezigheid
van loden leidingen in hun (toekomstige) woning. Daarnaast loopt nog het onderzoek
door IVBN en Vastgoedbelang naar de mogelijke opname van een bepaling in het ROZ-modelhuurcontract.
Indien dit niet tot voldoende resultaat leidt kan worden bezien of andere maatregelen
nodig zijn.
20.
De Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de sanering. De leden
van de fractie van GroenLinks vinden dit een goed idee. Zij vragen zich wel af of
dit voldoende regelmatig is. Om dit goed te kunnen beoordelen zouden deze leden graag
een tijdslijn zien waarin alle acties en maatregelen worden geprojecteerd. Kan de
regering dit aan de Kamer doen toekomen?
Een aantal zaken die in de brief van 2 juli genoemd waren zijn al afgerond. In de
brief is aangegeven welke termijnen voorzien zijn voor aanpassing van regelgeving.
De actieve communicatie richting eigenaren en bewoners vindt zo mogelijk nog dit voorjaar
plaats. BZK zal hier bij gemeenten in de komende maanden op aandringen. Ook de overige
in de brief genoemde zaken worden voor 1 juli 2021 in gang gezet of uitgevoerd. In
de voortgangsrapportage zal de stand van zaken worden weergegeven.
21.
Uit de brief van de regering komt voor de leden van de fractie van GroenLinks nog
te weinig naar voren over de financiële consequenties van de sanering. Kan de regering
hier nader op ingaan?
De verantwoordelijkheid voor drinkwaterbedrijven loopt tot en met de watermeter; de
kosten van vervanging tot en met de watermeter zijn voor hun rekening. Als er bij
werkzaamheden lood wordt aangetroffen in de binnenhuisinstallaties zullen de waterbedrijven
de klant daarop wijzen. De sanering van de binneninstallatie is voor rekening van
de eigenaar van het pand. De financiële consequenties zullen variëren met de lengte
en plaats van de nog aanwezige loden leidingen en met de vraag of werkzaamheden gecombineerd
kunnen worden met bijvoorbeeld een renovatie.
22.
Tot slot hebben deze leden nog een vraag over de juridische aansprakelijkheid bij
gezondheidsklachten die ontstaan zijn door lood in het drinkwater. Zou het volgens
de regering mogelijk kunnen zijn dat overheden of eigenaren juridisch aansprakelijk
kunnen worden gesteld voor gezondheidsklachten die voortkomen uit te veel lood in
het drinkwater?
Eigenaren zouden theoretisch gezien aansprakelijk kunnen zijn voor schade als gevolg
van lood in het drinkwater. Echter, het zal gezien de aard van de klachten die een
te hoge loodinname veroorzaakt (verstoring van de ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel
van kinderen, verhoogde bloeddruk en chronische nierziekte) moeilijk zijn het verband
tussen klachten en de inname van lood aan te tonen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief Acties lood in drinkwater.
Voornoemde leden moeten tot hun teleurstelling constateren dat de regering in weerwil
van de aangenomen motie Nijboer/Van Eijs geen Aanvalsplan heeft opgesteld om alle
loden leidingen te vervangen, maar uitgaat van eigen verantwoordelijkheid en verhuurders
en gemeenten vrijblijvend faciliteert, informeert of stimuleert. De leden van de PvdA-fractie
zijn van mening dat de overheid een actieve rol dient te spelen om het recht op schoon
drinkwater te borgen en een verantwoordelijkheid draagt voor het bewaken van de Volksgezondheid.
Voornoemde leden zouden daarom graag zien dat ook de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport wordt betrokken bij dit schriftelijk overleg.
23.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering de nadruk legt op het verduidelijken
van situaties waarin kraanwater niet gedronken kan worden. De leden van de PvdA-fractie
zijn van mening dat de regering hiermee haar verantwoordelijkheid ontloopt. Die strekt
immers tot het actief bewaken van de Volksgezondheid en het bevorderen van schoon
drinkwater. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering haar passieve rol in dezen
nader te motiveren?
De brief van 2 juli omvat een uitgebreid pakket aan maatregelen om de loodproblematiek
aan te pakken en eigenaren er toe te bewegen hun pand te onderzoeken en zo nodig te
saneren. Echter, bij de aanpak is wel rekening gehouden met de rechten en verantwoordelijkheden
van vastgoedeigenaren en Nederlandse burgers.
24.
De leden van de PvdA-fractie vragen de regering per actie een meetbaar doel en tijdpad
te formuleren, zodat duidelijk wordt op welke termijn hoeveel mensen zijn geïnformeerd
en, belangrijker nog, hoe veel loden leidingen zijn vervangen. Als de regering daar
niet toe bereid is, vragen de leden van de PvdA-fractie waarom de regering het niet
relevant acht dat de resultaten van het beleid meetbaar verantwoord kunnen worden,
zeker nu de gezondheid in het geding is. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening
dat dit tenminste zou moeten gelden voor kind-locaties en verhuurde woningen.
Zowel ten aanzien van de kindlocaties als ten aanzien van de huurwoningen zal ik u
in de voortgangsrapportage informeren over de stand van zaken van sanering. Dit geldt
ook voor de stand van zaken van de overige acties die ik heb aangekondigd in mijn
brief Acties lood in drinkwater van juli jl.
25.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat in het verleden is gekozen voor een aanpak
die is gebaseerd op vrijwilligheid en eigen verantwoordelijkheid. Zij vragen de regering
uiteen te zetten hoe de positie van huurders en prioritaire locaties als kinderdagverblijven,
scholen en ziekenhuizen destijds is meegenomen? Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie
waarom in 2006–2008 niet is overgegaan tot een grootschalig onderzoek. Zij vragen
of de Ministeries van Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid,
Welzijn en Sport sindsdien wel aandacht hebben besteed aan het probleem, waaruit die
aandacht bestond, en welke acties zijn ondernomen. Voornoemde leden vragen of deze
ministeries al langer signalen hadden dat in een groot aantal woningen nog loden leidingen
aanwezig waren, en wat de mogelijke consequenties hiervan waren. Op welke wijze is
daarop geacteerd?
Voorheen werd lood in het kraanwater vooral schadelijk geacht voor zuigelingen en
werd sanering ook niet altijd nodig geacht, mits bijvoorbeeld voor flesvoeding ander
water dan kraanwater werd gebruikt. Bovendien bestond het beeld dat loden leidingen
in vrijwel alle gevallen al waren gesaneerd. Omdat nooit is bijgehouden waar en hoe
grondig de loden leidingen zijn verwijderd is het onmogelijk om precies te weten waar
zich nog loden leidingen bevinden, behalve wanneer dit per pand wordt onderzocht.
Aanleiding om opnieuw naar de loodproblematiek te gaan kijken waren de ontwikkelingen
in het kader van de EU Drinkwaterrichtlijn en het advies van de Gezondheidsraad van
6 november 2019 dat mede was ingegeven door nieuwe wetenschappelijke inzichten over
de schadelijkheid van lood. Naar aanleiding daarvan zijn de huidige acties zoals beschreven
in de brief Acties lood in drinkwater, ingezet.
26.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering sinds kort beschikt over nieuwe
wetenschappelijke inzichten. Zij vragen de regering uiteen te zetten op welke – inmiddels
verouderde – wetenschappelijke inzichten het beleid was gebaseerd? Voornoemde leden
vragen eveneens of in de tussentijd mogelijke nieuwe inzichten tot de regering zijn
gekomen, en hoe die zijn gewogen?
De nieuwe wetenschappelijke inzichten betreffen het inzicht dat lood schadelijker
is voor baby’s en kinderen, maar ook voor volwassenen dan eerder gedacht, zoals de
Gezondheidsraad ook aangeeft. En daarnaast het inzicht dat de loodwaarde in leidingwater
na het tappen sneller weer oploopt dan eerder geacht. Vandaar dat de Gezondheidsraad
onder meer adviseert de norm voor lood in drinkwater te verlagen van 10 naar 5 microgram
per liter. Sinds 2019 zijn op het punt van de normstelling voor lood in drinkwater
geen nieuwe wetenschappelijke inzichten ter kennis van de regering gebracht.
27.
De leden van de PvdA-fractie zijn zeer bezorgd over de aanwezigheid van loden leidingen
in kinderdagverblijven, ziekenhuizen en scholen. Zij vragen op welke wijze de regering
centraal de aanwezigheid monitort?
Als er locaties worden gevonden waar te veel lood in het drinkwater wordt gevonden,
worden passende maatregelen genomen om de blootstelling aan dat drinkwater te stoppen,
door vervanging van leidingen en/of het stoppen van consumptie. Zoals in de brief
is aangekondigd, zal de Minister voor Medische Zorg en Sport overleggen met de toezichthouders
voor onderwijs en kinderopvang over hun rol bij inspectie en monitoring.
28.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering gemeenten en gebouweigenaren stimuleert
en informeert over het vervangen van loden leidingen in openbare gebouwen. De leden
van de PvdA-fractie vragen waarom de regering niet heeft gekozen voor een actieve,
sturende houding, waarbij gegarandeerd wordt dat mensen en kinderen veilig drinkwater
kunnen drinken in openbare gebouwen.
De VNG heeft gemeenten er op gewezen dat zij het gemeentelijke bezit, voor zover dit
nog niet gebeurd is, dienen te saneren. Ik vind het van groot belang dat gemeenten
dit daadwerkelijk doen. Het Rijksvastgoedbedrijf is actief bezig met het saneren van
het eigen bezit. In de voortgangsrapportage doe ik verslag van de stand van zaken
van deze activiteiten en zal ik bij onvoldoende voortgang bezien welke aanvullende
maatregelen nodig zijn.
29.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering het doorspoeladvies heeft herzien.
Kan de regering aangeven wat het oude advies precies inhield en op welke inzichten
dit advies was gebaseerd?
Het oude advies voor doorspoelen van leidingen bij een nieuwe installatie was gebaseerd
op het VEWIN-rapport «Effectiviteit van het VEWIN-doorstroomadvies voor verlaging
van het loodgehalte in drinkwater». Dit rapport was gebaseerd op de situatie van een
woning met loden leidingen. Destijds was het advies om de loden leidingen na een lange
stilstand (6–8 uur) twee minuten door te spoelen voordat het water werd geconsumeerd.
Omdat ook uit nieuwe leidingen (tijdelijk) lood kan komen, is er destijds voor gekozen
om deze doorspoeltijd ook voor nieuwe leidingen toe te passen.
Inmiddels is het doorspoeladvies voor loden leidingen aangepast. Er zijn geen redenen
om voor een installatie met nieuwe leidingen een ander doorspoeladvies te hanteren
dan zoals dat in de brief van 2 juli 2020 in de uniforme communicatieboodschap is
beschreven voor een installatie met loden leidingen. Dit betekent dat bij een nieuwe
installatie de leiding voor ieder gebruik zodanig lang moeten worden doorgespoeld,
dat het te consumeren water niet in de nieuwe leiding stilgestaan heeft. Voor de berekening
van de hoeveelheid water die moet worden doorgespoeld: een nieuwe leiding met een
normale diameter bevat per 5 meter ca. één liter water. Indien alleen een nieuwe kraan
is geplaatst geldt een doorspoeltijd van 10 seconden. Het doorspoeladvies geldt voor
een periode van 3 maanden na ingebruikname van de installatie of kraan.
30.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering inzet op bewustwording. Zij vragen
daarbij specifiek aandacht voor moeilijk bereikbare groepen, zoals mensen met een
migratieachtergrond of mensen met verminderde leesvaardigheid. Op welke wijze waarborgt
de regering dat deze mensen ook worden geïnformeerd? Voornoemde leden vragen waarom
gemeenten en GGD’en niet worden verplicht tot een actieve informatiecampagne richting
de meest urgente risicolocaties.
Aan de gemeenten wordt gevraagd om eigenaren en bewoners van panden van voor 1960
actief te benaderen om hen te informeren over mogelijke aanwezigheid van loden leidingen.
Voor de kindlocaties zal aan de toezichthouders worden gevraagd de kwestie van loden
leidingen in de inspecties mee te nemen.
Uiteraard zal bij de communicatie rekening gehouden worden met diverse doelgroepen
en begrijpelijke informatie. De regering zal de gemeenten hierin waar mogelijk faciliteren.
De GGD werkgroep Lood in drinkwater heeft begin 2020 een stappenplan en informatiepakket
inclusief Q&A’s gemaakt voor gemeenten en GGD’en.
31.
De leden van de PvdA-fractie vragen waarom niet nu alvast de nieuwe drinkwaternorm
van 5 microgram per liter wordt gehanteerd, vooruitlopend op de wijziging van 2022,
aangezien nieuwe inzichten leren dat deze norm veiliger is.
In de brief is aangekondigd dat de norm voor lood in het kader van de implementatie
van de nieuwe EU-Drinkwaterrichtlijn op 5 microgram per liter zal worden gesteld.
Hiermee is Nederland voortvarender dan wat volgens de Drinkwaterrichtlijn verplicht
is. Die hanteert een termijn van 15 jaar voor het bereiken van een waarde van 5 microgram
per liter op het punt van levering (watermeter). Volgens de Drinkwaterrichtlijn blijft
aan de kraan 10 microgram per liter gelden als norm, maar moeten lidstaten hun uiterste
best doen om 5 microgram per liter te halen.
Kwaliteitseisen voor drinkwater moeten in het Drinkwaterbesluit worden vastgelegd.
Voor aanpassing van een dergelijke algemene maatregel van bestuur staat al snel anderhalf
à twee jaar, dus inwerkingtreding in 2022 is niet meer dan reëel.
32.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering van mening is dat huurders voldoende
worden beschermd door de Huurcommissie en de rechter. De leden van de PvdA-fractie
vragen bij dat oordeel de kosten, zowel financieel als qua tijd, te betrekken van
een zaak bij de huurcommissie of de rechter, en de lange doorlooptijden. Voornoemde
leden vragen de regering of het redelijk is dat mensen twee jaar moeten wachten op
sanering van de leidingen als een verhuurder niet meewerkt, en in de tussentijd zijn
aangewezen op duur flessenwater.
Hoewel een huurder wanneer deze zich tot de Huurcommissie wendt en wanneer de Huurcommissie
uiteindelijk een gebrek constateert een huurverlaging (tot 60%) krijgt vanaf het moment
dat hij het gebrek bij de verhuurder heeft gemeld, en de verhuurder het niet binnen
een maand heeft hersteld, zal de huurder naar verwachting meer gebaat zijn bij daadwerkelijk
herstel van het gebrek. In die zin is het vervelend dat doorlooptijden bij de Huurcommissie
soms lang zijn. De Huurcommissie werkt daarom middels een actieplan aan het terugdringen
van de achterstanden en daarmee de doorlooptijden.
Wel zijn er inmiddels voldoende uitspraken gedaan waardoor een verhuurder, wanneer
een huurder nu meldt dat er sprake is van lood in het drinkwater, naar verwachting
eieren voor zijn geld zal kiezen en het gebrek zal herstellen, liever dan te wachten
en met een dergelijke huurverlaging geconfronteerd te worden.
De toegang tot de Huurcommissie is voor huurders laagdrempelig, ook financieel.
Daar waar er sprake is van een spoedeisende zaak heeft een huurder daarnaast de mogelijkheid
om zich te wenden tot de rechter. De rechter kan dan binnen een korte termijn tot
het oordeel komen dat een verhuurder direct maatregelen moet nemen. De Huurcommissie
kan alleen een huurverlaging uitspreken.
33.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de gemeente Amsterdam verhuurders en huurders
van woningen met een bouwjaar voor 1960 actief heeft geïnformeerd. Kan de regering
aangeven in welke mate verhuurders hier opvolging aan hebben gegeven? Voornoemde leden
vragen de regering eveneens een overzicht te bieden van alle door andere gemeenten
ondernomen acties, omdat zij van mening zijn dat de rijksoverheid de primaire verantwoordelijkheid
draagt voor dit probleem.
Voor de cijfers ten aanzien van de Amsterdamse aanpak verwijs ik u naar de raadsbrief
over Loden leidingen in Amsterdam, stand van zaken 2020 van 13 oktober 2020. Voor
het overige hebben vooral Den Haag en Utrecht een actieve aanpak geïnitieerd. Als
eerder aangegeven zullen gemeenten gevraagd worden eigenaren en bewoners van panden
van voor 1960 actief te gaan benaderen inzake de loodproblematiek. Het Rijk zal daarbij
faciliteren.
34.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering bereid is over te gaan tot het
verplichten van onderzoek en sanering bij bewonerswisselingen, en zo nee, waarom niet?
Voornoemde leden vragen de regering waarom zij nog niet is overgegaan tot een algeheel
verbod op het verhuren van woningen met loden leidingen. Waarom levert de regering
geen grotere inspanning om de gezondheid van huurders te beschermen?
Als eerder aangegeven lijkt wat betreft koopwoningen de huidige systematiek van aankoopkeuringen
en modelcontracten voldoende te waarborgen dat kopers op de hoogte zijn van de aanwezigheid
van loden leidingen in hun (toekomstige) woning. Daarnaast loopt nog het onderzoek
door IVBN en Vastgoedbelang naar de mogelijke opname van een bepaling in het ROZ-modelhuurcontract.
Indien dit niet tot voldoende resultaat leidt kan worden bezien of andere maatregelen
nodig zijn. Het belangrijkste is dat nieuwe eigenaren of bewoners zicht hebben op
de eventuele aanwezigheid van loden leidingen, zodat zij desgewenst actie kunnen ondernemen
om deze te saneren.
Bij huurwoningen is de verhuurder op grond van het huurrecht verplicht gebreken te
verhelpen. Doet hij dit toch niet, dan kan de huurder zich wenden tot Huurcommissie
of rechter.
35.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering het wenselijk acht als verhuurders
alternatieve watervoorzieningen faciliteren. De leden van de PvdA-fractie zijn van
mening dat een alternatieve watervoorziening verplicht zou moeten worden indien na
een bepaalde periode de leidingen nog niet zijn vervangen. Is de regering daartoe
bereid?
Op grond van het huurrecht moet een verhuurder zorgen dat de huurder in een veilige
woning woont, met gezond en veilig drinkwater. Tevens moet de verhuurder op grond
van het huurrecht gebreken herstellen. Als eerder gezegd ben ik van mening dat een
verhuurder, in afwachting van sanering, en hoewel hij daartoe formeel niet verplicht
is, ander schoon water zou moeten verstrekken.
De huurder kan ook aanspraak maken op vergoeding voor schade ontstaan door de gebreken.
Het is in het eigen belang van een verhuurder dat hij de schade beperkt, bijvoorbeeld
door het faciliteren van tijdelijke voorzieningen.
Het aanbieden van een alternatieve watervoorziening indien door de bestaande watervoorziening
geen sprake is van gezond en veilig drinkwater, is ook één van de mogelijkheden voor
een verhuurder om aan zijn verplichtingen te voldoen. Dit vergt geen nadere wettelijke
verplichting.
36.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat bij VVE’s specifieke problemen spelen. Zij
vragen de regering deze problemen te beschrijven en uit te leggen hoe de regering
van plan is die op te lossen.
In het splitsingsreglement van de VvE staat of de drinkwaterleiding onder de verantwoordelijkheid
valt van de VvE, of van de individuele eigenaar en of de kosten voor rekening van
de VvE of voor rekening van de individuele eigenaar komen. De inhoud van het splitsingsreglement,
waaronder de verantwoordelijkheidsverdeling en kostenverdeling, kan per VvE verschillen.
Wanneer de drinkwaterleiding onder verantwoordelijkheid valt van de individuele appartementseigenaar
kan hij de loden leiding op eigen kosten zelf vervangen. Dit kan anders zijn indien
de loden drinkwaterleiding niet kan worden verwijderd zonder schade van betekenis
toe te brengen aan de betreffende vloer of wand waarin de drinkwaterleiding zich bevindt.
In dat geval ligt de verantwoordelijkheid voor de drinkwaterleiding bij de VvE en
zijn de kosten voor rekening van de VvE.
Individuele eigenaars, waaronder verhuurders, kunnen niet zelf besluiten de loden
drinkwaterleiding te vervangen wanneer dit de verantwoordelijkheid is van de VvE.
Wanneer de loden drinkwaterleiding onder verantwoordelijkheid valt van de VvE, is
voor het vervangen van de loden drinkwaterleiding een meerderheid van stemmen nodig
in de vergadering van eigenaars. De kosten voor verwijdering of vervanging van de
loden drinkwaterleiding kunnen voor de vergadering van eigenaars een reden zijn om
te besluiten dat de loden drinkwaterleiding niet wordt vervangen.
Een individuele eigenaar die het niet eens is met een besluit van de VvE kan de rechter
verzoeken om het genomen besluit te vernietigen en daarvoor in de plaats een vervangende
goedkeuring te verlenen, waardoor het besluit van de vergadering van eigenaars wordt
vernietigd en door een nieuw besluit met vervangende toestemming voor het verwijderen
van de loden drinkwaterleiding wordt vervangen. Een vervangende toestemming wordt
door de rechter verleend als de VvE zonder redelijke grond weigert tot verwijdering
of vervanging van de loden drinkwaterleiding.
37.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat sommige gebouweigenaren weigeren vervanging
van drinkwaterleidingen te faciliteren. De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de
regering deze eigenaren alsnog gaat bewegen medewerking te verlenen, en of medewerking
verplicht kan worden in het belang van de volksgezondheid.
Als het gaat om het weigeren van het vervangen van aansluitleidingen door het drinkwaterbedrijf
dan gaat het om een (zeer beperkt) aantal bekende loden aansluitleidingen en hebben
de drinkwaterbedrijven met het Ministerie van IenW afgesproken dat deze gevallen opnieuw
beoordeeld zullen worden en dat daar acties op gezet zullen worden die ertoe moeten
leiden dat ook deze gevallen alsnog zullen worden gesaneerd of dat alternatieve maatregelen
getroffen worden om ongewenste beïnvloeding van de drinkwaterkwaliteit te voorkomen
Voor de categorie eigenaren/bewoners in een grondgebonden woning geldt dat zij ervoor
kunnen kiezen het risico van lood te willen nemen of dit risico op een andere manier
te verminderen. Voor de categorie verhuurders en bewoners en eigenaren binnen een
VvE gelden de hierboven genoemde juridische mogelijkheden en zal door voorlichting
duidelijk gemaakt moeten worden hoe belangrijk het vervangen van loden leidingen is.
Aan de Tweede Kamer zal jaarlijks worden gerapporteerd over de ontwikkelingen en de
voortgang van saneringen. Aan de hand daarvan kan worden bezien of aanvullende acties
noodzakelijk zijn.
38.
De leden van de PvdA-fractie vragen de regering uiteen te zetten op basis van welke
gegevens de schatting van 100.000 tot 200.000 woningen met loden leidingen is gebaseerd.
De schatting van 100.000 tot 200.000 woningen met loden leidingen is een schatting
van de Gezondheidsraad uit haar advies over loodinname via kraanwater (6 november
2019). Ik verwijs u naar hetgeen daarover in het advies is vermeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
C.J.M. Roovers, griffier