Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de afgebroken CAO-onderhandelingen bij de supermarkten
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de afgebroken CAO-onderhandelingen bij de supermarkten (ingezonden 26 januari 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 februari
2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Overleg supermarkt-cao weer afgebroken: «Geld klotst
tegen de plinten»?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het bericht. Het is jammer dat cao-partijen bij de supermarkt-cao
nog niet tot overeenstemming zijn gekomen. Het proces van onderhandelingen verloopt
soms vlot, maar heeft soms ook wat meer tijd nodig om tot een goed einde te worden
gebracht. Ik hoop dat partijen er uiteindelijk samen uit gaan komen en een evenwichtig
onderhandelingsresultaat weten te bereiken.
Vraag 2
Deelt u de mening dat supermarkten in 2020 een recordomzet hebben geboekt van 45 miljard
euro, een stijging van 11 procent ten opzichte van 2019?
Antwoord 2
Uit het aangehaalde artikel begrijp ik dat uit onderzoek van marktonderzoeker IRI
volgt dat supermarkten 45 miljard euro hebben omgezet in 2020, hetgeen een stijging
van 11 procent zou betekenen ten opzichte van 2019. Dat is inderdaad fors.
Vraag 3
Hebt u gezien dat in het nieuwe jaar de klinkende cijfers gewoon doorzetten, met in
de eerste week van 2021 alweer een groei van negen procent?
Antwoord 3
In hetzelfde artikel heb ik gelezen dat in de eerste week van 2021 sprake zou zijn
van een groei van 9 procent.
Vraag 4 en 5
Bent u het eens met de stelling dat deze cijfers een loonsverhoging rechtvaardigen
voor de circa 300.000 supermarktmedewerkers, in lijn met de eis van de vakbonden?
Zo nee, waarom niet?
Is een (extra) loonsverhoging ook niet logisch vanwege de hoge werkdruk als gevolg
van corona?
Antwoord 4 en 5
Ik ben mij ervan bewust dat de coronacrisis veel vraagt van Nederland en dat ook supermarktmedewerkers
hard hebben gewerkt om de supermarkten draaiende te houden. Het is echter niet aan
mij om me te mengen in de cao-onderhandelingen in een specifieke sector en te oordelen
over de rechtvaardiging van een structurele en/of incidentele loonsverhoging. Het
is aan de betrokken werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties om te onderhandelen
over de arbeidsvoorwaarden en een cao af te sluiten. Cao-partijen weten bovendien
het beste welke afspraken in een specifieke sector passend zijn.
Vraag 6
Bent u bereid een moreel appel te doen op de werkgevers vanwege het feit «dat het
geld tegen de plinten klotst»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals gezegd is het aan werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties om over
de arbeidsvoorwaarden te onderhandelen en een cao af te sluiten. Het onderhandelingsproces
in een specifieke sector is dan ook geen zaak waar ik mij in kan mengen.
Vraag 7
Hebt u gezien dat een Kamermeerderheid voorstander is van een hoger minimumloon? Bent
u bereid het minimumloon met tien procent te verhogen als een eerste stap richting
14 euro per uur? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik ben ervan op de hoogte dat meerdere partijen voor een hoger wettelijk minimumloon
(WML) pleiten in hun verkiezingsprogramma’s. De wijze waarop partijen dit invullen
is echter verschillend. Zoals eerder aangegeven in mijn brief van januari vorig jaar,2 ben ik niet voornemens het WML in de resterende kabinetsperiode te verhogen. Overigens
is het WML niet het enige dat bepalend is voor het inkomen van werknemers. Ook het
bredere stelsel van inkomensondersteuning via de fiscaliteit en toeslagen speelt een
rol. Goede weging van een verhoging van het WML dient dan ook in een bredere samenhang
met deze instrumenten te worden bezien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.