Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Voordewind, Van Helvert, Van der Staaij, Van Ojik, Van den Hul, Sjoerdsma en Karabulut over het ter dood veroordeelde Pakistaanse echtpaar Shafqat Emmanuel en Shagufta Kausar
Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van Helvert (CDA), Van der Staaij (SGP), Van Ojik (GroenLinks) Van den Hul (PvdA), Sjoerdsma (D66) en Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het ter dood veroordeelde Pakistaanse echtpaar Shafqat Emmanuel en Shagufta Kausar (ingezonden 4 februari 2021).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 februari 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de behandeling van het hoger beroep van het
echtpaar Shafqat en Shagufta keer op keer wordt uitgesteld?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraak in eerste aanleg dat het echtpaar ter dood veroordeeld
is wegens blasfemie?
Antwoord 2
Nederland betreurt ten zeerste de terdoodveroordeling van het echtpaar. In diverse
overleggen met uw Kamer heb ik mij krachtig uitgesproken tegen de doodstraf in het
algemeen en tegen die straf op blasfemie in het bijzonder. Ieder doodvonnis is er
één teveel – zelfs als die niet wordt voltrokken.
Vraag 3
Welke mogelijkheden ziet u samen met uw collega-ministers in de EU om een herhaling
van dit eerdere vonnis te voorkomen en het hoger beroep nu eindelijk op 15 februari
doorgang te laten vinden? Bent u bereid alleen, maar bij voorkeur samen met andere
collega-ministers in de EU, er bij de Pakistaanse overheid op aan te dringen dit echtpaar
vrij te laten en zich in te spannen hen in veiligheid te brengen?
Antwoord 3
De zaak is momenteel onder de Pakistaanse rechter. Nederland en de EU interveniëren
niet in de rechtsgang in andere landen. Nederland volgt deze rechtszaak desalniettemin
al langere tijd en heeft zijn zorgen al diverse malen tegenover de Pakistaanse autoriteiten
geuit. Op 4 februari jl. heeft de Nederlandse ambassade in Islamabad dit nogmaals
in een gesprek met het Pakistaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken gedaan. Ook in
EU-verband wordt het proces nauwgezet gevolgd en is de zaak diverse malen opgebracht
bij de Pakistaanse ministeries van Mensenrechten en Buitenlandse Zaken. Op Nederlands
initiatief hebben de EU-ambassadeurs op 10 februari jl. in een gesprek met de Pakistaanse
Minister van Justitie wederom hun zorgen aan de orde gesteld.
Vraag 4
Bent u bereid om alles op alles te zetten om de blasfemiewetten in Pakistan aangepast
te krijgen zodat ge- en misbruik van deze wetten voorkomen wordt, waar mogelijk ook
in samenspraak met (internationale) organisaties?
Antwoord 4
Tijdens bilaterale en multilaterale contacten met de Pakistaanse regering, besteedt
Nederland consequent aandacht aan de positie van religieuze minderheden en van degenen
zonder religie en/of levensovertuiging in Pakistan. Hierbij worden de Nederlandse
zorgen over het misbruik van blasfemiewetgeving regelmatig opgebracht. Op 16 december
jl. heb ik nog met mijn Pakistaanse ambtsgenoot gesproken en mijn zorgen over de vrijheid
van religie en levensovertuiging en bescherming van religieuze minderheden in Pakistan
overgebracht. Ook tijdens de hoogambtelijke politieke consultaties op 8 december jl.
heeft Nederland hiervoor aandacht gevraagd.
Vraag 5
Bent u bereid om de rechtszaak te laten bijwonen door de Nederlandse vertegenwoordiger
in Pakistan?
Antwoord 5
Nederland gaat in EU-verband na hoe de rechtszaak zo effectief mogelijk gevolgd kan
worden.
Vraag 6
Bent u bereid om er bij de Hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken
en veiligheidsbeleid, de heer Borrell, op aan te dringen een gemeenschappelijke demarche
uit te voeren over deze rechtszaak en te pleiten voor vrijlating?
Antwoord 6
In september 2020 heeft Nederland deelgenomen aan een demarche in EU-verband over
deze rechtszaak. Op Nederlands initiatief is de rechtszaak op 10 februari jl. in EU-verband
aan de orde gesteld bij de Pakistaanse Minister van Justitie. Nederland zal, zowel
bilateraal als in EU-verband, aandacht blijven vragen voor deze rechtszaak.
Vraag 7
Bent u bereid de advocaat van Shafqat en Shagufta, de heer Saif al Malook, wederom
onderdak te schaffen en asiel te verlenen mocht deze opnieuw door doodsbedreigingen
vanwege deze en andere rechtzaken moeten uitwijken naar het buitenland?
Antwoord 7
Het kabinet kan niet vooruitlopen op een eventueel asielverzoek van de heer Saif ul-Malook.
Vraag 8
Wilt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden en in ieder geval voor 12 februari
2021?
Antwoord 8
Deze vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.