Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over PLEV’s
Vragen van het lid Van Haga (FvD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over PLEV’s (ingezonden 19 januari 2021).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
9 februari 2021).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de elektrische step vanwege de lagere prijs, in vergelijking
met een elektrische scooter/brommer een goed alternatief kan zijn? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 1
Het is denkbaar dat de elektrische step voor sommigen een goed alternatief kan zijn
voor een brommer. De aanschafprijs zal echter niet het enige argument zijn om voor
een bepaald voertuig te kiezen. Daarnaast zal ook het doel waarvoor men het voertuig
wil gebruiken in belangrijke mate meespelen. Verder is een elektrische step als voertuig
niet goed vergelijkbaar met een elektrische scooter/brommer en dat zal ook meespelen.
Een bromfiets kan bijvoorbeeld een hogere maximumconstructiesnelheid hebben en heeft
een zitplaats voor de bestuurder.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom u gebruik wilt maken van het Duitse model en niet het Belgische
model dat in achttien EU-lidstaten succesvol is gebleken?
Antwoord 2
Er zijn verschillende argumenten die pleiten voor het Duitse model. Op advies van
de RDW is voor drie van de vier LEV-categorieën in de outline gekozen voor eenzelfde
wijze van toelating als in Duitsland. Dit is qua structuur gelijk aan de processen
zoals deze op EU niveau worden gevolgd in Verordening (EU) 168/20131. Het risico dat een regime van zelfcertificering (zoals het Belgische nationale model)
leidt tot onveilige voertuigen op de weg en/of afwijkingen in de productie, acht de
RDW te groot voor de verkeersveiligheid.
Met het Duitse model wordt ook recht gedaan aan de motie Laçin/Sienot van 20 februari
2020 waarin wordt verzocht het definitieve toelatingskader voor LEVs in lijn te brengen
met de Europese richtlijnen2.
Tot slot is de keuze voor het Duitse model ook in overeenstemming met de aanbevelingen
uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid3 (OvV) om een onafhankelijke keuringsinstantie verantwoordelijk te maken voor de besluitvorming
bij toelatingen van nieuwe voertuigen en om alle LEVs onder een toelatingsprocedure
te brengen. Het Belgische model kent geen toelatingsprocedure. Daar gelden de regels
van de fiets.
Vraag 3
Waarom kunnen Personal light Electric Vehicles (PLEV’s) volgens u niet gelijkgesteld
worden aan de elektrische fiets?
Antwoord 3
In het nieuwe LEV-kader is onderscheid gemaakt tussen lichte elektrische (bak)fietsen
en PLEVs omdat bij een PLEV geen sprake is van trapondersteuning. Mede gelet op de
ervaringen die we in Nederland hebben met elektrische fietsen, is de keuze gemaakt
daarvoor geen vorm van toelatingsprocedure op te zetten. Voor PLEVs geldt dat we die
ervaring aan het opbouwen zijn. Daar past dan ook een andere wijze van toelating bij
met de insteek deze na vijf jaar te evalueren. Voor toelichting verwijs ik u naar
mijn brief van 14 december 20204.
Vraag 4
Waarom wordt er constant gesproken over de veiligheidsproblemen van PLEV’s terwijl
de deelstep juist voor verreweg het grootste percentage ongelukken zorgt bij licht
elektrische voertuigen?
Antwoord 4
Een belangrijk uitgangspunt is dat er wordt gekeken naar de wijze waarop de toelating
van LEVs tot de weg op een (verkeers)veilige manier kan plaatsvinden. Daarbij wordt
aan de voorkant geen onderscheid gemaakt of het nu gaat om een LEV voor persoonlijk
gebruik dan wel voor deelgebruik. Het gaat erom dat met een LEV veilig aan het verkeer
moet kunnen worden deelgenomen. De OvV heeft op 16 oktober 2019 een rapport uitgebracht
waarin is vastgesteld dat er onvoldoende aandacht was voor de veiligheid bij het op
de weg komen van LEVs. In mijn brief van 16 juli 2020 heb ik aangegeven hoe opvolging
wordt gegeven aan de conclusies en aanbevelingen uit het rapport5. Deze aanbevelingen van de OvV worden daarom meegenomen in de uitwerking van het
nieuwe toelatingskader voor LEVs.
Vraag 5
Hoe kan het dat Nederland zo ver achterloopt als het gaat om PLEV’s ten opzichte van
de rest van de wereld?
Antwoord 5
De verkeersveiligheid in Nederland is voor mij een topprioriteit. Voor de toelating
van LEVs volg ik de aanbevelingen op die de OvV op 16 oktober 2019 heeft gepubliceerd.
Totdat het nieuwe LEV-kader gereed is, kunnen LEVs toegelaten worden via de Beleidsregel
aanwijzing bijzondere bromfietsen. Dat is het kader om te beoordelen of deze voertuigen
veilig de weg op kunnen. LEVs die aan de gestelde eisen voldoen, kunnen worden toegelaten
tot de weg in Nederland.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het toelaten van elektrische steps het openbaar vervoer stimuleert,
doordat ze makkelijk mee te nemen zijn in tram, trein of bus en hiermee de laatste
kilometers afgelegd kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Buitenlandse studies6 waar gekeken is naar het aandeel van de (deel-)e-step bij intermodale trips, laten
hierover geen eenduidig beeld zien. Het meenemen van e-steps in het openbaar vervoer
kan het gebruik van openbaar vervoer stimuleren, maar dat geldt ook voor andere lichte
voertuigen zoals een niet-gemotoriseerde step of (vouw)fiets. Daar staat tegenover
dat mensen ook kunnen kiezen voor de elektrische step als alternatief voor metro,
tram, bus of lopen.
Vraag 7
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de PLEV’s zo snel mogelijk worden gelegaliseerd?
Antwoord 7
Op dit moment kunnen LEVs al toegelaten worden via de Beleidsregel aanwijzing bijzondere
bromfietsen. Zie hiervoor het antwoord op vraag 5.
Zoals aangegeven in mijn brief van 14 december 2020, wordt in de eerste helft van
dit jaar de outline verder uitgewerkt tot een nieuw toelatingskader voor LEVs. Vóór
het zomerreces zal het uitgewerkte beleidskader naar uw Kamer worden verstuurd. Dit
beleidskader wordt juridisch uitgewerkt in wijziging van regelgeving.
Vraag 8
Waarom is bij het samenstellen van de outline voor het toetsingskader gebruik gemaakt
van het TNO-onderzoek, waar bronnen als Ali Express en Bol.com zijn gebruikt, waar
verouderde veiligheidstesten in staan en waar fabrikanten in staan die failliet zijn
of gestopt zijn met fabricage en verkoop van dat product?
Antwoord 8
Het TNO onderzoek omvat een brede marktanalyse en een brede landenscan. Op degelijke
wijze is vastgelegd hoe het onderzoek is uitgevoerd en welke relevante bronnen zijn
geraadpleegd. Zowel Ali Express als Bol.com begeven zich op deze jonge en innovatieve
markt. En het feit dat het om een jonge en innovatieve markt gaat, betekent beweging
en ontwikkeling. Het TNO rapport geeft een stand van zaken en samen met de stakeholders
volg ik de ontwikkelingen om tot een toekomstbestendig LEV kader te komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.