Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg inzake de positie van de consument bij faillissement reisorganisatie
27 879 Versterking van de positie van de consument
Nr. 83 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 10 februari 2021
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de brief
van 2 oktober 2021 over de positie van de consument bij faillissement reisorganisatie
(Kamerstuk 27 879, nr. 77).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 november 2020 aan de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 5 februari 2021 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Renkema
De adjunct-griffier van de commissie, Yaqut
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris aangaande de versterking
van de positie van de consument bij het faillissement van reisorganisaties met interesse
gelezen. Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief van 29 mei 2020 dat de Staatssecretaris
meldt dat zij Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een lening verstrekt van 150
miljoen euro. Deze ledenvragen of dit vooralsnog genoeg blijkt? Zo nee, hoe groot
is het tekort?
In de brief van 2 oktober schrijft de Staatssecretaris dat er inmiddels meerdere fondsen
gebruik willen maken van een leningsfaciliteit. Deze leden vragen welk bedrag deze
fondsen kunnen lenen. Gelden voor deze fondsen dezelfde voorwaarden als eerder voor
SGR? Tenslotte vragen deze leden hoe deze leningsfaciliteit eruit gaat zien na de
uitvoering van de motie-Aartsen c.s. die oproept tot het komen met een voorstel voor
een voucherbank. Wanneer verwacht de Staatssecretaris hier meer duidelijkheid over
te kunnen geven?
Het kabinet heeft besloten om de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een leningsfaciliteit
te verstrekken van € 150 miljoen1. Eenzelfde soort faciliteit is ter beschikking gesteld aan Vereniging Zakelijke Rijders
Garant (€ 2,5 miljoen) en aan het Garantiefonds voor Gespecialiseerde Touroperators
(€ 4 miljoen). Met de Stichting Garantie- en Waarborgfonds Zeilreizen wordt op dit
moment nog nader overlegd over een leningsfaciliteit. De voorwaarden die gesteld worden
aan deze leningsfaciliteiten zijn voor de verschillende garantiefondsen hetzelfde
en worden in het toetsingskader dat reeds aan uw Kamer is aangeboden verder toegelicht.2
De leningsfaciliteit blijft beschikbaar tot 31 juli 2021 conform de goedkeuring van
de Europese Commissie. In aanvulling op deze leningsfaciliteit wordt op dit moment
met de reissector gesproken over een voucherkredietfaciliteit. Door de voucherkredietfaciliteit
is de verwachting dat de leningsfaciliteiten grotendeels niet meer noodzakelijk zijn
en de gereserveerde middelen terugvloeien voor zover deze niet zijn ingezet. Dit geldt
des te meer omdat de garantiefondsen de leningsfaciliteit tot op heden niet hebben
aangesproken. Ik heb daarom geen reden om aan te nemen dat de leningsfaciliteit ontoereikend
is.
De leden van de VVD-fractie vragen welke effecten verwacht de Staatssecretaris dat deze kredietfaciliteit heeft voor de reisbranche en de consumenten?
Met deze faciliteit kunnen garantiefondsen consumenten schadeloos blijven stellen
bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Tevens kon door deze steun het
vouchersysteem in stand gehouden worden. Dat systeem voorkomt dat consumenten massaal
hun reisgelden terugvragen bij geannuleerde pakketreizen met mogelijke faillissementen
van reisorganisaties tot gevolg.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geagendeerde
stukken. Deze leden hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat aanbieders van pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen
wettelijk verplicht zijn insolventiemaatregelen te treffen waarmee consumenten beschermd
zijn tegen de gevolgen van faillissement van de betreffende reisorganisatie. Dit kan
consument doen door zich aan te sluiten bij een garantiefonds of door het afsluiten
van een verzekering. Uit een steekproef van de Consumentenbond eerder dit jaar kwam
naar voren dat consumenten niet altijd goed op de hoogte zijn van hun rechten. 3Kan de Staatssecretaris aangeven of deze informatievoorziening inmiddels is verbeterd?
Het bovenstaande ziet op pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen. Deze leden
vragen in hoeverre consumenten bekend zijn met het onderscheid tussen pakketreizen
en niet-pakketreizen en wat dit betekent voor hun rechten. Wat kan de Staatssecretaris
hieromtrent melden?
Aanbieders van een pakketreis zijn wettelijk verplicht om aan een aantal informatieverplichtingen
te voldoen en om insolventiemaatregelen te treffen, zoals deelname aan een garantiefonds.4 Indien losse vliegtickets of accommodatie afzonderlijk worden aangeboden, maar binnen
24 uur worden aangeschaft via dezelfde aanbieder of partnerorganisatie, is er sprake
van een gekoppeld reisarrangement. Bij een gekoppeld reisarrangement gelden minder
verregaande verantwoordelijkheden voor de reisorganisator dan bij een pakketreis consumenten
dan bij een pakketreis. In dat geval is het namelijk niet de reisorganisator die verantwoordelijk
is voor de uitvoering van de dienst, maar degene die de concrete dienst verleent (zoals
een luchtvaartmaatschappij). De concrete dienstverlener kan dan op de uitvoering van
de dienst worden aangesproken door de consument. De aanbieder van een gekoppeld reisarrangement
is enkel verplicht om insolventiemaatregelen te treffen. De consument moet dan wel
erover worden geïnformeerd dat sprake is van een gekoppeld reisarrangement en daarmee
van minder verregaande verantwoordelijkheden voor de reisorganisator.
De consument zelf is overigens niet verplicht om insolventiemaatregelen te treffen
en hoeft dus niet zelf deel te nemen aan een garantiefonds en/of een verzekering af
te sluiten. Dit geldt alleen voor aanbieders van pakketreizen en een gekoppeld reisarrangement.
Concrete cijfers over de mate waarin consumenten bekend zijn met hun rechten in verschillende
situaties zijn er voor zover ik weet niet. De uitkomsten van het onderzoek dat de
Consumentenbond heeft uitgevoerd, zijn door de Consumentenbond gedeeld met de Autoriteit
Consument en Markt (ACM). De ACM neemt deze uitkomsten mee in haar toezicht en houdt
ook nauw contact met de Consumentenbond over de controle. Wanneer de ACM constateert
dat de informatie van aanbieders van pakketreizen aan de consument gebrekkig is en
niet voldoet aan de wettelijke informatieverplichtingen, dan kan zij hiertegen optreden.
Naast de informatie die aanbieders verplicht zijn te verschaffen kunnen consumenten
zelf verschillende websites raadplegen, zoals Consuwijzer.nl5, waarin uitleg wordt gegeven over hun rechten bij het boeken van een pakketreis of
een gekoppeld reisarrangement.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Staatssecretaris de SGR een leningsfaciliteit
heeft verstrekt, zodat SGR consumenten schadeloos kan blijven stellen bij een faillissement
van aangesloten reisorganisatie en het vouchersysteem in stand kan blijven houden.
De fondsen Vereniging Zakelijke Rijders Garant, Garantiefonds voor Gespecialiseerde
Touroperators en de Stichting Garantie- en Waarborgfonds Zeilreizen hebben aangegeven
van eenzelfde soort faciliteit tegen dezelfde voorwaarden gebruik te willen maken.
De leden lezen dat hierover overleg plaatsvindt. Wat is de status en uitkomst hiervan?
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar het antwoord op de vragen van
de VVD-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de agenda
van dit overleg. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie waren verheugd te lezen dat vouchers onder dezelfde beschermende
werking van garantiefondsen als die voor pakketreizen zijn gebracht. Hiermee zijn
mensen die uit solidariteit met de reissector een voucher hebben aangenomen, toch
beschermd tegen insolventie. Deze leden zijn om dezelfde reden ook blij met de keuze
van de Staatssecretaris om de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een leningsfaciliteit
te verstrekken. Zij zijn echter van mening dat op dit moment nog een groep consumenten
flink buiten de boot valt, namelijk: consumenten van losse vliegtickets. Al voor de
coronacrisis kaartten deze leden deze blinde vlek in de consumentenbescherming aan
die ervoor zorgt dat consumenten van losse vliegtickets op dit moment niet zijn beschermd
tegen insolventie bij faillissementen. Door de druk die coronacrisis legt op de financiële
positie van luchtvaartmaatschappijen wereldwijd (en het groot aantal vouchers die
soms zelfs gedwongen zijn geaccepteerd) zien deze leden dat hiervoor op korte termijn
een noodzaak voor is ontstaan.
De leden van de D66-fractie vernemen daarom graag van de Staatssecretaris of zij de
mening deelt dat losse vliegtickets en de vouchers die hiervoor zijn geaccepteerd,
ook tegen insolventie beschermd moeten worden. Indien de Staatssecretaris het hiermee
eens is, horen deze leden ook graag of zij, net als de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, bereid is zich in Europees verband in te zetten voor een vouchergarantiefonds
voor vliegtickets. Tenslotte vernemen deze leden graag of de Staatssecretaris samen
met haar collega hetzelfde zal doen voor een uitbreiding van het consumentenrecht
naar losse vliegtickets op de langere termijn. Zo ja, bij welke overleggen voorziet
de Staatssecretaris dit aan te kunnen kaarten?
Nederland heeft bij de Europese Commissie gepleit voor de oprichting van een Europees
garantiefonds voor zowel vliegtickets als vouchers. Ik heb uw Kamer hier eerder over
geïnformeerd.6 Het kabinet is van mening dat een Europese aanpak effectiever is en minder impact
heeft op het gelijk speelveld tussen luchtvaartmaatschappijen. Desalniettemin is het
kabinet bereid om onderzoek te doen over de oprichting van een nationaal vliegticketgarantiefonds
dat passagiers compenseert bij een faillissement van een luchtvaartmaatschappij. De
Kamer is hierover per brief van 9 december 2020 geïnformeerd.7
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en de wijze waarop de positie van de consument wordt versterkt en hebben hierover
enkele vragen.
De leden van de SP-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven of met de versterking
van het garantiesysteem, door de leningen aan de verschillende fondsen, de schadeloosstelling
van consumenten bij faillissement van de reisorganisatie in alle gevallen gegarandeerd
is.
Door het verstrekken van een lening aan verschillende garantiefondsen, zoals SGR8 kunnen consumenten met een voucher schadeloos worden gesteld bij faillissement van
een aangesloten reisorganisatie. Ik heb op 22 januari 2021 aan SGR gevraagd om haar
dekking tijdens de coronacrisis uit te breiden, zodat consumenten in de periode tussen
een annulering en terugbetaling ook zijn beschermd tegen een faillissement van een
reisorganisatie. Consumenten die geen voucher accepteren hebben het recht om binnen
14 dagen hun geld terug te krijgen. De ACM heeft aangekondigd dat zij strenger gaat
handhaven op de afhandeling van de vouchers en de terugbetalingsverplichting.9
Kan de Staatssecretaris aangeven welke verantwoordelijkheid bij de reisaanbieders
ligt en welke verantwoordelijkheid bij de consument als het gaat om het aanbieden
of boeken van reizen naar landen met een hoog risico (rood, oranje)? Op welk moment
neemt de overheid hierin haar verantwoordelijkheid en op welke wijze?
Het kabinet heeft tijdens de persconferentie van 14 december 2020 Nederlanders opgeroepen
om tot medio maart 2021 niet te reizen naar het buitenland, tenzij dit strikt noodzakelijk
is.10 Dat betekent dat je in die periode niet op vakantie dient te gaan en dat het onwenselijk
is vakantiereizen aan te prijzen voor die periode. Het kabinet heeft dit ook verzocht
aan aanbieders van pakketreizen. De verantwoordelijkheid om de adviezen van het kabinet
omtrent COVID-19 op te volgen ligt bij de consument en de reisorganisaties.
De ANVR adviseert verder haar leden om de reisadviezen van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken op te volgen en dus geen pakketreizen aan te bieden en uit te voeren naar gebieden
waarvoor een oranje of rood reisadvies geldt.
Deelt de Staatssecretaris de mening dat het onbestaanbaar is, zeker in de huidige
situatie, dat reisaanbieders niet aangesloten zijn bij een garantiefonds? Kan de Staatssecretaris
aangeven of naar aanleiding hiervan stappen zijn ondernomen om toezicht en handhaving
van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) te versterken? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, op welke wijze en met welk resultaat?
Zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd zijn aanbieders van pakketreizen en gekoppelde
reisarrangementen wettelijk verplicht om insolventiemaatregelen te treffen.11 Dit kan door middel van een garantiefonds, maar dit kan ook op andere manieren, zoals
een verzekering. De ACM ziet hier actief op toe en heeft recent handhavend opgetreden
tegen verschillende reisaanbieders van bedevaartreizen die geen insolventiemaatregelen
hebben getroffen.12 Om deze reden heeft de ACM op 7 juli 2020 een last onder dwangsom opgelegd aan de
desbetreffende reisorganisaties.
De leden van de SP-fractie vragen, nu is opgeroepen om tot zeker half januari 2021
niet op vakantie te gaan, welke resultaten er zijn geboekt in de gesprekken met de
verschillende reisorganisaties om deze te bewegen gedurende deze periode geen reizen
te verkopen naar gebieden met een grote kans op besmetting.
Hiervoor verwijs ik u naar het bovenvermelde antwoord op uw tweede vraag over de verantwoordelijkheid
van reisaanbieders, consumenten en overheid bij reizen naar landen met een hoog risico.
Op welke wijze wordt de komende maanden voorkomen dat er opnieuw vouchers moeten worden
uitgegeven? Kan de Staatssecretaris aangeven wat de financiële gevolgen zullen zijn,
voor de sector en de garantiefondsen, als opnieuw grote hoeveelheden vouchers uitgegeven
moeten worden? Deze leden vragen tevens welke voorbereidingen en maatregelen er in
dit verband worden getroffen rond de andere vakantieperioden in 2021?
Voor pakketreizen die in 2020 niet konden worden uitgevoerd als gevolg van COVID-19
konden consumenten vrijwillig een voucher accepteren. Hiermee kon worden voorkomen
dat reisorganisaties in de financiële problemen zouden komen wanneer consumenten massaal
hun geld terug zouden vragen. Met een overgangsregeling gaan de garantiefondsen gefaseerd
terug naar het reguliere regime waarin consumenten binnen 14 dagen hun geld terug
krijgen wanneer de pakketreis niet kan worden uitgevoerd als gevolg van COVID-19.
Garantiefondsen SGR, VZR Garant en GGTO hebben besloten dat aanbieders van pakketreizen
nog tot eind maart 2021 vouchers kunnen aanbieden aan consumenten voor reizen die
zijn geboekt in 2020. Consumenten van wie de reis na maart wordt geannuleerd als gevolg
van COVID-19 krijgen geen voucher meer aangeboden. Dit geldt ook voor consumenten
die in 2021 een reis boeken die als gevolg van COVID-19 niet kan worden uitgevoerd.
Deze consumenten dienen dus binnen 14 dagen hun geld terug te krijgen.
Doordat de garantiefondsen hebben besloten reisvouchers te dekken is de risicodragende
omzet waar de garantiefondsen garant voor staan verhoogd. De fondsen hebben daarom
een steunverzoek ingediend bij de rijksoverheid zodat de aangegane verplichtingen
richting consumenten kunnen nakomen, en de consument schadeloos kan worden gesteld
bij faillissement van een aangesloten reisorganisatie. In dit kader heeft het kabinet
de eerder genoemde leningsfaciliteit aan de garantiefondsen beschikbaar gesteld. Daarnaast
wordt met de reissector gesproken over een mogelijke voucherkredietfaciliteit, die
nog verder moet worden uitgewerkt en als steunmaatregel ter beoordeling moet worden
voorgelegd aan de Europese Commissie. De contouren van deze voucherkrediet faciliteit
zijn reeds met uw Kamer gedeeld.13 Garantiefondsen kunnen via de voucherkredietfaciliteit een aanvullende lening van
de rijksoverheid krijgen waarmee ze vervolgens een liquiditeitslening kunnen verstrekken
aan de reisorganisaties die onverhoopt en tijdelijk onvoldoende middelen hebben om
vouchers terug te betalen aan consumenten. Uw Kamer wordt hier nader over geïnformeerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de positie van
de consument bij faillissement van een reisorganisatie. Deze leden hebben hierover
enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de beschermende wetgeving voor
de consument in het geval van een faillissement van een aanbieder van pakketreizen.
Deze leden vragen in welke mate aanbieders van pakketreizen in staat en bereid zijn
zich aan deze plicht te houden. Indien de Staatssecretaris hier geen zicht op heeft,
is zij dan bereid te laten onderzoeken in welke mate dit het geval is en de uitkomsten
van het onderzoek te delen met de Kamer? Deze leden vragen tevens of het klopt het
dat de ACM vooral signalen controleert en er niet actief op toeziet of reisorganisaties
voldoen aan de wettelijke plicht om maatregelen tegen insolventie te treffen. Is de
Staatssecretaris van mening dat actief toezicht van de ACM ter bescherming van de
consument noodzakelijk is? Zo nee, waarom niet?
Aanbieders van pakketreizen zijn wettelijk verplicht om insolventiemaatregelen te
treffen. De handhaving van deze regels is belegd bij onafhankelijk toezichthouder
ACM. Zoals ik eerder heb aangegeven aan de leden van de SP-fractie, ziet de ACM hier
actief op toe. Vanuit de ACM heb ik geen signalen ontvangen die een aanvullend onderzoek
zouden rechtvaardigen.
De leden van de PvdA-fractie zien, gegeven de langdurige gevolgen van de wereldwijde
coronacrisis op de reisbranche, het risico van een groot aantal faillissementen van
aanbieders van pakketreizen en de gevolgen daarvan op de solvabiliteit van garantiefondsen.
Deze leden vragen of de Staatssecretaris rekening houdt met dit risico en vragen of
zij voldoende zicht heeft op de financiële staat van de gehele sector. In welke mate
is het systeem aan beschermende maatregelen en voorzieningen in staat om de disruptieve
effecten van de coronacrisis op de reisbranche ten volle op te vangen? Wat zijn de
gevolgen voor de consument bij faillissement van meerdere grote aanbieders van pakketreizen
die bij hetzelfde garantiefonds zijn aangesloten? Is de Staatssecretaris bereid om
een risico- en impactanalyse uit te voeren met betrekking tot faillissementen in de
reissector, waarbij de positie van de consument wordt betrokken? Met welk scenario
heeft de Staatssecretaris rekening gehouden bij de bepaling van de omvang van de lening
aan SGR?
Het kabinet gaat er vanuit dat ook in 2021 (grensoverschrijdende) reizen beperkt mogelijk
is. Daarom wordt samen met de sector een voucherkredietfaciliteit uitgewerkt, die
wordt beschreven in de Kamerbrief van 9 december 2020 over de aanpassingen in het
economische steun- en herstelpakket als gevolg van de ontwikkeling in de bestrijding
van het coronavirus.14
Doel van deze oplossing is om ervoor te zorgen dat reisorganisaties in staat zijn
om vouchertegoeden van pakketreizen uitgegeven tot en met 31 december 2020 terug te
betalen aan consumenten. Reisorganisaties kunnen hiervoor een liquiditeitslening krijgen
die vanaf 2022 moet worden terugbetaald. Met deze oplossing blijven de huidige garantiefondsen
voldoende solvabel om onverhoopte faillissementen op te vangen.
Wat is het totaalbedrag aan vouchers dat reisorganisaties aan SGR-gedekte vouchers
hebben uitgegeven? Wat is het totaalbedrag aan middelen en zekerheden die de reisorganisaties
en de garantiefondsen hebben om houders van vouchers, in het geval de organisaties
die vouchers hebben uitgegeven worden getroffen door betalingsonmacht of faillissementen,
schadeloos te stellen? Zijn de beschikbare middelen en zekerheden toereikend om alle
houders van SGR-gedekte vouchers te compenseren? Zo ja, kan de Staatssecretaris dat
kwantificeren? Zo nee, acht de Staatssecretaris het dan verantwoord dat het beeld
en de indruk is gewekt dat vouchers een volwaardig alternatief zijn voor terugbetaling
van de vooruitbetaalde reissommen?
Het totaalbedrag aan vouchers dat reisorganisaties aan SGR-gedekte vouchers hebben
afgegeven bedroeg eind november € 675 miljoen. De inschatting van het totaalbedrag
blijft een momentopname. Vouchers worden namelijk in de tussentijd terug betaald en/of
omgezet in een nieuwe reis.
Bij het bepalen van de omvang van de leningsfaciliteit die verstrekt is aan SGR is
rekening gehouden met het feit dat het allereerst aan de reisorganisaties is om consumenten
terug te betalen. Reisorganisaties kunnen gebruik maken van de liquide middelen die
ze tot hun beschikking hebben. De hoogte hiervan verschilt per reisorganisatie. SGR
dient als achtervang indien onverhoopt de reisorganisatie failliet gaat en de consument
nog geld tegoed heeft. In dat geval stelt SGR de consument schadeloos. Hiervoor heeft
SGR per reisorganisatie een bankgarantie beschikbaar (in totaal ongeveer € 210 miljoen).
Indien dit onvoldoende blijkt dan heeft SGR nog € 85 miljoen aan eigen vermogen. In
het verleden is gebleken dat de bankgaranties meestal voldoende waren om de schade
te dekken. Bovenop het eigen vermogen is tevens de leningsfaciliteit van € 150 miljoen
beschikbaar.
Door de voucherkredietfaciliteit is de verwachting dat deze leningsfaciliteit voor
SGR in zeer uitzonderlijke situaties als laatste redmiddel aangesproken wordt. De
verwachting is dat de hierboven beschreven beschikbare middelen en zekerheden toereikend
zijn om alle houders van de SGR-gedekte vouchers te compenseren wanneer er sprake
is van faillissementen.
De leden van de PvdA-fractie zien het belang van de verstrekking van vouchers als
vergoeding voor de annulering van pakketreizen en zijn daarom van mening dat dit een
aantrekkelijke optie moet zijn voor de consument. Deze leden zijn daarom verbaasd
over signalen vanuit de Consumentenbond dat het krijgen van een vergoeding van de
SGR moeizaam verloopt, met trage afhandeling van claims en gebrekkige communicatie.
Is de Staatssecretaris bekend met deze signalen? Zo ja, hoe kijkt zij hiernaar? Is
de Staatssecretaris bereid onderzoek te laten doen naar de dienstverlening van de
verschillende garantiefondsen Indien het moeizame verloop van het verkrijgen van een
vergoeding een structureel probleem blijkt te zijn, is de Staatssecretaris dan bereid
hiertegen op te treden, bijvoorbeeld door bindende afspraken te maken over een maximale
afhandelingstermijn? De leden van de PvdA-fractie vragen of de Staatssecretaris de
opvatting deelt dat het voor consumenten niet wenselijk is dat actoren als reisorganisaties,
garantiefondsen, creditcardmaatschappijen en reisverzekeraars mensen van het kastje
naar de muur sturen? Is de Staatssecretaris bereid onderzoek te laten verrichten naar
de knelpunten en de mogelijkheden om deze knelpunten weg te nemen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke wijze is de Staatssecretaris dan bereid de uitkomsten met de
Kamer te delen? Is de Staatssecretaris bereid hierover in overleg te treden met de
Consumentenbond en de uitkomsten met de Kamer te delen?
Bij beantwoording van deze vragen van de PvdA-fractie wil ik graag onderscheid maken
tussen twee typen claims; (1) de claim die een consument kan indienen bij de reisorganisatie om zijn reisvoucher uitbetaald te krijgen en (2) de claim die een consument kan indienen
bij een garantiefonds wanneer een reisorganisatie failliet gaat.
De signalen van de Consumentenbond zien op de afhandeling van het tweede type claim
door SGR. Het betrof specifiek de afhandeling van claims bij faillissementen van OAD
Reizen (2013), Travelbird (2018) en Thomas Cook (2019).
SGR heeft mij laten weten dat zij in het algemene zin haar uiterste best doet om claims
zo snel mogelijk af te handelen. In het geval van het faillissement van Thomas Cook
heeft SGR inmiddels alle claims afgehandeld.
Hoewel consumenten natuurlijk graag de dag na een faillissement hun geld op hun bankrekening
hebben staan is het ook van belang dat claimverzoeken zorgvuldig worden afgehandeld
en uitbetaald. Ik ben van mening dat we in onze verwachtingen richting de garantiefondsen
moeten meewegen dat het kan gaan om grote aantallen claims. Navraag bij SGR en de
ACM leert dat zij geen signalen hebben dat er recentelijk sprake is geweest van structurele
achterstanden of gebrekkige dienstverlening door SGR. Ik zie geen aanleiding om aanvullend
onderzoek te verrichten.
Op welke wijze gaat de Staatssecretaris uitvoering geven aan de motie van de leden
Moorlag en Aartsen (Kamerstuk
35 420, nr. 159) over het minder kwetsbaar maken van de financieringsstructuur van de reissector?
Het kabinet hecht veel belang aan een toekomstbestendige reissector. Het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat zal in 2021 een onafhankelijk en deskundig onderzoek
laten uitvoeren naar de wijze waarop de financieringsstructuur van de reissector minder
kwetsbaar kan worden gemaakt. Hierbij zullen consumentenorganisaties, (mkb)reisondernemers
en andere relevante partijen worden betrokken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.T. Renkema, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
S. Yaqut, adjunct-griffier