Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Ojik, Jasper van Dijk en Kuiken over de bureaucratie waarmee Ranov-vergunninghouders worden tegengewerkt bij het verkrijgen van het Nederlanderschap
Vragen van de leden Van Ojik (GroenLinks), Jasper van Dijk (SP) en Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de bureaucratie waarmee Ranov-vergunninghouders worden tegengewerkt bij het verkrijgen van het Nederlanderschap (ingezonden 14 januari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 februari
            2021).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de uitzending van Op1, waarin de 29-jarige Yosef vertelt over hoe
               hij op zijn tweede naar Nederland kwam, maar nog steeds geen volwaardig Nederlander
               kan zijn?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2 en 3
            
Is het de bedoeling van uw beleid dat mensen als Yosef, die verreweg het grootste
               deel van hun leven in Nederland hebben geleefd en een aanspraak hebben gemaakt op
               het Generaal Pardon (Ranov), niet kunnen naturaliseren vanwege een onrealistisch strenge
               documentatie-eis?
            
Kunt u aangeven wat iemand als Yosef nog meer zou moeten doen naast een verzoek op
               documentatie bij de ambassade om aan de documentatie-eis te voldoen?
            
Antwoord 2 en 3
            
Om te kunnen naturaliseren gelden op grond van de daartoe strekkende wet- en regelgeving
               voorwaarden. Onder meer om zeker te zijn van de juistheid van de gegevens die op het
               naturalisatiebesluit worden vermeld, wordt verlangd dat de naturalisatieverzoeker,
               die in het bezit is van een reguliere verblijfsvergunning, zijn persoonsgegevens en
               nationaliteit in beginsel aantoont met buitenlandse documenten.
            
In een individueel geval kan bij een vreemdeling, die in het bezit is van een reguliere
               verblijfsvergunning, aanleiding bestaan om de voorwaarden voor het overleggen van
               identiteits- en/of nationaliteitsdocumenten niet te handhaven. Daartoe overgaan is
               mogelijk na het hebben vernomen en hebben gewogen van de reden(en) waarom betrokkene
               niet in het bezit is van het gevraagde document. Het is aan betrokkene om deze reden(en)
               naar voren te brengen, in beginsel bij het indienen van zijn naturalisatieverzoek.
               Ook van jongvolwassenen, die een regulier verblijfsrecht hebben, mag een inspanning
               worden verwacht om aan documenten te komen. Ook als daarvoor nodig is dat zij zich
               voor het eerst bekendmaken aan het herkomstland van hun ouder(s).
            
Ambassades zijn in de regel bevoegd om een nationaal paspoort af te geven. Het bezit
               door de paspoorthouder van de nationaliteit van het land dat het paspoort heeft verstrekt,
               wordt daarmee gewoonlijk aangenomen. Voor gegevens uit het brondocument omtrent de
               geboorte geldt dat ambassades bij de meeste landen niet de bevoegde instantie zijn
               waar gegevens kunnen worden verkregen. Van elke vreemdeling met een regulier verblijfsrecht
               wordt verwacht dat hij of een door hem gemachtigde derde zich ten minste heeft gewend
               tot een tot verstrekken van het bewuste bewijsstuk van geboorte (bijvoorbeeld een
               uittreksel van een geboorteakte) bevoegde instantie.
            
Vraag 4
            
Erkent u dat onder de mensen aan wie een Ranov-vergunning is verstrekt ook mensen
               zitten die naar Nederland waren gekomen met een asielmotief?
            
Antwoord 4
            
Houders van een Ranov-vergunning hebben in de regel een asielprocedure doorlopen.
               Bij hen is vastgesteld dat zij niet in aanmerking komen voor asielrechtelijke bescherming
               door de Nederlandse overheid. De door hen destijds aangedragen asielmotieven zijn
               in de regel als onvoldoende zwaarwegend of niet geloofwaardig beoordeeld. Daarbij
               hebben deze personen ook steeds de mogelijkheid gehad dit oordeel rechterlijk te laten
               toetsen.
            
Vraag 5
            
Wat is de gemiddelde verblijfsduur in Nederland van de circa 11.000 Ranov-vergunninghouders
               die nog niet zijn genaturaliseerd?
            
Antwoord 5
            
Ranov-vergunninghouders zijn ten minste sinds 2001 in Nederland. De Ranov-regeling
               betreft een regularisatiemaatregel voor vreemdelingen die voor 1 april 2001 een asielaanvraag
               hebben ingediend en die in 2007 nog immer in Nederland zijn zonder te zijn toegelaten
               op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De regeling sloot op 1 juni 2009.
            
Vraag 6
            
Hoeveel Ranov-vergunninghouders hebben gepoogd om te naturaliseren, maar zijn afgewezen
               op grond van de documentatie-eis?
            
Antwoord 6
            
De gevraagde cijfers kunnen niet worden gegenereerd uit de geautomatiseerde informatie-
               en registratiesystemen van de IND.
            
Vraag 7
            
Heeft het feit dat aan Ranov-vergunninghouders een documentatie-eis voor naturalisatie
               wordt opgelegd en aan asielvergunninghouders niet, naast bureaucratische redenen ook
               redenen die zijn gebaseerd op beleidslogica? Zo ja, welke?
            
Antwoord 7
            
De reden dat aan houders van een verblijfsvergunning asiel andere eisen worden gesteld
               met betrekking tot documentatie bij naturalisatie is erin gelegen dat bij hen is vastgesteld
               dat zij bescherming nodig hebben tegen de autoriteiten van het land van herkomst.
               Van hen wordt in een naturalisatieprocedure als uitgangspunt niet verlangd dat zij
               zich wenden tot de autoriteiten van het land van herkomst om documenten te krijgen.
               Blijkt evenwel ten tijde van het indienen van het naturalisatieverzoek dat er na het
               verkrijgen van de asielstatus contact is geweest met de autoriteiten van het land
               van herkomst of dat men is teruggereisd naar het land van herkomst dan wordt ervan
               uitgegaan dat het overleggen van identiteitsdocumenten uit het land van herkomst ook
               mogelijk is.
            
Zoals uit mijn antwoord op vraag 4 blijkt, is bij houders van een vergunning op grond
               van de Ranov vastgesteld dat zij geen asielrechtelijke bescherming nodig hebben. Dit
               betekent dat van Ranov-vergunninghouders mag worden verwacht dat zij zich wenden tot
               de autoriteiten van het land van herkomst om de benodigde documenten te verkrijgen.
               De Ranov-regeling is in 2007 met uw Kamer gedeeld.
            
Vraag 8 en 9
            
Welke meerwaarde heeft het in uw ogen dat een grote groep Ranov-vergunninghouders
               door de strenge documentatie-eis niet kunnen naturaliseren en daardoor niet volwaardig
               kunnen deelnemen aan de samenleving?
            
Waarom houdt u in eerdere antwoorden op over dit onderwerp gestelde vragen zo halsstarrig
               vast aan het bestaande beleid, terwijl overduidelijk is dat mensen als Yosef hier
               niets mee opschieten? Waarom biedt u mensen als Yosef niet de gelegenheid om volwaardig
               mee te doen?2
Antwoorden 8 en 9
            
In een individueel geval kan bij een vreemdeling, die in het bezit is van een reguliere
               verblijfsvergunning, aanleiding bestaan om de voorwaarden voor het overleggen van
               identiteits- en/of nationaliteitsdocumenten niet te handhaven. Daartoe overgaan is
               mogelijk na het hebben vernomen en hebben gewogen van de reden(en) waarom betrokkene
               niet in het bezit is van het gevraagde document. Het is aan betrokkene om deze reden(en)
               naar voren te brengen. In de naturalisatieprocedure zijn asielgerechtigden ontheven
               van de documenteneis.
            
Naast een juiste en zorgvuldige toepassing van de naturalisatiebepalingen, waaronder
               bijvoorbeeld het vaststellen van een geslachtsnaam in het geval de vreemdeling door
               zijn eigen rechtstelsel geen geslachtsnaam heeft gekregen alsmede het kunnen beoordelen
               of na de naturalisatie afstand moet worden gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit,
               is er een verplichting om een zo zorgvuldig mogelijk voorbereid naturalisatiebesluit
               aan de Koning te kunnen voorleggen. Er bestaat bovendien een rechtsbelang bij het
               zoveel mogelijk zorgen dat naturalisatie tot Nederlander plaatsvindt op basis van
               juiste persoonsgegevens en juiste nationaliteit. Mocht binnen twaalf jaar na de naturalisatie
               blijken dat sprake is geweest van valse verklaringen, bedrog of het verzwijgen van
               enig voor de verkrijging van het Nederlanderschap relevant feit dan dient te worden
               onderzocht of de verkrijging van het Nederlanderschap moet worden ingetrokken.
            
Vraag 10
            
Bent u bereid om de Ranov-vergunningen om te zetten in asielvergunningen? Zo nee,
               waarom niet?
            
Antwoord 10
            
Nee. Zoals blijkt uit mijn antwoord op vraag 4 betreft het hier personen van wie eerder
               in de asielprocedure is vastgesteld dat zij niet in aanmerking komen voor asielrechtelijke
               bescherming.
            
Er is daarom geen grond deze personen een verblijfsvergunning asiel te verstrekken.
               De geldende EU-regelgeving en jurisprudentie bieden ook geen ruimte verblijfsvergunningen
               asiel te verstrekken indien niet is vastgesteld dat aan de voorwaarden daarvoor wordt
               voldaan.
            
Vraag 11
            
Bent u bereid om de documentatie-eis voor naturalisatie voor Ranov-vergunninghouders
               te laten vervallen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 11
            
Het beleid borgt dat in de naturalisatieprocedure zo goed als mogelijk de persoonsgegevens
               en het actueel bezit van de vreemde nationaliteit bekend en aangetoond zijn van vreemdelingen
               met een regulier verblijfrecht. Dat is van belang voor de vraag of wel of niet afstand
               moet/kan worden gedaan van de oorspronkelijke nationaliteit en het naturalisatiebesluit.
               In 2015 zijn door de IND en door het WODC twee separate onderzoeken gehouden, waarvan
               de uitkomsten zijn gedeeld met uw Kamer.
            
Dit uitgangspunt laat onverlet dat nader onderzoek door het WODC naar door Ranov-vergunninghouders
               ervaren knelpunten wenselijk is. Ik heb dan ook besloten om nogmaals te laten onderzoeken
               in hoeverre het huidige beleid dan wel de uitvoering daarvan leidt tot situaties waarin
               van de Ranov-vergunninghouder meer wordt gevraagd dan redelijkerwijs van betrokkene
               kan worden verwacht. Over de uitkomsten van dit nieuwe WODC onderzoek wordt uw Kamer
               vanzelfsprekend geïnformeerd.
            
Vraag 12
            
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het geplande algemeen overleg vreemdelingen-
               en asielbeleid van 21 januari 2021?
            
Antwoord 12
            
Het AO vreemdelingen en asielbeleid heeft niet plaatsgevonden op 21 januari. Om te
               komen tot een zorgvuldige beantwoording is extra tijd nodig gebleken.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.