Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over het verzoek voor inzet van het Defensiepersoneel ter ondersteuning van het zorgpersoneel
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Defensie over het verzoek voor inzet van het Defensiepersoneel ter ondersteuning van het zorgpersoneel (ingezonden 31 december 2020).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 28 januari 2021).
Vraag 1
Welke verzoeken heeft Defensie, al dan niet via de veiligheidsregio’s, ontvangen voor
inzet van militairen ter ondersteuning van het zorgpersoneel?1
2
Antwoord 1
Defensie heeft gedurende de gehele COVID-19 crisis meerdere verzoeken ontvangen voor
Militaire Steunverlening in het Openbaar Belang (MSOB). Deze steunverzoeken zijn volgens
de formele procedure bij Defensie terechtgekomen. De verzoeken voor ondersteuning
van zorgpersoneel komen van ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en zorghotels.
Aangezien ondersteuning door Defensie last resort is, wordt eerst gekeken of de andere mogelijkheden door de zorgaanbieder reeds zijn
benut. Als blijkt dat deze mogelijkheden onvoldoende opleveren, kan via de GGD/Veiligheidsregio
een verzoek worden gedaan voor steunverlening bij het Landelijk Operationeel Coordinatie
Centrum (LOCC). Deze verzoeken worden gezamenlijk besproken door Defensie, GGD/GHOR
en VWS. Als geconstateerd wordt dat het verzoek aan bovengenoemde de gestelde voorwaarden
voldoet, kijkt Defensie over welke mogelijkheden zij in praktische zin beschikt om
te ondersteunen. Defensie zal contact met de zorgaanbieders opnemen en fysiek een
«fact finding» bezoek brengen aan de verzoekende instelling om optimale steun te kunnen realiseren.
Daarna wordt de wijze van inzet bepaald.
Defensie ontvangt dagelijks verzoeken voor ondersteuning van defensiepersoneel aan
het zorgpersoneel. Het genoemde driehoeksoverleg vindt dan ook zeer frequent plaats.
Er zijn sinds de tweede COVID-19 golf zijn intrede deed (oktober 2020) in het totaal
25 verzoeken gehonoreerd, zowel grootschalig (bijv. 1.000 medewerkers van Defensie
paraat voor test- en vaccinatiestraten) als kleinschalig (bijv. 1 planner voor het
Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding).
Vraag 2 en 3
Welke verzoeken zijn gehonoreerd dan wel afgewezen?
Welke afwegingen worden gemaakt voor het beoordelen van hulpverzoeken ter bestrijding
van de pandemie in Nederland? Welke prioriteit krijgt deze taak, ten opzichte van
de inzet van militairen voor lopende missies in het buitenland?
Antwoord 2 en 3
Defensie moet zekerstellen dat de lopende missies in het buitenland worden uitgevoerd
en terdege worden voorbereid, tevens zal Defensie voorbereid moeten zijn op de andere
belangrijke taken die van haar worden verwacht. In evenwicht met deze taken zal Defensie
het gevraagde personeel inzetten met de juiste prioriteit in de bestrijding van de
pandemie.
In de brief 29 282, nr. 426 van 5 januari jl. heeft mijn collega, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport uw Kamer uitgebreid geïnformeerd welke afwegingen gemaakt worden bij het beoordelen
van ondersteuningsverzoeken van verpleeghuizen instellingen die thuiszorg leveren
en zorghotels.
Gelet op de gelimiteerde capaciteit, zijn er twee belangrijke opties waarin defensiepersoneel
kan worden ingezet. Allereerst kan ondersteuning van de verpleeghuizen plaatsvinden
om de druk op de continuïteit van de zorg te verminderen. Tevens kan ondersteuning
van de keten (bijvoorbeeld een zorghotel) plaatsvinden om stagnatie van de doorstroom
van patiënten vanuit het ziekenhuis te voorkomen. Daarmee wordt ook de zorg in de
ziekenhuizen ondersteund. Het is van belang om te benoemen dat er eerder afspraken
zijn gemaakt over de extra inzet van Defensiepersoneel voor COVID19-ziekenhuiszorg.
Deze vindt geconcentreerd plaats in het UMC Utrecht. Defensie ondersteunt het UMC
Utrecht sinds 22 oktober 2020 met maximaal 160 medisch geschoolde medewerkers (en
vanaf 20 januari 2021 met maximaal 100 medische geschoolde medewerkers).
Uitgangspunt is dat eerst regionaal wordt gezocht naar samenwerking tussen zorgaanbieders.
Daarna kunnen zorgaanbieders een aanvraag doen voor verzorgend en ondersteunend personeel
van andere instanties zoals Extra Handen voor de Zorg en het Rode Kruis. Het opgerichte
expertiseteam Zorgcontinuïteit van GGD/GHOR Nederland ondersteunt de regio hierbij.
Als laatste biedt Defensie een mogelijkheid tot gerichte en tijdelijke ondersteuning,
altijd afgewogen ten opzichte van de reguliere inzet in de eerste en tweede hoofdtaken
van Defensie.
Op meerdere locaties biedt Defensie inmiddels ondersteuning. Een actueel beeld van
de ondersteuning door Defensie in het kader van de COVID-19 crisis vindt u op Defensie.nl.
Vraag 4
Is het mogelijk meer militairen vrij te maken voor ondersteuning van het zorgpersoneel,
aangezien het zorgpersoneel in ziekenhuizen op hun tandvlees loopt? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wanneer?
Antwoord 4
Defensie heeft naast de taken ten behoeve van ondersteuning in nationale crisisoperaties,
ook verplichtingen, zoals reguliere inzet in Nederland, beschermen van het gemeenschappelijke
grondgebied en bijdragen aan het handhaven van de internationale rechtsorde. Militair
personeel dient naast deze inzet ook gereedgesteld te worden om deze taken uit te
kunnen voeren.
Met inachtneming van al deze taken en de voorbereiding daarop, wordt iedere ondersteuningsvraag
specifiek beoordeeld en levert Defensie de maximale ondersteuning voor het zorgpersoneel.
Vraag 5
Op welke manier is de motie-Marijnissen over inzet van o.a. Defensie ter ondersteuning
van het zorgpersoneel uitgevoerd?3
Antwoord 5
Naast de grote inzet waarmee Defensie het zorgpersoneel bovenregionaal in het Universitair
Medisch Centrum Utrecht ondersteunt, heeft Defensie in meerdere zorginstellingen militair
personeel tewerkgesteld om het zorgpersoneel te ontlasten en te ondersteunen. Tevens
staan er 1.000 medewerkers van Defensie paraat voor de verdere ondersteuning van de
zorg op een breed terrein: planning, coördinatie, testen, vaccineren en logistiek.
Ook hier verwijs ik naar het actuele beeld op Defensie.nl.
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.