Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over het bericht ‘Brandbom bij Syrisch gezin in Heerlen: burenruzie of racisme’
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Brandbom bij Syrisch gezin in Heerlen: burenruzie of racisme» (ingezonden 21 december 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 januari 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1276.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Brandbom bij Syrisch gezin in Heerlen: burenruzie of
racisme» en de situatie rondom het Syrische gezin dat maandenlang bedreigd, geïntimideerd
en gewelddadig wordt aangevallen door bewoners uit de eigen buurt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 4 tot en met 7
Heeft u kennisgenomen van de beelden van de bedreiging, intimidatie en geweld jegens
het vluchtelingengezin, die circuleren op verschillende sociale media kanalen? Zo
ja, wat vindt u daarvan?
Deelt u de mening dat alle vormen van bedreiging, intimidatie en geweld jegens vluchtelingen
te allen tijde onacceptabel zijn? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het in deze kwestie niet gaat om een burenruzie, gezien de ernst
van de situatie?
Uit welke hoek waren de bedreigingen, intimidatie en geweld jegens het vluchtelingengezin
volgens u afkomstig?
Loopt er inmiddels een strafrechtelijk onderzoek naar de bedreigingen, intimidatie
en geweld jegens het Syrische gezin? Zo ja, hoe ziet dit onderzoek er uit? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2 en 4 tot en met 7
In het algemeen wil ik benadrukken dat intimidatie, geweld en bedreiging niet thuishoren
in onze samenleving. Politie en het OM hebben onderzoek ingesteld naar de incidenten.
Lopende dit onderzoek wil ik niet inhoudelijk ingaan op deze specifieke casus en de
eventuele incidenten. Het gezin in kwestie betreft heeft niet de vluchtelingenstatus
maar het betreft statushouders.
Vraag 3 en 14
Kunt u toezeggen dat u alles in het werk zal stellen om de veiligheid van het Syrische
vluchtelingengezin en andere betrokkenen te garanderen?
Deelt u de mening dat er passende en sensitieve hulp en zorg moeten worden aangeboden
aan het vluchtelingengezin in kwestie, gezien de emotionele schade die de maandenlange
bedreigingen en intimidatie hebben opgeleverd? Zo ja, bent u bereid dit te doen voor
alle vluchtelingen in dergelijke situaties? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 14
De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van haar burgers ligt primair bij de lokale
overheid. Met alle ketenpartners (gemeente, politie, OM, Veiligheidshuis, woningcorporaties)
wordt er volop ingezet om de leefbaarheid voor en veiligheid van betrokkenen en omwonenden
zo goed mogelijk te kunnen waarborgen. Daarnaast wordt er gezocht naar nieuwe (structurele)
huisvesting voor beide gezinnen. Zij zijn momenteel ondergebracht in tijdelijke huisvesting
elders in het land.
Vraag 8
Heeft u contact gehad met de personen in kwestie en het bevoegd gezag om uw steun
te betuigen en mogelijk ondersteuning te leveren waar nodig? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Vanuit de lokale organisaties is er intensief contact met beide gezinnen en wordt
de nodige ondersteuning aangeboden.
Vraag 9
Op welke manier ondersteunt u de initiatieven of organisaties die zich reeds inzetten
voor een sociaal veilig klimaat in de eigen omgeving en de veiligheid en bescherming
van vluchtelingen?
Antwoord 9
De lokale leefbaarheid en veiligheid is primair een verantwoordelijkheid van het lokale
bestuur. De gemeenten hebben daarom de regierol in vergelijkbare kwesties.
Het lokale bestuur verantwoordt zich over zijn handelen aan de gemeenteraad.
Vraag 10
Hoe vaak hebben vluchtelingen in de afgelopen twaalf maanden te maken gehad met ernstige
bedreigingen, intimidatie en geweld? Hoe vaak hebben deze bedreigingen, intimidatie
en geweld jegens vluchtelingen geleid tot een strafrechtelijk onderzoek?
Antwoord 10
Deze informatie kan niet uit de registratiesystemen van de politie worden verkregen.
De politie registreert geen afkomst of migratiestatus.
Vraag 11, 12 en 13
Deelt u de mening dat een goede afstemming en samenwerking tussen de betrokken overheidsinstanties
en de burger essentieel zijn, zodat bij dergelijke gebeurtenissen snel ingegrepen
kan worden?
Op welke manier gaat u de lopende aandacht en initiatieven voor de veiligheid en bescherming
van vluchtelingen ondersteunen? Op welke manier gaat u voorkomen dat situaties zoals
die in Heerlen zich niet meer voordoen, zodat de veiligheid van vluchtelingen gegarandeerd
kan worden?
Bent u van mening dat de overheidsinstanties voldoende mogelijkheden bieden om de
veiligheid van vluchtelingen te waarborgen? Zo ja, bent u bereid deze mogelijkheden
te vergroten met extra middelen en ondersteuning? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11, 12 en 13
In Heerlen werken de betrokken partijen aan oplossingen voor deze casus die ten goede
komen aan betreffende gezinnen en de getroffen buurtbewoners om zowel de rust en veiligheid
in de buurt terug te brengen als de rust veiligheid van beide gezinnen.
Vraag 15
Bent u bekend met de rol van de woningcorporatie Vincio Wonen (voorheen: De Voorzorg)
in deze kwestie? Zo ja, hoe zou u deze omschrijven?
Antwoord 15
Ja. Vincio Wonen is de verhuurder van de woningen die het hier betreft. Woningcorporaties
zijn medeverantwoordelijk voor het bieden van kwalitatief goede huisvesting aan statushouders
in een prettige woonomgeving. Vincio Wonen is uit dien hoofde al langere tijd intensief
betrokken bij het vinden van oplossingen voor de onderhavige problematiek.
Vanuit haar rol als verhuurder heeft Vincio Wonen deelgenomen aan gesprekken met politie
en andere betrokken partijen. Toen de meldingen en incidenten in aantal en ernst toenamen,
is in samenspraak met het gezin door Vincio Wonen naar een andere woonruimte gezocht.
Deze is ook gevonden, maar uiteindelijk is op basis van verschillende overwegingen
door het gezin besloten hier geen gebruik van te maken.
Vraag 16
Bent u bekend met het externe onderzoek naar woningstichting De Voorzorg in 2018,
waaruit is gebleken dat de woningstichting jarenlang kandidaat-huurders zou hebben
geweerd op basis van ras, uiterlijke kenmerken, (lichaams)geur, medicijngebruik, seksuele
geaardheid, strafrechtelijk verleden, godsdienst en levensovertuiging en zich daarmee
schuldig heeft gemaakt aan discriminatie en racisme?
Antwoord 16
Ja, de toenmalige woningstichting De Voorzorg – de rechtsvoorganger van Vincio Wonen
– gaf een onafhankelijk onderzoeksbureau in 2018 opdracht tot het doen van onderzoek
naar mogelijke discriminatie. Het onderzoeksbureau constateerde dat De Voorzorg bij
de toewijzing van huurwoningen gegevens van aspirant huurders had laten meewegen zoals
ras, godsdienst, gezondheid en medicijngebruik en lichaamsgeur.
Op basis van dit externe onderzoek werd geconcludeerd dat De Voorzorg zich in de periode
2013 – 2016 schuldig maakte aan discriminatie. De Voorzorg heeft in 2018, na het aantreden
van de huidige directeur, hier zelf melding van gemaakt bij het Openbaar Ministerie.
Dit gebeurde in nauw overleg met de Autoriteit woningcorporaties (Aw). De Aw was betrokken
bij het duiden van mogelijk strafbaar handelen en het doen van aangifte bij het OM.
In 2018 is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld door het OM naar De Voorzorg. Die
zaak is in 2019 geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
Vraag 17
Deelt u de mening dat het ontoelaatbaar en als zeer schokkend wordt ervaren wanneer
een woningcorporatie zich schuldig maakt aan discriminatie en racisme? Zo ja, waarom
zijn er geen verdere maatregelen getroffen in de zaak van woningstichting De Voorzorg?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 17
Ja, het is absoluut ontoelaatbaar wanneer een woningcorporatie zich schuldig maakt
aan discriminatie. Er zijn na het onderzoek van 2018 maatregelen genomen, onder leiding
van een nieuw bestuur en Raad van Commissarissen, om discriminatie bij woningtoewijzing
te voorkomen, onder andere door de procedures aan te passen en te verscherpen.
Vraag 18
Bent u bekend met de uitspraak van de rechtbank betreffende het kortgeding om het
Syrische gezin eerder uit de woning over te plaatsen?2
Antwoord 18
Ja.
Vraag 19
Is de samenwerking tussen de betrokken instanties na de uitspraak van de rechter geïntensiveerd?
Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Er was al langere tijd sprake van een intensieve samenwerking tussen de instanties.
Ook na de uitspraak is deze samenwerking voortgezet. De gemeente Heerlen is op dit
moment in gesprek met andere gemeenten en corporaties voor nieuwe structurele huisvesting.
Vraag 20
Bent u bereid opnieuw onderzoek te doen naar de woningcorporatie Vincio Wonen, naar
aanleiding van de ernstige nalatigheid binnen deze kwestie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Het incident dat in het aangehaalde krantenbericht is beschreven is voor Vincio Wonen
aanleiding om nader onderzoek te (laten) doen naar uitingen op social media, om met
zekerheid uit te kunnen sluiten dat Vincio, of individuele medewerkers van Vincio,
zich in deze kwestie discriminerend heeft/hebben uitgelaten of op enige andere wijze
discriminerend heeft/hebben gehandeld. Dit is een lopend onderzoek. De Aw houdt toezicht
op de uitkomsten en (vervolg)acties van de corporatie. De Aw kijkt of corporaties
goed bestuurd worden en integer handelen.
Vraag 21, 22, 23, 28 en 29
Bent u bekend met de rol van de gemeente Heerlen in deze kwestie? Zo ja, hoe zou u
deze omschrijven?
Deelt u de mening dat de gemeente Heerlen zich onvoldoende heeft ingezet om haar eigen
inwoners te beschermen en de veiligheid te waarborgen binnen de eigen gemeente? Zo
nee, waarom niet?
Waarom heeft de gemeente Heerlen geen gehoor gegeven aan de meerdere personen en instanties
die de gemeente herhaaldelijk hebben geprobeerd te informeren over deze kwestie?
Deelt u de mening dat de samenwerking tussen de verschillende instanties in deze kwestie
ernstig is mislukt en als gevolg daarvan heeft geleid tot falend beleid om de eigen
inwoners te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar de bedreigingen, intimidatie en geweld
die het vluchtelingengezin heeft moeten ondervinden en naar de rol van de betrokken
instanties binnen deze kwestie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21, 22, 23, 28 en 29
De lokale leefbaarheid en veiligheid is primair een verantwoordelijkheid van het lokale
bestuur. De gemeente Heerlen heeft in deze kwestie daarom de regie genomen. Het Veiligheidshuis
Parkstad Limburg begeleidt het proces in operationele zin. Vanuit de gemeente en andere
instanties werd er sinds langere tijd hulp en ondersteuning geboden aan beide gezinnen.
Veiligheid voor betrokkenen stond hierbij voorop. In dat kader zijn er vele gesprekken
met betrokkenen gevoerd en aanvullende maatregelen genomen, waaronder tijdelijk cameratoezicht.
Nadat de kwestie landelijk in de media werd gebracht, kon de veiligheid voor betrokkenen
en de buurt niet meer worden gegarandeerd. Beide gezinnen zijn vervolgens ondergebracht
in tijdelijke huisvesting elders in het land. Tevens is er geïnvesteerd om de leefbaarheid
en veiligheid in de buurt te herstellen. Het lokale bestuur verantwoordt zich over
zijn handelen aan de gemeenteraad. Dit is een democratisch verantwoordingsproces waar
ik niet in wil en kan treden.
Vraag 24 en 27
Kunt u de reactie van de woordvoerder van de gemeente Heerlen toelichten, waarin hij
spreekt over «dingen die aan de beide zijden zijn gedaan, die de relatie onderling
niet ten goede komen»?
Kunt u het gezamenlijk bericht van de gemeente Heerlen en de politie Heerlen toelichten,
specifiek waar er wordt gesproken over de «eenzijdige berichtgeving»?
Antwoord 24 en 27
Hiervoor verwijs ik naar de gemeente Heerlen.
Vraag 25 en 26
Bent u bekend met de rol van de politie Heerlen in deze kwestie? Zo ja, hoe zou u
deze omschrijven?
Waarom zijn de meerdere aangiften, gedaan door het vluchtelingengezin bij de politie,
gekenmerkt als «incidenten»? Deelt u de mening dat opeenvolgende bedreigingen, intimidaties
en geweldplegingen geen incidenten meer zijn? Zo ja, waarom is er dan niet ingegrepen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 25 en 26
De politie heeft onder regie van de gemeente en in samenspraak met de andere instanties
gezocht naar de meest effectieve interventie. In eerste instantie is geprobeerd het
conflict op te lossen en te bemiddelen tussen betrokkenen. In dat kader hebben er
gesprekken plaatsgevonden met de politie, Vincio Wonen, andere betrokken (zorg)partijen
en de buurtbewoners. Dit heeft niet het gewenste effect gehad. In tussentijd heeft
de politie en specifiek de wijkagent met ketenpartners gezocht naar een passende en
duurzame oplossing voor de betrokken partijen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.