Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over de verdubbeling van het aantal meldingen van discriminatie op universiteiten
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verdubbeling van het aantal meldingen van discriminatie op universiteiten (ingezonden 2 december 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
20 januari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1120.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat het aantal meldingen van discriminatie is verdubbeld
sinds 2017?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u contact gehad met organisaties van universiteiten en hogescholen naar aanleiding
van dit bericht? Zo ja, welk inzicht konden zij geven in de oorzaak van deze toename
in meldingen? Zo nee, bent u bereid dat te doen?
Antwoord 2
De VSNU heeft aangegeven dat de toename te verklaren is doordat universiteiten hier
in afgelopen jaren meer aandacht aan hebben gegeven. Universiteiten hebben geïnvesteerd
in informatiecampagnes, meer vertrouwenspersonen en het benoemen van diversiteitsmedewerkers.
Dit heeft er ook voor gezorgd dat studenten de meldpunten beter weten te vinden en
daardoor vaker melding maken. Bij de Vereniging Hogescholen bestaat eenzelfde beeld
als het gaat om de toegenomen aandacht voor dit onderwerp in relatie tot het aantal
meldingen: er is op de hogescholen structureel meer aandacht voor discriminatie, onder
andere door middel van debat en campagnes.
Vraag 3
Heeft u contact gehad met studentenorganisaties naar aanleiding van dit nieuws? Zo
nee, bent u bereid met hen te bespreken welke signalen zij ontvangen die mogelijk
deze toename verklaren? Bent u tevens bereid om mogelijke voorstellen van hun kant
ter oplossing van dit hardnekkige en verwerpelijke probleem ter overweging te nemen?
Zo ja, wilt u de Kamer informeren over de oplossingen die zij aandragen en rapporteren
waarom u van plan bent deze wel of niet over te nemen?
Antwoord 3
Ja, ik heb contact gezocht met de studentenorganisaties over dit nieuws. Ik ga op
korte termijn in gesprek met alle betrokkenen, inclusief de studentenorganisaties,
over de aanpak van (stage)discriminatie in het hoger onderwijs. Ik zal uw Kamer op
een later moment informeren over de voorgestelde oplossingen.
Vraag 4
Kunt u nader ingaan op welke manier discriminatie in het onderwijs wordt tegengegaan?
Welk flankerend beleid is hiervoor, naast uw nationale actieplan voor diversiteit
en inclusie in het hoger onderwijs?
Antwoord 4
Iedereen verdient een inclusieve leeromgeving die de veiligheid geeft om jezelf te
zijn en zorg biedt als zich desondanks incidenten voordoen. De aanpak van discriminatie
in het onderwijs is erop gericht elke school en instelling inclusiever te maken en
te voorkomen dat discriminatie zich voordoet. In de Kamerbrief van 15 juni jl. inzake
racisme en discriminatie ben ik uitgebreid ingegaan op de Kabinetsaanpak rond discriminatie,
waaronder het beleid voor het (hoger) onderwijs.2 Zoals uit het nationale actieplan blijkt, werken de universiteiten daarnaast in vele
opzichten aan het realiseren van diversiteit in het onderwijs en het inclusief maken
van dat onderwijs. Dit flankerend beleid bestaat onder andere uit informatiecampagnes,
bijeenkomsten, en het aanstellen van meer vertrouwenspersonen en diversiteitsmedewerkers.
Ook de hogescholen zijn hier mee bezig. Vooropgesteld staat dat discriminatie op welke
grond dan ook niet gewenst en niet geoorloofd is. Gezien de diverse samenstelling
van hogescholen, elk met hun eigen signatuur, karakter en cultuur, geven hogescholen
zelf vorm aan hun antidiscriminatiebeleid, zodat daarmee zo goed mogelijk aansluiting
wordt gevonden bij de karakteristiek van de hogeschool.
Vraag 5 en 6
Gaat u additionele maatregelen nemen naar aanleiding van deze zorgelijke cijfers?
Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Zijn deze cijfers aanleiding het instellen van een onafhankelijk en nationaal meldpunt
voor grensoverschrijdend gedrag te heroverwegen? Zo nee, is deze explosie van het
aantal meldingen van discriminatie een eerste piketpaal in de aanloop naar een heroverweging
van een mogelijk nationaal en onafhankelijk meldpunt?
Antwoord 5 en 6
Er wordt veel georganiseerd om de problematiek bespreekbaar te maken, adequaat aan
te pakken en ook de slachtoffers te helpen. Ook wordt gewerkt aan betere informatievoorziening
rondom het melden van discriminatie en ander ongewenst gedrag. In aanvulling op de
huidige hulpstructuur is in de cao Nederlandse universiteiten afgesproken dat iedere
universiteit een ombudsfunctionaris krijgt. Ik ga met de Vereniging Hogescholen in
gesprek om te bezien of de ombudsfunctie voor hen ook een gewenste aanvulling op de
zorg- en hulpstructuur is. Een nationaal meldpunt ligt op dit moment niet voor de
hand, omdat de universiteiten eerst de kans moeten krijgen om de ombudsfunctie op
een goede manier in te bedden. Gezien het belang van dit onderwerp blijf ik mij er
samen met het veld voor inzetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.