Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Gijs van Dijk over het onbereikbaar maken van Nederlanderschap
Vragen van de leden Kuiken en Gijs van Dijk (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het onbereikbaar maken van Nederlanderschap (ingezonden 11 november 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 20 januari
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 971.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van Vluchtingenwerk Nederland «Kabinet maakt Nederlanderschap
onbereikbaar voor tienduizenden vluchtelingen» van 9 november 2020?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat in 2017 slechts 613 van de 21.532 nieuwkomers op taalniveau
B1 is ingeburgerd?
Antwoord 2
Op basis van de Wet inburgering 2013 is het vereiste taalniveau voor nieuwkomers A2.
Het is onder deze wet ook mogelijk voor nieuwkomers om vrijwillig op taalniveau B1
in te burgeren. Uit de cijfers van DUO kan worden opgemaakt dat in 2017 613 nieuwkomers
op taalniveau B1 zijn ingeburgerd. Dit aantal biedt echter geen representatief beeld,
omdat een deel van de nieuwkomers die in 2017 inburgeringsplichtig waren nog niet
aan de inburgeringsplicht hebben voldaan. Zo blijkt immers uit cijfers van DUO dat
9.432 asielmigranten, 2.428 gezinsmigranten, en 142 overige migranten die in 2017
inburgeringsplichtig waren, nog niet aan de inburgeringsplicht hebben voldaan.
Belangrijker nog is dat er voor nieuwkomers onder de Wet inburgering 2013 geen verplichting
bestaat om op taalniveau B1 in te burgeren. Niet iedere nieuwkomer die in staat is
taalniveau B1 te halen, zal vrijwillig op dat niveau aan zijn inburgeringsplicht willen
voldoen. Bovendien is van belang dat aan de inburgeringsplicht voor nieuwkomers binnen
drie jaar na eerste verlening van de verblijfsvergunning moet zijn voldaan, terwijl
naturalisatie op zijn vroegst pas mogelijk is na vijf jaar verblijf. Met de inwerkingtreding
van de nieuwe Wet inburgering wordt de taaleis voor nieuwkomers overigens verhoogd
naar B1 niveau, daartoe zijn drie verschillende leerroutes ontwikkeld. Voor inburgeraars
voor wie de B1-route niet haalbaar wordt geacht, is de Z-route ontwikkeld.
Vraag 3
Erkent u dat voor nieuwkomers die laaggeletterd zijn of om andere reden moeilijk leren,
het taalniveau B1 niet haalbaar is?
Antwoord 3
De verwachting is dat niet alle inburgeringsplichtigen op het voor inburgering geambieerde
taalniveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde
Talen kunnen voldoen. Het nieuwe inburgeringsstelsel houdt daarmee rekening. Zo kan
een inburgeringstraject in het nieuwe stelsel ook succesvol worden afgerond met een
lager taalbeheersingsniveau dan het huidig geldende A2 van het Referentiekader. Daarnaast
is sprake van de Z-route (zelfredzaamheidsroute). De Z-route is bedoeld voor inburgeringsplichtigen
bij wie wordt vastgesteld dat zij veel moeite zullen hebben met het leren van de Nederlandse
taal en voor wie A2 van het Referentiekader niet haalbaar lijkt. De Z-route is een
intensief traject met activiteiten die aansluiten bij de persoonlijke capaciteiten
van de inburgeringsplichtige waarbij gestreefd wordt naar kennis van de Nederlandse
taal op ten minste niveau A1 van het Referentiekader, zelfredzaamheid in de samenleving,
activering en participatie. Ook voor de groep laaggeletterden is derhalve een specifieke
route ontwikkeld binnen het nieuwe inburgeringsstelsel.
Dit betekent echter niet dat aan het verkrijgen van het Nederlanderschap geen hogere
eisen zouden kunnen en mogen worden gesteld. Betrokkenen hebben dan immers langer
de gelegenheid gehad het Nederlands op een hoger niveau te leren beheersen (zie hiervoor
ook het antwoord op vraag 2). Het verhogen van de taaleis voor naturalisatie zal voor
velen hopelijk ook een stimulans zijn om daartoe over te gaan.
Vraag 4
Vindt u het wenselijk dat nieuwkomers die laaggeletterd zijn en zich inspannen hun
inburgeringsdiploma te halen vervolgens nooit Nederlander kunnen worden?
Antwoord 4
Een nieuwe taal leren en het wegnemen van een in het verleden gemankeerde alfabetisering
vragen tijd en inspanning. Iemand die laaggeletterd in de eigen taal in Nederland
komt wonen en met een laag taalbeheersingsniveau Nederlands zijn traject van de Wet
inburgering heeft afgerond, kan soms heel goed enkele jaren later, als het moment
van naturaliseren is aangebroken, wel het voor naturalisatie vereiste taalniveau Nederlands
halen. Zoals ook opgemerkt in het antwoord op vraag 2, geschiedt naturalisatie immers
ten minste enkele jaren na afronding van het inburgeringstraject. Het Nederlanderschap
wordt overigens niemand voor altijd onthouden. Het Nederlanderschap kan worden verkregen
via een naturalisatieprocedure of via een optieprocedure. In de optieprocedure geldt
de naturalisatietoets niet. Opteren voor het Nederlanderschap is na een periode van
vijftien jaar legaal verblijf in het Koninkrijk mogelijk voor vreemdelingen die a)
ten minste drie jaar gehuwd zijn met (of geregistreerd partner zijn van) een Nederlander
of b) 65 jaar of ouder zijn.
Vraag 5
Waarom heeft u er niet voor gekozen om net als in de nieuwe inburgeringswet rekening
te houden met het feit dat taalniveau B1 niet voor alle nieuwkomers haalbaar is?
Antwoord 5
In het regeerakkoord is opgenomen dat zowel voor inburgering als voor naturalisatie
de taaleis wordt verhoogd naar B1 van het Referentiekader. Deze verhoging van het
taalbeheersingsniveau bij naturalisatie past bij het uitgangspunt dat het Nederlanderschap
iets is om trots op te zijn en iets wat je moet verdienen. Ik beschouw naturalisatie
als de bekroning van een geslaagde integratie en niet als een tussenstap naar verdere
integratie. Iemand die met een laag taalbeheersingsniveau Nederlands zijn traject
van de Wet inburgering heeft afgerond, kan – zoals gezegd – met de nodige inspanning
heel goed enkele jaren later, als het moment van naturaliseren is aangebroken, wel
het voor naturalisatie vereiste taalniveau Nederlands halen. Er geldt een ontheffing
van de naturalisatietoets op grond van een psychische of lichamelijke belemmering
of een verstandelijke beperking.
Vraag 6 en 7
Heeft u rekening gehouden met de praktische gevolgen voor nieuwkomers als zij geen
Nederlander kunnen worden, zoals bij sollicitatie, reizen of afsluiten van een abonnement?
Heeft u onderzocht wat de gevolgen zijn voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt als zij
wel voldoen aan de inburgeringsplicht maar geen kans hebben op het Nederlanderschap?
Antwoord 6 en 7
Het bezit van het Nederlanderschap is naar het oordeel van het kabinet niet noodzakelijk
voor participatie op de arbeidsmarkt. Juist het hebben voldaan aan de inburgeringsplicht
leidt tot een goede entree op de arbeidsmarkt. Daarbij teken ik aan dat niemand de
kans op het Nederlanderschap volledig wordt ontnomen, zoals toegelicht in het antwoord
op vraag 4. Ook reizen en het sluiten van een abonnement zijn voor niet-Nederlanders
mogelijk.
Vraag 8
Vindt u het wenselijk dat deze wijziging de naturalisatietoets tot gevolg heeft dat
tienduizenden nieuwkomers die hier ingeburgerd zijn en jarenlang wonen geen stemrecht
krijgen?
Antwoord 8
Het door zo veel mogelijk ingezetenen kunnen deelnemen aan verkiezingen voor volksvertegenwoordigende
gremia is in een democratie als Nederland een groot belang. Het is echter niet zo
dat om die reden verlening van het Nederlanderschap zou moeten worden vereenvoudigd.
Overigens hebben personen die geen Nederlander zijn na vijf jaar rechtmatig verblijf
passief en actief kiesrecht voor de gemeenteraad.
Vraag 9
Bent u bereid voor het Nederlanderschap net als bij de inburgeringsplicht rekening
te houden met het wat individueel haalbaar is?
Antwoord 9
Begin december 2020 is de consultatie van het ontwerpBesluit naturalisatietoets 2021
gesloten. In mijn brief van 17 december 2020 heb ik uw Kamer bericht dat aan de hand
van de ontvangen reacties wordt bezien of het ontwerp aanpassing behoeft. Daarbij
betrek ik tevens de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Van Dijk en Van den
Berghe (32 824, nr. 308) van 12 november 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.