Schriftelijke vragen : Vertraging in het onderzoek naar oorzaak, verloop en omvang van de knikkebolziekte in Oost-Afrika
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over vertraging in het onderzoek naar oorzaak, verloop en omvang van de knikkebolziekte in Oost-Afrika (ingezonden 19 januari 2021).
Vraag 1
Heeft u naar aanleiding van uw antwoorden op de schriftelijke vragen van 18 december
2020 contact gehad met de onderzoekers en/of verantwoordelijken vanuit het ministerie
of de voortgang van dit onderzoek?1 Zo ja, welk beeld kwam hieruit voort?
Vraag 2
Heeft u er begrip voor dat ondanks dat het onderzoek niet zelf is getroffen door de
onveilige situaties, het onderzoek hierdoor wel is bemoeilijkt, met name het volgen
van de cohort van circa 500 patiënten om een beeld te krijgen van het beloop en de
incidentie van de ziekte?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zonde zou zijn wanneer deze patiënten niet meer gevolgd
kunnen worden en dus niet duidelijk kan worden vastgesteld hoe de ziekte zich verspreidt
en hoe die zich ontwikkelt?
Vraag 4
Bent u bereid om toch te overwegen dit project een laatste maal te verlengen à € 200.000
om te voorkomen dat voorgaande investeringen teniet worden gedaan en ervoor te zorgen
dat kinderen kunnen worden behoed tegen knikkebolziekte?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.