Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Veldman over de mededeling dat er 4 januari 2021 gestart kan worden met vaccineren
Vragen van het lid Veldman (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de mededeling dat er 4 januari 2021 gestart kan worden met vaccineren. (ingezonden 3 december 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 januari
2021).
Vraag 1
Op basis waarvan heeft u de melding gedaan dat er 4 januari aanstaande gestart kan
worden met vaccineren?
Antwoord 1
Op 1 december gaf het EMA aan BioNTech/Pfizer mogelijk op 29 december kon worden goedgekeurd.
Op basis daarvan en op basis van intensief overleg met uitvoerende partijen heb ik
de verwachting uitgesproken om -als alles meezit- in de week van 4 januari te kunnen
starten met de eerste prik. De planning is daar op gericht geweest.
Sinds 4 januari hebben zorgmedewerkers van de verpleeghuizen de mogelijkheid zich
op te geven voor vaccinatie bij de centrale locaties van de GGD-en. Op 6 januari is
de eerste prik gezet, in de week van 4 januari.
Vraag 2
Bent u bekend met de zorgelijke berichten hierover vanuit de Landelijke Huisartsen
Vereniging (LHV), Actiz en de vakbond CNV? Hoe weegt u deze berichten?
Antwoord 2
Ik voer intensief en doorlopend overleg met deze en andere partijen over een goede,
zorgvuldige vaccinatiecampagne en wat daarbij komt kijken. Ik ben blij dat uitvoerende
partijen hebben aangegeven deze uitdaging samen aan te willen gaan. Ik begrijp het
echter ook als er vragen bestaan, bijvoorbeeld over de volgende stappen in de uitvoering.
Gezamenlijk moeten we een complexe puzzel leggen, waarbij we elke dag – op basis van
de beschikbare informatie en actuele inzichten – nieuwe stappen kunnen zetten. Dat
vraagt wendbaarheid in onze uitvoering. Samen met betrokken uitvoerende partijen werken
we daar hard aan.
Vraag 3
Kunt u aangeven of er gewerkt wordt aan een draaiboek ten behoeve van de vaccinatiestrategie?
Zo ja, wanneer is deze gereed? Is dit draaiboek al gedeeld met uitvoeringsorganisaties?
Kan dit draaiboek gedeeld worden met de Kamer?
Antwoord 3
Onder meer in mijn Kamerbrief van 8 december jl. heb ik uiteengezet op welke wijze
we de infrastructuur voor een dergelijk vaccinatieprogramma organiseren. Het RIVM
speelt hierin een centrale, coördinerende rol. Uitgangspunt is dat voor de COVID-19
vaccinaties zoveel mogelijk wordt aangesloten op bestaande infrastructuren. Voor verschillende
doelgroepen die achtereenvolgens gevaccineerd zullen gaan worden -op basis van nadere
uitwerking van de hoofdroute van de vaccinatiestrategie, zoals beschreven in mijn
Kamerbrieven van 8 en 24 december jl. en laatstelijk van 4 januari jl. – zullen verschillende
uitvoeringspartijen, al dan niet in samenwerking met elkaar, betrokken zijn in de
uitvoering. Dit maakt dat voor elke nadere uitwerking van hoofdroute van de vaccinatiestrategie
ook specifieke praktische uitvoeringsafspraken gemaakt worden tussen het RIVM en de
betrokken uitvoeringspartijen. Deze afspraken worden vastgelegd. Aan de orde komen
ook uitvoeringsaspecten zoals registratie, het bestelproces en de logistieke afspraken.
Vraag 4
Kunt u ingaan op de onduidelijkheden die organisaties zoals Actiz nu zien met betrekking
tot informatie over eigenschappen van het vaccin, voor wie het wel of niet geschikt
is, de veiligheid, distributie, bewaarvoorschriften, instructies van toediening en
bijwerkingen? Wanneer kan hier duidelijkheid over verwacht worden?
Antwoord 4
Het RIVM heeft op 31 december jl. de definitieve richtlijn «professionele uitvoeringsrichtlijn
COVID-19 vaccinaties» gepubliceerd nadat de Gezondheidsraad geadviseerd had over het
BioNTech/Pfizer vaccin. De richtlijn is bedoeld voor de professionals die betrokken
zijn bij de uitvoering van de COVID-19-vaccinatie. In de richtlijn staan de kaders
voor de uitvoering van de vaccinatie, zoals instructies bij toediening. Daarnaast
wordt ook ingegaan op de medische informatie over de uitvoering, zoals bijwerkingen
en veiligheid. Dit bestand wordt aangepast wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn.
Vraag 5
Kunt u aangeven wanneer er meer duidelijkheid verwacht kan worden over het door het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangekondigde ondersteuningsaanbod
vanuit arbodiensten en andere aanbieders bij het vaccineren van zorgmedewerkers?
Antwoord 5
In eerdere brieven aan uw Kamer heb ik uw Kamer geïnformeerd over de betrokkenheid
van de arbodiensten en andere aanbieders bij het vaccineren van zorgmedewerkers. Eerder
hebben de werkgevers in de zorg de GGD’en om ondersteuning gevraagd om te helpen bij
het vaccineren van de zorgmedewerkers. Er kan op een goede manier in het benodigde
personeel worden voorzien, voor de eerstkomende tranche betreft dat circa 350–400
prikkers en circa 1.500 ondersteunende medewerkers.
Vraag 6
Kunt u aangeven waar zorginstellingen en individuele personen op dit moment terecht
kunnen wanneer zij vragen hebben over het aankomende vaccin en de toedieningsstrategie?
Antwoord 6
Individuele personen kunnen informatie vinden op rijksoverheid.nl/coronavaccinatie
en zij kunnen bellen naar 0800 – 1351.
Zorginstellingen en zorgprofessionals kunnen voor vragen terecht bij het informatiepunt
van het RIVM. Hier kunnen zorgprofessionals en uitvoerende partijen met logistieke
en medisch inhoudelijke vragen terecht.
Vraag 7
Wanneer start u de strategische campagne om zo veel mogelijk mensen te overtuigen
van nut en noodzaak van vaccineren, of bent u al met deze campagne begonnen?
Antwoord 7
Deze campagne is gestart. Bijvoorbeeld door feitelijke informatie beschikbaar te stellen
op rijksoverheid.nl/coronavaccinatie en informatie te delen in boodschappen op onze
social media-kanalen, met televisiespots en online video. Op 14 december jl. ging
de radiocampagne van start, samen met een online advertentiecampagne (via banners)
en sociale mediaberichten. Op 15 december jl. stond voor het eerst in alle grote en
ook in lokale kranten een grote advertentie over vaccinatie met een verwijzing naar
de website. Daarnaast is er in december een toolkit gelanceerd voor werkgevers. Hierin
zitten allerlei communicatiemiddelen die zij kunnen gebruiken richting hun medewerkers.
Verder is er in de week van 4 januari ook een online talkshow voor zorgmedewerkers
opgenomen, waarin zij vragen kunnen stellen aan experts.
Vraag 8
Kunt u toelichten welke partijen er betrokken zijn bij het opzetten en uitrollen van
de vaccinatiestrategie?
Antwoord 8
Hoe we de infrastructuur voor een dergelijk vaccinatieprogramma organiseren, heb ik
in onder meer mijn Kamerbrieven van 8 en 21 december jl. uiteengezet. Het RIVM speelt
een centrale, coördinerende rol in het logistieke deel van de vaccinatiestrategie.
In genoemde brieven ga ik in op de rollen van de huisartsen, de GGD’en, instellingsartsen,
bedrijfsartsen en arbodiensten. In de brief van 4 januari jl. is nogmaals aangegeven
wie welke vaccinaties toedient, onder meer in de bijgeleverde bijlagen. Daar staat
aangegeven wie het vaccin toedient: GGD, instellingsarts, huisarts of werkgever.
Ook kan er door de uitvoeringspartijen een beroep gedaan worden op derde partijen,
bijvoorbeeld bij het huren van locaties waar gevaccineerd kan worden of vanwege de
inhuur van extra personele capaciteit. In de brief van 4 januari jl. is ook nader
ingegaan op de planning en vooruitzichten voor de Caribische delen van het Koninkrijk.
De bijbehorende publiekscommunicatie wordt vanuit het Ministerie van VWS vormgegeven.
Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de capaciteit en expertise van externe bureaus.
Vanuit het RIVM wordt voorzien in deskundigheidsbevordering aan en communicatie naar
professionals. In het kader van de logistiek, voor de opslag van vaccins, transport
en vervoer en omtrent de beveiliging, zijn ook afspraken gemaakt met externe partijen
door het RIVM. Uiteraard worden hierover ook afspraken met de uitvoeringspartijen
gemaakt.
Daarnaast bereidt Bijwerkingencentrum Lareb zich voor in het kader van de bijwerkingenregistratie
en werkt hierop samen met het CBG.
Vraag 9
Kunt u aangeven of er voldoende voorraad is van materiaal die gebruikt moet worden
bij het vaccineren? Indien er op onderdelen nog onvoldoende materiaal is, bij welk
materiaal speelt dat en wanneer verwacht u voldoende voorraad te hebben?
Antwoord 9
Dit is onderdeel van de voorbereidingen. Het gaat daarbij naast de aanschaf van vaccins
ook om praktische zaken, zoals de beschikbaarheid van voldoende naalden en de benodigde
vriezers waarin vaccins op de juiste temperaturen kan worden gekoeld.
Toen de eerste signalen zichtbaar werden dat de vaccins in multidose vials (flesje waaruit meerdere personen gevaccineerd dienen te worden) verpakt zouden worden
en dat de toedieningswijze waarschijnlijk intramusculair (via inspuiten in een spier)
zou zijn, was duidelijk welke spuiten en naalden nodig waren voor bereiding en toediening.
Anticiperend hierop is deze zomer gestart met de eerste aankopen van dit materiaal
en wordt er bijgestuurd op basis van beschikbare informatie. Er zijn inmiddels toedieningsmaterialen
voor 35 miljoen toedieningen aangeschaft. De eerste miljoenen hiervan zijn in december
geleverd. Aanvullend hierop doet Nederland mee aan een joint procurementvoor toedieningsmaterialen. De verwachting is dat hiermee voldoende materialen beschikbaar
zijn. Het RIVM houdt de markt scherp in de gaten zodat aanvullende materialen kunnen
worden ingekocht als dit onverhoopt nodig blijkt te zijn.
Voor het vaccin van BioNTech/Pfizer is een verdunningsvloeistof aangekocht, die noodzakelijk
is voor het gebruik van dit vaccin. Hiervan is inmiddels voldoende aangeschaft.
Vraag 10
Hoe weegt u het bericht vanuit de GGD dat het vinden van voldoende personeel «waarschijnlijk
geen probleem' is? Hoe gaat u er voor zorgen dat dit probleem niet ontstaat?
Antwoord 10
De GGD’en hebben voor de eerste tranche BioNTech/Pfizer-vaccins circa 350–400 prikkers
en circa 1.500 ondersteunende medewerkers nodig. Bij deze berekening is uitgegaan
van het «prikken» van de medewerkers van de verpleeghuizen, kleinschalige woonvormen,
instellingen in de gehandicaptenzorg en de wijkverpleging en Wmo-ondersteuning.
De regionale GGD’en zijn begonnen met het werven van personeel, via het eigen netwerk
en via uitzendbureaus. Het werven van personeel zal in de komende tijd doorgaan, ook
om steeds nieuwe ontwikkelingen te kunnen adresseren.
Landelijk is er vanuit GGD GHOR Nederland voortdurend contact met de regionale GGD’en
om de personele capaciteit te borgen. Ook Defensie en het Rode Kruis staan klaar.
Daarnaast heeft de Nederlandse Vereniging voor Doktersassistenten (NVDA) laten weten
dat via een door hen ingericht meldpunt zich al zo’n 4.000 doktersassistenten hebben
gemeld.
Vraag 11
Ben u voornemens in de totale capaciteit te overdimensioneren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
De vaccinaties (wanneer en hoeveel) moeten niet afhankelijk zijn van de beschikbare
capaciteit van het personeel. Hierin mogen geen tekorten ontstaan. Het is belangrijk
dat er voldoende personeel beschikbaar is en komt om zo nodig de behoefte hierin tijdig
aan te kunnen vullen.
Vraag 12
Kunt u aangeven met welke ICT-systemen gewerkt gaat worden en of deze systemen up-to-date
zijn en er ook functioneel klaar voor zijn?
Antwoord 12
Toedieners van vaccins zijn gehouden daarvan dossier te voeren. Het uitgangspunt is
daarom «registratie aan de bron». Dat wil zeggen dat de toediener van vaccins verantwoordelijk
is voor de juistheid en compleetheid van de registratie in het decentrale systeem,
het verkrijgen van toestemming van de cliënt ten behoeve van aanleveren van vaccinatiedata
aan het RIVM, en voor het tijdig aanleveren van de data. Centrale registratie speelt
een belangrijke rol bij het COVID-19 vaccinatieprogramma en daarmee bij de bestrijding
van deze pandemie. Het landelijk systeem voor verwerking van COVID-19 vaccinatiegegevens
op persoonsniveau dat door RIVM is ontwikkeld is het COVID-19 vaccinatie informatie-
en monitoringsysteem (CIMS). CIMS is gereed maar wordt momenteel onder meer nog onderworpen
aan enkele laatste veiligheidschecks als gevolg van recente veiligheidsdreiging.
Elke toediener van vaccins houdt een eigen registratie bij. De GGD’en gebruiken het
systeem CoronIT voor het registeren van vaccinaties. Dit is het registratiesysteem
dat sinds maart 2020 in gebruik is voor alle registraties rondom het testen. Het systeem
is doorontwikkeld ten behoeve van het proces van (COVID-19) vaccineren.
Huisartsen maken voor het voeren van dossier over hun patiënten gebruik van huisartsinformatiesystemen
(HIS-en) of een praktijkmanagementsysteem. Dit zijn softwareapplicaties waarin huisartsen
patiëntgegevens vastleggen. Het medisch dossier en medicatiegegevens maken integraal
onderdeel uit van deze systemen.
Instellingen voor medisch specialistische zorg, zoals ziekenhuizen, die eigen medewerkers
vaccineren voeren de registratie daarvan op allerlei verschillende manieren uit, bijvoorbeeld
in applicaties die daartoe van de markt verworven zijn.
In de sectoren verpleeghuizen, verstandelijk gehandicapten, thuiszorg en GGZ, bestaan
niet overal elektronische cliëntendossiers die uitwisseling met bijvoorbeeld het RIVM
zouden kunnen ondersteunen. Bij die instellingen kan voor de registratie van vaccinatiedata
gebruik worden gemaakt van de bestaande Elektronische Voorschrijf Systemen (EVS).
Dit zijn geautomatiseerde systemen, waarmee langs elektronische en gestructureerde
weg medicatie-voorschriften kunnen worden vastgelegd en waarmee tegelijkertijd onveilige
situaties kunnen worden gesignaleerd tijdens het voorschrijven van geneesmiddelen.
Ten behoeve van de centrale registratie zijn of worden koppelingen gerealiseerd tussen
deze systemen met het systeem van het RIVM. Wanneer dit nog niet mogelijk is, kan
gebruik gemaakt worden van een invoerapplicatie.
Vraag 13
Acht u al met al uw uitspraken over 4 januari 2021 verstandig?
Antwoord vraag 13
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 14
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden voorafgaand aan het eerstvolgende
coronadebat?
Antwoord 14
Nee, dit is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.